Kom dan en volg Mij
De Kirtlandtempel: een heilig gebouw
Wat ik als jonge zendeling over de tempel heb geleerd, is me sindsdien tot zegen.
Veel zendelingen openen hun zendingsoproep met familieleden en vrienden om zich heen. Ik opende mijn oproep helemaal alleen in een aardappelveld. Ik studeerde aan Ricks College (later Brigham Young University–Idaho genoemd). We hadden toen nog geen sociale media of internet, en mijn familie woonde ver weg. Dus ik ging het veld in, bad, en opende de brief.
‘Je bent geroepen om in het zendingsgebied Cleveland (Ohio) een zending te vervullen’ las ik. Ik vond het vooral leuk dat Kirtland (Ohio) deel van het zendingsgebied uitmaakte, hoewel ik de betekenis daarvan toen nog niet begreep.
Welkom in Ohio
Mijn eerste gebied was de wijk Ashtabula, die deel van de ring Kirtland uitmaakte. Op weg naar mijn eerste gebied stopten mijn collega, ouderling Shawn Patrick Murphy, en ik bij de winkel van Newel K. Whitney in Kirtland. Tegenwoordig is daar een groot bezoekerscentrum, maar toen was het een kleine bezienswaardigheid. Ik weet nog dat ik de trap opliep naar de kamer boven de winkel waar Joseph Smith de school der profeten hield. Ik wist niet veel van de geschiedenis van dat gebouw, maar toch voelde ik iets bijzonders toen we die sobere kamer met de eenvoudige houten banken binnenkwamen.
De directeur van het centrum was een voormalig zendingspresident, president Brewer. Toen hij over dit gebouw vertelde, waar de algemene autoriteiten samen studeerden en leerden, kon ik duidelijk de Geest voelen. Ik begon in te zien wat voor belangrijke rol Kirtland in de geschiedenis van de kerk had gespeeld.
Een plek van voorbereiding
In het begin van de jaren 1830 werd Independence (Missouri, VS) als de plek van het nieuwe Jeruzalem aangewezen. De heiligen begonnen zich daar te vestigen. Maar zij werden gedwongen Missouri te verlaten vanwege meningsverschillen met andere inwoners van Missouri en verzet tegen het geloof van de heiligen. In 1834 organiseerde Joseph een groep van ongeveer 230 mannen, vrouwen en kinderen, die later het Zionskamp zou worden genoemd. Zij zouden van Ohio naar Missouri reizen om de heiligen te helpen hun land terug te krijgen dat zij legaal hadden gekocht. De reis van 1.450 kilometer leidde niet tot de teruggave van hun land, maar bereidde wel toekomstige kerkpresidenten voor, zoals Brigham Young en Wilford Woodruff, en andere leiders, onder wie apostelen en zeventigers.
Niet alleen de voorbereiding van de leiders was belangrijk – de heiligende werking van het Zionskamp bereidde een volk voor dat bereid was om offers voor de bouw van een tempel te brengen.
In Kirtland ontving de profeet openbaring na openbaring over de organisatie van de kerk, ter voorbereiding op wat hun grootste prestatie zou worden – de bouw van de tempel.1 En hun offers brachten letterlijk de zegeningen van de hemel voort.2 De heiligen waren zo arm dat ze nauwelijks in hun levensbehoeften konden voorzien. Toch wijdden zij hun tijd, talenten en bezittingen – hetzelfde verbond dat wij tegenwoordig in de tempel sluiten – aan de bouw van het huis des Heren.
De geest van de tempel
Tegenwoordig is de Kirtlandtempel eigendom van een andere kerk, de Community of Christ, die ook voor het onderhoud zorgt. Terwijl een gids van die kerk ons door het gebouw leidde en uit dagboeken citeerde van de mensen die getuige waren geweest van wonderbaarlijke gebeurtenissen bij de inwijding van de tempel, voelde ik de Geest. Bij deze gebeurtenissen zagen ze engelen, en de tempel leek in vuur en vlam te staan.3 De Geest bevestigde aan mij dat dit inderdaad een huis van God was geweest.
Ik was zeven maanden in de wijk Ashtabula werkzaam. Bijna elke voorbereidingsdag namen we degenen die we lesgaven mee naar de winkel van Newel K. Whitney om over de Kirtlandtempel te praten. Vele malen citeerden we het inspirerende verslag van de verschijning van Christus in de tempel:
‘Zijn ogen waren als een vurige vlam; het haar op zijn hoofd was zo wit als zuivere sneeuw; zijn gelaat straalde nog helderder dan de zon; en zijn stem was als het bruisen van geweldige wateren, ja, de stem van Jehova, die zei:
‘Ik ben de Eerste en de Laatste; Ik ben het, die leeft, Ik ben het, die werd gedood; Ik ben uw Voorspraak bij de Vader’ (Leer en Verbonden 110:3–4).
