2021
Huis en haard gedwongen verlaten: christelijke bediening aan ontheemden
Juni 2021


Huis en haard gedwongen verlaten: christelijke bediening aan ontheemden

Ontheemde mensen hebben meer nodig dan middelen – ze hebben zinvolle relaties en bediening nodig.

Afbeelding
girl in a hut

Boven: foto, Getty Images; overige foto’s, Marc Marriott

Je huis moeten ontvluchten, is misschien wel het meest traumatiserende wat iemand kan meemaken. Toenemend geweld, economische moeilijkheden en politieke onrust kunnen gezinnen ertoe dwingen om huis en haard op stel en sprong te verlaten zonder gekoesterde bezittingen en eerste benodigdheden mee te kunnen nemen. Tijdens de gevaarlijke reis van honderden kilometers naar veiligere oorden raken gezinsleden elkaar vaak kwijt. Kinderen zien of maken geregeld extreme voedseltekorten en lichamelijk letsel mee. Deze mensen kunnen alleen maar hopen dat hun zware tocht op een veilige plek eindigt.

In de afgelopen tien jaar moesten ten minste 100 miljoen mensen hun huis ontvluchten en ergens in binnen- of buitenland een veilig onderkomen zoeken.1 Die ontnuchterende cijfers wijzen erop dat het lot van ontheemde mensen een groot probleem is. In navolging van de Heiland kunnen wij mensen in nood op persoonlijke manieren bedienen.

Afbeelding
family in a refugee camp

Een Syrisch gezin krijgt hulp in Libanon. Door de oorlog in Syrië zijn 11 miljoen Syriërs dakloos. De Heiland was ooit zelf vluchteling en trekt Zich het lot van wie die beproeving ondervinden zeer aan.

Onze gedeelde geschiedenis erkennen

Ontheemde mensen zouden voor heiligen der laatste dagen meer dan een nieuwsitem moeten zijn. We dienen ze als onze naasten te beschouwen (zie Mattheüs 22:39) met wie wij, en de Heiland zelf, een geschiedenis delen. ‘Hun verhaal was ons verhaal, nog niet zo lang geleden’, heeft ouderling Patrick Kearon van het Presidium der Zeventig gezegd.2

We hoeven niet ver terug te gaan voor een tijd waarin heiligen der laatste dagen met geweld van hun huizen en middelen van bestaan werden verdreven. We zien dan ook hoe sommige nieuwe naasten ze op hun reis hebben opgevangen. Toen de heiligen uit de staat Missouri werden verdreven, namen hulpvaardige inwoners van Quincy (Illinois) ze op. Die mensen waren een voorbeeld van christelijk dienstbetoon en ‘bespaarden heiligen der laatste dagen meer slachtoffers dan er wellicht anders geweest zouden zijn’.3

De Heiland was tijdens zijn aardse leven ook enige tijd vluchteling. Brett Macdonald van Latter-day Saint Charities heeft over zijn bezoeken aan vluchtelingenkampen over de hele wereld gezegd: ‘Jezus en zijn ouders waren een tijdje vluchtelingen in het noorden van Afrika. Je merkt zijn invloed en intense interesse in het leven van hen die lijden.’4

Afbeelding
a woman comforts another woman and her child

Een vrijwilligster van Latter-day Saint Charities bezoekt een vluchtelingenkamp in Jordanië. Hulpverleners volgen beginselen van een humanitaire gedragscode, die in onze bediening aan vluchtelingen en andere ontheemde mensen ook als richtsnoer kan dienen.

Een hedendaagse humanitaire gedragscode volgen

We hebben tegenwoordig mogelijkheden om dezelfde hulp te bieden die kerkleden uit de negentiende eeuw eens van hun naasten ontvingen. Maar onze huidige ontheemde broeders en zusters hebben meer nodig dan middelen of geld – ze hebben behoefte aan betekenisvolle relaties en christelijke bediening.

