Een heiliger patroon van dienstverlening
Uit de toespraak ‘Een kenmerk van de ware en levende kerk van de Heer’ tijdens een wereldwijde devotional voor jongvolwassenen aan de Brigham Young University–Idaho op zondag 6 mei 2018.
Mogen we de levende Christus steeds bereidwilliger en doeltreffender volgen, doordat we ernaar streven om zijn ware discipelen te worden door naar zijn voorbeeld te bedienen.
Toen ik 15 à 16 jaar was, was ik erg egocentrisch en had ik, net als veel andere tieners, met gevoelens van onzekerheid en kwetsbaarheid te kampen. Ik voelde me verloren, verlegen en onhandig. En het feit dat ik op een internaat in een verlaten Engelse kuststreek zat terwijl mijn ouders ver weg in Saoedi-Arabië woonden, hielp niet. Zweinstein onder Sneep zou een verademing geweest zijn.
Slecht weer was aan de kust schering en inslag, maar eens raasde er in de winter een hevige storm met orkaanachtige rukwinden vanaf de Ierse Zee. De overstroming trof ongeveer vijfduizend huizen in de omgeving. De bewoners zaten zonder elektriciteit, verwarming of verlichting, en hadden bijna geen eten meer.
Toen het water begon te zakken, stuurde de school ons om met de schoonmaak te helpen. Ik stond versteld dat ik zo’n omvangrijke natuurramp van dichtbij meemaakte. Overal water en modder. De mensen wier huis overstroomd was, zagen er lijkbleek en uitgemergeld uit. Ze hadden dagenlang niet geslapen. Mijn medeleerlingen en ik brachten met water doortrokken spullen naar de bovenverdieping en verwijderden tapijt dat door de overstroming vernield was.
De kameraadschap die ontstond verbaasde me. Het was een geweldig, fijn gevoel tussen mensen die zich in barre omstandigheden eensgezind voor iets goeds inzetten. Later viel het me op dat de onzekerheid die mijn tienergedachten gewoonlijk domineerde, verdween toen ik aan dit grote werk ten behoeve van onze buren deelnam.
De ontdekking dat anderen helpen het middel tegen mijn neerslachtige, egocentrische gemoedstoestand was, had me moeten veranderen. Ik veranderde echter niet doordat die ontdekking niet tot in mijn hart doordrong en doordat ik niet diep genoeg over deze gebeurtenis nadacht. Dat inzicht kwam pas later.
De oproep tot bediening
Foto van moeder en dochter, Linda Jean Purnell
Ik moest hier tijdens de aprilconferentie van 2018 aan denken door de herhaalde oproep om te dienen zoals de Heiland dient – en dat uit liefde te doen, in het besef dat wij allemaal kinderen van onze hemelse Vader zijn.
We dienen niet omdat onze inspanningen geregistreerd en geteld worden, maar omdat we van onze hemelse Vader houden en door een hoger, edeler doel gemotiveerd worden; wij willen onze vrienden helpen om het pad terug naar Hem te vinden en op dat pad te blijven. We hebben onze naasten lief en dienen hen zoals Jezus dat zou doen. We proberen echt andermans situatie te verbeteren en zijn of haar lasten te verlichten. Daaruit vloeien vreugde en blijvende voldoening voor zowel de gever als de ontvanger voort, want hierdoor laten we blijken dat we van oneindige waarde in Gods ogen zijn en dat Hij voor eeuwig van ieder van ons houdt.
‘Een kenmerk van de ware en levende kerk van de Heer is dat zij zich altijd georganiseerd en gericht zal inzetten om Gods kinderen en hun gezin te dienen,’ aldus president Russel M. Nelson. ‘Omdat het zijn kerk is, dienen wij als zijn dienstknechten het individu, net als Hij dat deed. Onze bediening is in zijn naam, met zijn macht en gezag, en met zijn liefde.’1
Ik weet dat we onszelf zullen vergeten als we aan de oproep tot bediening gehoor geven; dat we meer geloof, vertrouwen en geluk zullen hebben; en onze zelfzucht en de leegte en neerslachtigheid die ermee gepaard gaan, zullen overwinnen.
Bediening verandert ons
Het mooie aan dit soort bediening is dat anderen erdoor geholpen worden, en dat wij erdoor veranderen omdat we ons niet op onze zorgen, angsten en twijfels concentreren. Aanvankelijk leidt anderen dienen ons slechts van onze problemen af, maar dat verandert al snel in iets groters en mooiers. We beginnen bijna zonder het te merken licht en vrede te ervaren. We ontvangen rust, warmte en troost. En we ervaren vreugde die we op geen enkele andere manier kunnen krijgen.