Naast de Heiland bezochten ook anderen de tempel: Mozes, Elias en Elia. Zij vertrouwden Joseph de sleutels toe van de vergadering van Israël, de bedeling van het evangelie van Abraham, en tempelwerk en familiegeschiedenis. (Zie Leer en Verbonden 110:10–16.)
Offers en zegeningen
Omdat deze bezoeken zo belangrijk waren, denk ik dat we soms de betekenis van andere gebeurtenissen over het hoofd zien. In het inwijdingsgebed richtte Joseph Smith zich tot de Here God van Israël, ‘die vasthoudt aan het verbond en barmhartigheid bewijst’, en smeekte hij de Heer om ‘de toewijding aan U van dit huis, het werk van onze handen, dat wij hebben gebouwd voor uw naam’ te aanvaarden (Leer en Verbonden 109:1, 78).
Toen Jezus Christus in antwoord op dat gebed verscheen, toonde Hij, als spreekbuis van God de Vader, dat Hij niet alleen zijn huis aanvaardde, maar ook de verordeningen die daar zouden worden uitgevoerd, en de verbonden die daar zouden worden gesloten. Die aanvaarding is aan elke tempel verleend die sindsdien is ingewijd, evenals aan de verbonden die in die tempels zijn gesloten en de verordeningen die er zijn voltrokken.
In het inwijdingsgebed vroeg Joseph de Heer ook specifiek om de presidiums te zegenen, evenals hun gezinnen. Tegenwoordig worden die zegeningen verleend aan ZHV-presidentes, quorumpresidenten, jongevrouwenpresidentes, ringpresidenten, zendingspresidenten enzovoort. (Zie Leer en Verbonden 109:71.) Toen vroeg Joseph aan de Heer: ‘Wees alle leden van uw kerk indachtig, o Heer, met al hun gezinsleden […] opdat uw kerk tevoorschijn zal komen uit de wildernis van duisternis, en zal stralen’ (Leer en Verbonden 109:72–73).
Joseph vroeg om specifieke zegeningen voor de presidiums en hun gezinnen, voor de leden en hun gezinnen, en voor de kerk als geheel. Wij zijn geregeld getuige van de vervulling van die zegeningen nu de kerk als een licht in de duisternis schijnt.
Drie fundamentele beginselen
De inwijding van de Kirtlandtempel illustreert volgens mij drie fundamentele beginselen:
-
We worden gezegend als we ons op de tempel voorbereiden. De heiligen moesten zich op de bouw van de Kirtlandtempel voorbereiden. Zij moesten offers brengen, zich zuiveren en een gewillig hart ontwikkelen. Wij moeten hetzelfde doen om beter voorbereid te zijn op de zegeningen die de Heer voor ons in petto heeft.
-
Wij kunnen in het huis des Heren openbaring ontvangen. De visioenen die aan Joseph Smith en Oliver Cowdery in de Kirtlandtempel werden gegeven, gaven leiding, richting en inzicht. Op persoonlijk vlak kunnen wij ook inspiratie ontvangen wanneer we naar de tempel gaan om antwoord te ontvangen.
-
De tempel kan een toevluchtsoord zijn. In een tijd van vervolging en armoede merkten de heiligen in Kirtland dat het huis des Heren een toevluchtsoord van hun vele zorgen was. Datzelfde geldt ook voor ons.
De zegeningen van de tempel
In de loop der jaren heb ik gemerkt dat wat ik als jonge zendeling in Ohio over de tempel heb geleerd, mijn gezin en mij tot zegen is. Zo kregen mijn vrouw Amy en ik een jaar nadat we getrouwd waren in de tempel het gevoel dat het tijd was om een kind te krijgen. We studeerden nog, en vanwege onze krappe financiën was ik geneigd het gevoel te negeren. Maar de Heer bereidde ons voor.
In de volgende twee jaar hadden we drie miskramen, en ik vroeg me af: ‘Waarom kreeg ik dat gevoel als we niet in staat zijn om kinderen te krijgen?’ Toen verhuisden we naar Californië, waar we een vruchtbaarheidsspecialist raadpleegden, en eindelijk kregen we ons eerste kind, Mackenzie.
Door gehoor te geven aan de inspiratie die we in de tempel hadden ontvangen, begonnen we aan een proces dat drie jaar zou duren. Als we de ingeving toen niet hadden opgevolgd, zou het waarschijnlijk nog minstens drie jaar hebben geduurd voordat we ons eerste kind kregen. We beschouwen die ervaring als een zegening van voorbereiding en openbaring.
We kregen een tweede kind, Emma, maar toen hadden we nog een miskraam, en verloren we onze zoon, Stewart. In de daaropvolgende maanden en jaren, toen we naar gemoedsrust zochten, merkten we dat de meeste symbolen in de tempel ons naar de Heiland leiden en naar de genezende balsem die alleen zijn verzoening ons kan geven.
Ik ben dankbaar voor de zegeningen van de tempel. Ik getuig tot u dat het een plek van voorbereiding, openbaring en gemoedsrust is.