Veel humanitaire organisaties, waaronder Latter-day Saint Charities, volgen een humanitaire ethische code die ons in onze bediening aan ontheemde mensen kan helpen. De code is op humanitair werk in brede zin van toepassing, maar met de onderliggende evangeliebeginselen zijn we doeltreffender in staat om gehoor te geven aan de volgende oproep: ‘Kom de zwakken te hulp, verhef de handen die slap neerhangen en sterk de knikkende knieën’ (Leer en Verbonden 81:5).

Afbeelding
one woman giving another a quilt

Als we relaties met anderen opbouwen, ontdekken we vaak zinvolle manieren voor onze bediening. Links: een kerklid geeft een vluchtelingmoeder een speciale quilt die haar geadopteerde zoon toebehoorde. Onder: we kunnen vluchtelingen wegwijs maken in de plaatselijke cultuur, zoals voedsel bereiden waarmee ze nog niet bekend zijn.

Het humanitaire beginsel

Het humanitaire beginsel leert ons dat we in onze bediening ieder individu als kind van God moeten beschouwen. Dat klinkt eenvoudig genoeg, maar het wordt in de praktijk vaak moeilijker wanneer mensen anders ogen, doen, praten of geloven dan wij.

U ziet het goddelijke in ieder individu eerder als u zich afvraagt: als deze persoon familie of een dierbare van me was, wat zou ik dan van hem of haar vinden?

Die vraag werd heel persoonlijk voor een vrouw in de kerk toen haar ZHV een babyshower hield voor een moeder in hun gemeenschap die vluchteling was.

Haar ZHV-presidium nam contact op met een plaatselijk hervestigingsbureau voor vluchtelingen om een moeder te vinden die ze konden helpen. Toen ze met een moeder en haar gezin in contact werden gebracht, ging het presidium bij hen op bezoek met de vraag welke hulp het beste paste. (Het humanitaire beginsel houdt onder meer in dat we de keuzevrijheid van een vluchteling respecteren door te vragen wat voor hulp gewenst is en dan oprecht te luisteren.)

De ZHV-presidente stelde een babyshower voor. Ze legde het uit als een manier om een geboorte te vieren en nuttige cadeaus voor moeder en kind te geven. Het vluchtelingengezin vond het een toepasselijk idee.

De wijk begon de plannen voor de babyshower uit te werken. Een zuster merkte dat ze erg kon meeleven met mensen die naar een nieuw thuis moeten komen nadat ze zelf een baby uit Guatemala had geadopteerd. Gedurende de lange adoptieprocedure had deze zuster een quilt voor haar nieuwe baby gemaakt. Toen ze de ervaring van haar eigen geadopteerde zoon met deze nieuwe vluchtelingbaby vergeleek, wilde ze een band met het gezin creëren door ze de quilt te geven die ze gemaakt had.

Deze vrouw lichtte haar verbondenheid met de vluchtelingmoeder op de babyshower toe. Ze beschreef hoe haar zoontje ook naar een nieuw thuis moest komen en hoe fijn ze het hadden gevonden om hem bij aankomst in de quilt te wikkelen. De vrouw gaf de moeder de quilt en zei: ‘Ik hoop dat je nieuwe baby die ook fijn vindt.’

Het onpartijdigheidsbeginsel

President Russell M. Nelson heeft gezegd:

‘God heeft het ene ras niet meer lief dan het andere. […] Hij nodigt allen uit om tot Hem te komen, “zwarte en blanke, geknechte en vrije, man en vrouw” [2 Nephi 26:33].

‘Ik roep vandaag onze leden overal op om het goede voorbeeld te geven en zich te ontdoen van elke houding of handeling die door vooroordeel wordt ingegeven.’5

President Nelsons woorden verduidelijken het onpartijdigheidsbeginsel. In onze bediening mogen we geen onderscheid maken op grond van nationaliteit, ras, geslacht, geloof, status of politieke mening. We dienen anderen, ook als ze anders zijn dan wij.

We zien een voorbeeld van onpartijdigheid in Christus’ gelijkenis van de barmhartige Samaritaan in Lukas 10. De Samaritaan, in cultureel opzicht een verschoppeling onder de Joden, aarzelde niet om iemand met een andere achtergrond te helpen. Hij dacht zelfs aan de toekomst van de gewonde man en deed al wat hij kon voor diens herstel.

