Wij zijn getuigen: de twaalf apostelen vandaag
Hedendaagse apostelen vertellen over hun heilige roeping.
Sedert De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen 189 jaar geleden werd opgericht, zijn 102 mannen geroepen om te dienen als lid van het Quorum der Twaalf Apostelen. Hoewel de Heer in de loop der jaren veel aan de kerk heeft veranderd, zijn de kerntaken van een apostel dezelfde gebleven.
In zijn kantoor bij Temple Square sprak president M. Russell Ballard, waarnemend president van het Quorum der Twaalf Apostelen, over de geestelijke opdracht van de apostelen om wereldwijd van de Heiland getuigen. Hij vertelde ook over hun speciale band met zendelingen, en over het verkeerde beeld dat mensen vaak van ‘een apostel, ziener en openbaarder’ hebben. Toen ik president Ballard vroeg of hij het een goed idee vond als ik voor dit artikel met andere leden van het Quorum der Twaalf Apostelen zou praten, antwoordde hij meteen: ‘Ja. Met allemaal.’
Goed afgestemd
De hedendaagse apostelen krijgen met ernstige problemen te maken. Zij behartigen het welzijn van wijken over de hele wereld, waar mensen kampen met politieke onrust, het verval van het gezin, meedogenloze druk van sociale media en economische onzekerheid. Het is belangrijk dat de apostelen de problemen en omstandigheden van de leden begrijpen.
Als kerkleiders moeten de apostelen de mensen en hun omstandigheden leren kennen om hen beter te kunnen dienen.
‘We moeten weten wat er in het leven van mensen omgaat’, zegt ouderling Ulisses Soares. ‘De apostelen moeten voortdurend bijleren, vragen stellen, en inspiratie en openbaring ontvangen.’
Het is belangrijk om op de hoogte te blijven van wat de leden meemaken, maar het is nog belangrijker dat de apostelen nauwkeurig naar de leidende stem van de Heer luisteren en zijn wil doen, aldus president Ballard. ‘Dit is de kerk van de Heer, en het is van het grootste belang dat we weten hoe Hij wil dat we zijn koninkrijk op aarde aansturen’, zegt president Ballard.
Bijzondere getuigen
Hoe meer de apostelen over hun roeping praten, hoe duidelijker het wordt dat administratie niet hun grootste bekommernis is. Hun belangrijkste verantwoordelijkheid is nog steeds precies dezelfde als voorheen: ze zijn ‘bijzondere getuigen van de naam van Christus in de gehele wereld’ (Leer en Verbonden 107:23).
De laatste instructie van de Heiland aan zijn apostelen (zie Mattheüs 28:19–20) was: ‘Ga heen, onderwijs, getuig, doop, sticht en versterk zijn kerk’, aldus president Ballard.
De opdracht van de huidige apostelen is niet anders. ‘Wij zijn in de eerste plaats, de hele tijd, getuigen dat de Heer Jezus Christus werkelijk bestaat’, zegt ouderling David A. Bednar. ‘Wij zijn geen bureaucraten. Wij zijn dienaars in het evangelie van Jezus Christus.’
Apostelen hebben de taak ‘als reizende getuigen’ ‘overal ter wereld’ heen te gaan, aldus ouderling Jeffrey R. Holland. ‘We willen dat zelfs de gemeente die het verst weg op de kaart ligt, voelt dat zij een hechte band met de profeet van de Heer heeft.’ ‘Er wordt vaak gezegd: “Door de kerk is de wereld klein.” Wij hopen dat dit met betrekking tot het contact met apostelen altijd zo zal blijven.’
Iedere ring bereiken
Ouderling Quentin L. Cook legt uit dat er geen vier jaar voorbijgaan zonder dat elke ring en wijk, elk district en elke gemeente van de kerk door een lid van de Twaalf wordt bezocht. Dat lid vergadert dan met de plaatselijke leiders en geeft ze instructies over profetische prioriteiten.
‘Leiderschapsconferenties bieden ons de gelegenheid om onder leiding van het Eerste Presidium gehoor te geven aan het leerstellige mandaat om ‘de kerk op te bouwen en al haar aangelegenheden onder alle natiën te regelen’ (zie Leer en Verbonden 107:34)’, zegt hij.
Dankzij deze rijke en uiterst leerzame ervaringen met leden van het Quorum der Twaalf Apostelen kunnen plaatselijke leiders meer gerichte beslissingen nemen om hun leden in moeilijke tijden aan te moedigen en te steunen’, aldus ouderling Bednar.
‘Overal waar we gaan, voelen we de goedheid van de leden’, zegt ouderling Gerrit W. Gong. ‘We komen te weten wat ze meemaken en ontwikkelen meer begrip door als quorum te bespreken wat er in de wereld en met verschillende groepen in de kerk gebeurt.’
