Beginselen voor uw bediening
Bediening door het creëren van verbondenheid
Het is niet ongebruikelijk dat we bij een groep zijn, maar het gevoel hebben dat we er niet bij horen. Als dat in de kerk gebeurt, kan het bijzonder vervelend zijn voor iemand die het moeilijk heeft.
President Gordon B. Hinckley (1910–2008) heeft gezegd dat iedereen die lid van de kerk wordt, een vriend nodig heeft.1 Dienende broeders en zusters hebben de kans om ervoor te zorgen dat alle leden weten dat ze een vriend of vriendin in de wijk of gemeente hebben.
Dat geldt vooral voor leden die het gevoel hebben dat ze niet in het ‘plaatje’ passen. Degenen die het gevoel hebben er niet bij te horen, zijn bijvoorbeeld nieuwe leden, leden die pas verhuisd zijn, ongehuwden, kinderlozen, jongeren, ouderen, minderactieve en verlegen leden, of mensen die het moeilijk hebben. Maar daartoe behoren ook degenen die er anders uitzien, anders klinken, anders denken, zich anders kleden of zich anders gedragen dan de anderen in de groep. Met andere woorden, we hebben allemaal weleens het gevoel dat we er niet bij horen.
Alissia, een vrouw die het moeilijk had om zich aan te passen vanwege haar ras, zegt: ‘Anders zijn is soms moeilijk, en het is lastig om dat aan iemand te beschrijven die zoiets niet heeft meegemaakt.’ ‘Maar’, zegt ze, ‘ik heb me gezien en betrokken gevoeld door vriendelijke daden en doordat anderen mij de hand reikten. Ik voel me erbij betrokken wanneer mensen moeite doen om een echt gesprek met me te voeren, tijd voor me vrij te maken of me uit te nodigen om tijd met hen door te brengen. Het is zo’n fijn gevoel als mensen laten merken dat ze bij je willen zijn.’2
Ideeën om anderen erbij te betrekken
Wat kunnen dienende broeders en zusters doen om een omgeving te creëren waarin iedereen zich thuisvoelt?
-
Naar ze luisteren. Wij voelen dat we erbij horen als we weten dat we gehoord en gezien worden, ondanks onze onvolmaaktheden. We hoeven iemands problemen niet op te lossen – dat kunnen we vaak ook niet. Maar we kunnen oprecht en belangstellend naar mensen luisteren, terugkoppelen wat we horen om er zeker van te zijn dat we ze begrijpen, en vragen wat hen nog meer bezighoudt. Dat zijn vaardigheden van verbinding die we persoonlijk kunnen oefenen en aan anderen kunnen voordoen.
-
Voor ze bidden. We kunnen de ingeving krijgen om voor ze te bidden. Wij kunnen ook een ingeving krijgen om te vragen of we samen met ze kunnen bidden, of waarvoor we kunnen bidden.
-
Uitnodigen, voorstellen, en erbij betrekken. Nodig ze uit voor wijkactiviteiten, dienstbetoonprojecten, sociale evenementen of informele groepsactiviteiten. Neem ze zo mogelijk met u mee, stel ze aan anderen voor en betrek ze bij gesprekken door vragen aan ze te stellen. Laat degenen die pas zijn verhuisd, weten wie nog meer nieuw in de wijk zijn, want die leden zijn misschien ook op zoek naar nieuwe kennissen.
-
Evalueren. Vraag ze rechtuit hoe verbonden ze zich in de wijk voelen. Wie zijn hun kennissen? Met wie kunnen ze kennismaken? Vraag naar hun interesses, hobby’s, kinderen en zorgen, zodat u alert kunt zijn op mogelijkheden om hen voor te stellen aan anderen met wie zij iets gemeen hebben, of die hun vaardigheden nodig hebben.
-
Sterke punten benoemen. We voelen dat we erbij horen als we weten dat we iets te bieden hebben. Benoem dingen die ze volgens u goed doen. Vraag aan iemand die hen goed kent wat hun sterke punten zijn. Als ze het niet weten, moedig ze dan aan om het te vragen. Bedenk hoe zij met hun sterke punten anderen kunnen versterken.
-
Met leidinggevenden overleggen. Laat de wijkleiders zo nodig weten wat de sterke punten en behoeften van deze leden zijn, zodat zij over de informatie beschikken die zij nodig hebben om inspiratie voor zinvolle taken en roepingen op te doen.
-
Ze in hun kracht zetten. Help ze om waardering voor hun vaardigheden te hebben door vragen te stellen als: Toen u in het verleden nieuwe vriendschappen moest sluiten, hoe hebt u dat gedaan? Als u een vriendschap met iemand wilt verdiepen, hoe zou u dat doen? Wat hebt u tot nu toe geprobeerd om met anderen in contact te komen? Wat zou u nog meer kunnen proberen?