Na die gelijkenis legde Christus zijn discipelen uit dat de barmhartige Samaritaan met zijn daden als naaste voor de gewonde man had gehandeld. Jezus zei vervolgens: ‘Ga heen en doet u evenzo’ (Lukas 10:37).

Afbeelding
a group of women baking

Photograph by Nicole Johansen

Het onafhankelijkheidsbeginsel

Onafhankelijkheid in het bieden van humanitaire hulp betekent dat we zonder bijbedoelingen dienen. We moedigen met onze hulp juist onafhankelijkheid en zelfredzaamheid aan. We helpen ontheemde mensen bijvoorbeeld op weg om hun vaardigheden in hun nieuwe gemeenschap in te zetten. Of we helpen ze vaardigheden te ontwikkelen, zoals een nieuwe taal spreken of volgens plaatselijke culturele normen met anderen omgaan. Als mensen onafhankelijker worden, hebben ze meer controle over hun beslissingen en zijn ze de samenleving met hun eigen vaardigheden beter van nut.

Nicole, een lid uit de Verenigde Staten, vroeg enkele vluchtelingen in haar omgeving wat ze wilden leren om onafhankelijker in de gemeenschap te zijn. Ze gaven aan dat ze Amerikaanse gerechten wilden leren maken. Nicole organiseerde met andere zusters in de wijk een activiteit om de vluchtelingen te leren hoe ze zelf brood en broodjes konden bakken. Ze kregen ook het materiaal mee om thuis aan de slag te gaan. Door de vluchtelingen te leren hoe ze zelf iets konden bereiden, hielp Nicole ze onafhankelijker te zijn in de aanpassing naar nieuwe manieren van koken.6

We bevorderen onafhankelijkheid ook als we mensen in nood elkaar laten helpen. We kunnen altijd steun bieden, maar als mensen in nood het initiatief nemen om zichzelf en anderen te helpen, kweken ze een band met wie ze samenwerken. Zo bouwen ze hun gemeenschap op en steunen ze elkaar.

Bediening naar het voorbeeld van de Heiland

Presiderende bisschop Gérald Caussé heeft gezegd: ‘We leven allemaal op deze prachtige aarde en hebben de heilige plicht om voor al Gods kinderen te zorgen […], wie of waar ze ook zijn.’7 Het waardevolste dienstbetoon doet zich vaak voor als we ons persoonlijk om de mensen in onze gemeenschap bekommeren.

Een lid dat de zegeningen van een persoonlijke band met vluchtelingen heeft ondervonden, heeft gezegd: ‘Gewoon bereid zijn om contact met mensen aan te gaan, ze te helpen en ze lief te hebben, kan heel veel betekenen. En wanneer je een gezin beter leert kennen, besef je dat iedereen een eigen verhaal heeft.’8 Als we de verhalen van anderen horen, zien we ze eerder als kinderen van God en is onze bediening meer naar het voorbeeld van de Heiland.

Noten

  1. VN-Vluchtelingenorganisatie (UNHCR), 1 procent van alle mensen wereldwijd is op de vlucht: UNHCR Global Trends Rapport, 18 juni 2020, unhcr.org/nl.

  2. Patrick Kearon, ‘Toevlucht voor de storm’, Liahona, mei 2016, 111.

  3. Jeffrey R. Holland, ‘The Mormon Refugee Experience’ (transcript), 12 september 2016, newsroom.ChurchofJesusChrist.org.

  4. E-mailcorrespondentie met Brett Macdonald, 10 september 2020.

  5. Russell M. Nelson, ‘Laat God zegevieren’, Liahona, november 2020, 94.

  6. Zie Nicole Johansen, ‘Baking Class for Congolese Refugees’, ChurchofJesusChrist.org.

  7. Gérald Caussé, in ‘Bishop Caussé Gives Keynote Address at UN Conference in Geneva’, 17 september 2019, newsroom.ChurchofJesusChrist.org.

  8. Zie Aubrey Eyre, ‘“Reach Out and Help” Resettled Refugees, Says Relief Society General President’ (nieuwsbericht), 21 juni 2019, ChurchofJesusChrist.org.

Afdrukken