Door leiderschapsconferenties bij te wonen ‘hebben we het voorrecht om fantastische, lieve mensen te ontmoeten’, aldus ouderling Cook. ‘We bezoeken ze thuis, en we hebben de kans om ze te dienen. […] De heiligen dienen, dat raakt ons het diepst. We worden door de Heilige Geest en de Heiland geleid, en we gebruiken kennis die we uit ervaring hebben opgedaan, en soms zijn die ervaringen te heilig om over te praten’, zegt hij.
Die ene dienen
President Ballard dient al 43 jaar als algemeen autoriteit, waarvan meer dan 30 jaar in het Quorum der Twaalf Apostelen. Uit hoofde van zijn roeping heeft hij bijna alle landen ter wereld bezocht en heeft hij ontelbare leden en zendelingen persoonlijk kunnen dienen. Miljoenen mensen hebben naar zijn toespraken tijdens algemene conferenties en devotionals geluisterd. Maar hoewel hij een wereldwijde verantwoordelijkheid heeft, kan hij dankzij de Heilige Geest voeling hebben met personen en ze afzonderlijk tot zegen zijn. Hij legt uit dat deze schijnbare paradox de manier is waarop de Heiland werkt. ‘Ik krijg soms brieven van mensen die zeggen: “Ik zat in een bijeenkomst, en u zei iets wat mijn leven heeft veranderd.” Dat is de macht van de Heilige Geest. De Heer bestuurt zijn kerk tot in de kleinste details.’
Ouderling Bednar zegt: ‘De bediening van apostelen wordt gekenmerkt door “ontelbare fijne, eenvoudige ervaringen met kerkleden over de hele wereld”. ‘De Heer stuurt een lid van het Quorum der Twaalf naar een bepaalde plek op een bepaald moment, en daar maken we kennis met trouwe heiligen der laatste dagen en anderen die het moeilijk hebben, of die behoefte hebben aan troost en bemoediging. God bewerkstelligt die ontmoetingen’, aldus ouderling Bednar.
Ouderling Ronald A. Rasband zegt dat hij na zijn roeping als apostel besefte dat hij na elke activiteit meer tijd moest incalculeren om met kerkleden en anderen te praten. ‘Het heeft niets met mij te maken. Het heeft te maken met de eerbied en het respect dat de leden van de kerk voor het ambt van de apostel hebben.’
Ouderling Rasband vertelt dat hij bij zijn ordening tot apostel de volgende instructie kreeg: ‘Wij roepen u als bijzondere getuige van de naam van Christus in de hele wereld […] altijd en onder alle omstandigheden’. Die woorden kwamen letterlijk in zijn ordening voor: ‘altijd en onder alle omstandigheden’.
Een belangrijke band
De apostelen hebben een heilige band met de meer dan 70.000 voltijdzendelingen van de kerk. Ze zijn zelfs van elkaar afhankelijk.
Het woord apostel komt uit het Grieks en betekent ‘iemand die uitgezonden is’, legt ouderling Dale G. Renlund uit. Denk maar aan de belangrijke opdracht van de Heer aan zijn oorspronkelijke apostelen: ‘Ga heen in heel de wereld, predik het Evangelie aan alle schepselen. Wie geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn, zal zalig worden’ (Markus 16:15–16).
De Twaalf geven gehoor aan dat gebod door ‘zich rechtschapen in te zetten’ voor het zendingswerk en de boodschap van het evangelie te verkondigen, aldus president Ballard.
Net als Paulus van weleer bidden de hedendaagse apostelen om te weten welke zendingstaken ze aan anderen kunnen delegeren. En net als apostelen worden zendelingen naar plekken over de hele wereld gestuurd om het evangelie van Christus te prediken. ‘De Twaalf gebruiken de sleutels die ze bezitten om hen aan zendingsgebieden toe te wijzen’, vertelt ouderling Bednar. ‘Wij zijn dus degenen die hen uitsturen.’
De Heer blijft de touwtjes van het zendingswerk in handen houden. Hij verleent zijn levende apostelen, die om de beurt in de Leidinggevende raad voor het zendingswerk zetelen, het gezag om zijn wil aan de voltijdzendelingen in het veld duidelijk te maken. Die administratieve taken hebben wel wat meer om het lijf dan alleen maar ‘de boel draaiende houden’, aldus ouderling Bednar. De apostelen bezitten de priesterschapssleutels voor de vergadering van Israël. ‘Wij zorgen voor een geestelijk overzicht en leiding zodat het werk wordt uitgevoerd zoals de Heer dat wil’, zegt hij.
Ouderling Dieter F. Uchtdorf zit de Leidinggevende raad voor het zendingswerk van de kerk voor. Op zijn bureau staat een bronzen beeldje van twee zendelingen die keihard fietsen, wellicht om niet te laat op een afspraak te komen. Telkens als hij naar dat beeldje kijkt, wordt hij getroffen door de onverbrekelijke band tussen de apostelen en de zendelingen. ‘Ieder van de 70.000 zendelingen verleent een heilige dienst, en is door middel van een brief van de profeet van God door de Heer geroepen om een afgezant van de Heiland te zijn. Zij zijn het verlengde van de Twaalf.’