President Spencer W. Kimball (1895–1985) heeft dat als volgt uitgelegd: ‘Het overvloedige leven dat in de Schriften wordt genoemd, is de geestelijke som die we krijgen door onze dienstbaarheid aan anderen te vermenigvuldigen en onze talenten in dienstbaarheid aan God en de mens te investeren.’ Hij voegde eraan toe: ‘We krijgen meer inhoud als we andere mensen dienen. Het is dan echt makkelijker om onszelf te “vinden” omdat er zo veel meer van ons te vinden is!’2
Een oproep van de Meester
Christus en de vissers, J. Kirk Richards
Toen de Heiland Petrus, Andreas, Jakobus en Johannes riep, veranderde hun focus onmiddellijk: ‘Zij lieten meteen de netten achter en volgden Hem’ (Mattheüs 4:20).
Maar nadat de Heiland hun op de wreedst mogelijke manier ontnomen was, keerden ze terug naar wat ze kenden, namelijk vissen. Toen ze op een keer tevergeefs aan het vissen waren, verscheen de Heiland aan hen.
‘En Hij zei tegen hen: Werp het net uit aan de rechterkant van het schip en u zult vinden. Dus wierpen zij het uit en zij konden het niet meer trekken vanwege de grote hoeveelheid vissen’ (Johannes 21:6).
Hij deed dit niet alleen om te tonen dat Hij zijn macht niet verloren had, maar ook om krachtig aan te geven dat ze op de verkeerde plek en naar de verkeerde dingen op zoek waren. Toen ze daarna samen op de oever vis aan het eten waren, vroeg de Heiland Petrus drie keer of hij Hem liefhad. Petrus antwoordde Hem telkens met toenemende bezorgdheid van wel. Na elk antwoord van Petrus, vroeg Jezus hem zijn schapen te hoeden. (Zie Johannes 21:15–17.)
Waarom vroeg de Heiland Petrus drie keer of hij Hem liefhad? Jezus had hem al eens geroepen om Hem te volgen. Petrus had toen meteen gereageerd en het vissen opgegeven. Maar toen Jezus weg was, rouwde Petrus. Hij was verdwaald. Hij keerde terug naar het enige dat hij kende: de visvangst. Jezus wilde dat Petrus Hem deze keer echt hoorde en de ernst van zijn oproep inzag. Petrus moest begrijpen wat het inhield om een discipel of volgeling van de herrezen Christus te zijn, ook al was Hij niet meer bij hen.
Wat verwachtte de Heer van Petrus? Dat hij zijn schapen, zijn lammeren hoedde. Dat werk moest hij verrichten. Petrus gaf gehoor aan de vriendelijke, directe oproep van zijn Meester. De senior apostel wijdde de rest van zijn leven moedig en onverschrokken aan de bediening waartoe hij was geroepen.
Begin met een gebed
Er is nu ook een senior-apostel op aarde. President Nelson roept u en mij op om Jezus’ schapen te hoeden. Ondanks alle afleidingen en bijzaken die om onze aandacht schreeuwen, is het onze taak aan deze oproep gehoor te geven en te handelen – om echt iets te doen, iets voor iemand te betekenen en te veranderen.
Misschien vraagt u zich af hoe u met uw bediening moet beginnen.
Begin met een gebed. President Nelson heeft ons aangespoord ‘om [onze] huidige geestelijke grenzen om persoonlijke openbaring te ontvangen te verleggen.’3 Vraag uw Vader in de hemel wat u kunt doen en voor wie. Geef gehoor aan de ingevingen die u ontvangt, ook al lijken ze u onbelangrijk. Geef er gehoor aan. Elke kleine vriendelijke daad zorgt ervoor dat we aan anderen denken en brengt zegeningen voort. Het kan een leuk sms’je zijn aan iemand die er geen verwacht. Het kan een bloem, wat koekjes of een vriendelijk woord zijn. Het kan ook zijn: iemands tuin onder handen nemen, de was doen, een auto wassen, gras maaien, sneeuw ruimen, of een luisterend oor bieden.
Zuster Bingham, algemeen ZHV-presidente, heeft gezegd: ‘Soms denken we dat alleen grootse en heldhaftige daden “tellen” als dienstbetoon. Eenvoudige daden kunnen echter een diepgaand effect op anderen – en op onszelf – hebben.’4
Misschien vindt u het moeilijk om de eerste stap te zetten omdat u zeker weet dat u geen tijd hebt of toch niets kunt betekenen. Maar u zult versteld staan van wat iets kleins teweeg kan brengen. President Nelson biedt ons een hoger en heiliger patroon van dienstverlening. Geven we gehoor aan zijn oproep, dan ontdekken we hoeveel voldoening, vrijheid en rust dat ons geeft, en dat we anderen kunnen troosten en helpen om te veranderen.
Soms, bijvoorbeeld als we een zending vervuld hebben, kunnen we in de verleiding komen om te zeggen: ‘Gelukt. Laat nu een ander dienen. Ik ga even op mijn lauweren rusten.’ Maar ware bediening kent geen rust. Het is een manier van leven. We kunnen vakantie of een pauze van onze werkzaamheden nemen om te rusten en ons te herbronnen. Maar we nemen geen pauze van onze taak om de schapen van de Heer te hoeden en van elkaar te houden zoals Hij van ons hield.