‘Als we ook maar even tijd hebben, gaan we met ze praten’, zegt president Ballard. ‘We beantwoorden hun vragen. We proberen ze te helpen zodat ze kinderen van onze hemelse Vader kunnen vinden, onderwijzen, dopen en steunen.’
Beide groepen werken samen om de blijde boodschap van het evangelie over de hele wereld uit te dragen. ‘We beschouwen de voltijdzendelingen als onze collega’s’, zegt ouderling D. Todd Christofferson.
Misvattingen
Hoewel sommige buitenstaanders denken dat de kerk wordt gerund als een bedrijf, zijn apostelen ‘geen businessmanagers, verre van dat’, aldus ouderling Gary E. Stevenson. ‘De taak van een apostel van de Heer Jezus Christus is werkelijk van een dienende, herderlijke aard.’ Onze rol als getuige van Jezus Christus voor de wereld ‘bepaalt wat we moeten doen en wie we zijn’.
Ouderling Neil L. Andersen zegt dat er in het Quorum der Twaalf Apostelen geen fracties of machtscentra zijn. Er wordt niet gelobbyd. ‘We verschillen van mening’, maar ‘er staat nooit een ego in de weg’.
De Heer zet een groep mensen uit verschillende beroepen en van verschillende pluimage bij elkaar, aldus ouderling Andersen. Maar ‘ze hebben hetzelfde getuigenis van de Heiland en zijn allen nederig. Ze streven niet naar status. Ze willen niet per se de slimste zijn. Daar kan de Heer iets mee doen. Ik heb nog nooit iemand [van de Twaalf] kwaad zien worden, en er is nog nooit iemand beledigd.’
Nederigheid is volgens ouderling Uchtdorf het kenmerk bij uitstek van apostelen. Dankzij hun roeping worden ze op vrijwel al hun reizen herkend, ‘maar we weten dat het niet om ons gaat; het gaat om Hem. We zijn afgezanten van Hem. […] Het gaat om zijn grootheid.’
Wij worden allen geroepen om te dienen
Na de dood en opstanding van de Heiland onderwees Hij zijn discipelen veertig dagen lang, waarna Hij ten hemel is opgevaren. Door het verraad en de dood van Judas Iskariot was er een leemte ontstaan in het Quorum der Twaalf Apostelen. De leden van het quorum kwamen bijeen en vroegen de Heer om raad.
Twee mannen, Barsabas en Matthias, werden voorgesteld, en de apostelen baden tot de Heer: ‘wijs van deze twee er een aan, die U uitgekozen hebt, […] en het lot viel op Matthias’ (zie Handelingen 1:23–26).
Nu geldt hetzelfde als toen: ‘als apostel worden geroepen is geen prestatie of roemrijke daad’, legt ouderling Renlund uit. ‘Het is geen roeping die je kunt verdienen. In Handelingen hoofdstuk 1 werd Matthias door God gekozen boven Barsabas. God heeft niet gezegd waarom. Maar we moeten beseffen dat Barsabas een even groot getuigenis van de Heiland en zijn opstanding had als Matthias.’
Hij legt uit dat God de keuze had gemaakt. ‘Als Barsabas zijn roeping vervulde, zou zijn beloning hetzelfde als die van Matthias zijn, vooropgesteld dat hij zijn roeping grootmaakte.’
Net zoals Barsabas’ getuigenis gelijkwaardig aan Matthias’ getuigenis was, mag en kan ieder kerklid ‘een apostolische band met de Heer ontwikkelen’, zegt president Ballard.
De Heer en de kerk dienen is ‘een voorrecht en een zegen. Het is een eer’, aldus ouderling Uchtdorf. ‘De Heer toont zijn liefde voor ons, en wij kunnen de Heer onze liefde tonen door te doen wat Hij van ons vraagt.’
Een heilige ervaring
Ouderling Andersen vertelt dat deel uitmaken van een reizende hoge raad een heilige ervaring is. ‘Als wij ons getuigenis geven, dringt dat getuigenis, mede door onze ordening, tot in het hart van de mensen door.’
Ouderling Christofferson zegt dat hij zich bij het begin van zijn bediening als apostel overweldigd voelde door verwachtingen die hij zichzelf oplegde. Maar toen ontving hij van de Heer een eenvoudige boodschap: ‘Denk niet aan jezelf en aan wat mensen van jou vinden, of ze onder de indruk of teleurgesteld zijn of wat dan ook. Concentreer je alleen op wat Ik hun door jou wil geven. Concentreer je op wat Ik hun door jou wil vertellen.’
Toen ouderling Christofferson jaren geleden op bezoek was in Mérida (Venezuela), kreeg een 7-jarig jongetje hem door het raam in de gaten. Het jongetje begon te roepen: ‘El Apostol, el Apostol!’ (‘De apostel, de apostel!’).
‘Dat is een eenvoudig voorbeeld, maar het geeft aan hoeveel waardering zelfs kinderen voor de roeping hebben’, zegt hij. ‘Het gaat niet om de mens achter de roeping. Die jongen had waardering gekregen voor de roeping en waar ze voor staat.’