Bediening in de wereldwijde kerk
Foto van dokter en patiënt die elkaar omhelzen, Wendy Gibbs Keeler
Ik ben erg trots dat ik lid ben van een kerk die het beginsel van bediening toepast. Onze leden hebben alleen al in 2017 ruim zeven miljoen uur gewijd aan het telen, oogsten en verdelen van voedsel voor de armen en behoeftigen. De kerk voorzag een half miljoen mensen van schoon drinkwater. 49.000 mensen in 41 landen ontvingen een rolstoel. Vrijwilligers boden in 40 landen oogheelkundige zorg en brillen, en leidden 97.000 oogheelkundige zorgverleners op. 33.000 zorgverleners werden in 38 landen in de zorg voor moeders en pasgeborenen opgeleid. En dan hebben we het nog niet over Helpende Handen gehad, waarbij honderdduizenden kerkleden de afgelopen jaren miljoenen uren werkzaam geweest zijn. Leden van De Kerk van Jezus Christus helpen mensen die lijden onder allerhande rampen, en knappen hun buurt en gemeenschap op.
JustServe, een nieuw initiatief van de kerk, heeft lijsten met gelegenheden voor dienstbetoon. Het heeft al ruim 350.000 geregistreerde vrijwilligers die gedurende miljoenen uren in hun plaatselijke gemeenschap geholpen hebben.5
Dit is een kerk van actie. Dit is wat we doen. Dat is wat u doet. Laat dit een kenmerk zijn van wie u bent.
Drie soorten dienstverlening
Ik wil graag drie soorten dienstverlening toelichten waaraan ieder van ons kan deelnemen.
1. De dienstverlening die in de kerk als taak van ons gevraagd wordt. We streven een bediening na die gekoesterd, maar niet geregistreerd wordt. Daarbij denken we aan de ons toegewezen gezinnen, bidden voor hen en helpen hen.
2. De dienstverlening waarvoor we zelf kiezen. Dit is een uitbreiding van de eerste soort en maakt deel uit van onze dagelijkse bezigheden en interacties, als we er bewust naar streven om onszelf weg te cijferen en aan anderen te denken. Hierbij hoort geen formele toewijzing; onze motivatie is het voorbeeld van Christus. We beginnen met meer vriendelijkheid en attentheid voor de mensen om ons heen.
3. Publieke dienstverlening. Raak zo mogelijk betrokken bij de politiek met de bedoeling om personen en gemeenschappen op te bouwen. Mijd de politieke stamcultuur die in gemeenschappen, landen en werelddelen zo gepolariseerd, fanatiek en destructief geworden is. Sluit u aan bij andere politici die zich, in hun invloedssfeer en daarbuiten, rond gemeenschappelijke doelen scharen om mensen in nood te helpen. U kunt op allerlei maatschappelijke vlakken oproepen tot evenwicht, redelijkheid en eerlijkheid. Uw bijdrage is in dit soort maatschappelijk engagement steeds nadrukkelijker nodig.
We kunnen onze eigen wereld veranderen
Als we het nieuws lezen, hebben we soms het gevoel dat de wereld steeds verder wegzakt. Door dagelijks kleine en grote daden te verrichten, kunnen we onze eigen wereld en die van de mensen om ons heen veranderen. Als u uw naasten dient en samen met uw naasten uw gemeenschap dient, zult u vriendschap sluiten met mensen die ook willen helpen. Dat zullen sterke vriendschappen zijn die een brug slaan tussen culturen en geloofsovertuigingen.
Als u gehoor geeft aan de oproep om naar het voorbeeld van Jezus te bedienen, ondergaat u een verandering. Dan wordt u steeds onzelfzuchtiger. U ervaart de vreugde die uit bedienen naar het voorbeeld van de Heiland voortvloeit, en laat uw zorgen, onzekerheden en neerslachtigheid vanwege uw tekorten los.
Misschien is er een persoon of idee in u opgekomen. Dat is waarschijnlijk een aansporing van de Geest, en misschien hebt u die al eens eerder ontvangen. Steek iemand de helpende hand toe en bouw hem of haar op. Kies ervoor om aan die aansporing gehoor te geven en vandaag nog te bidden om te weten wat u kunt doen. Als u inziet welke zegeningen u en de mensen die u bedient daardoor ontvangen, zult u hier een dagelijks patroon van willen maken.
Ons hoogste en beste werk is om al Gods kinderen in het licht, de hoop, de vreugde en de bedoeling van het evangelie van Jezus Christus te laten delen en hen naar hun hemelse thuis leiden. We handelen volgens het evangelie door hen te helpen, dienen en bedienen. Als dat onze levenswijze wordt, ontdekken we dat die ons voldoening schenkt. Op die manier vinden we de vrede en vreugde die we misschien kwijtgeraakt zijn.
Zo leefde de Heiland en daarvoor leefde Hij – om ons door zijn grote, oneindige zoenoffer van de perfecte balsem en de ultieme genezing te voorzien. Mogen we de levende Christus steeds bereidwilliger en doeltreffender volgen, doordat we ernaar streven om zijn ware discipelen te worden door naar zijn voorbeeld te bedienen.