Digitaal thema-artikel
Op zending mijn betovergrootvader leren kennen
Toen ik op zending was, voelde ik me dankzij een ingeving nauw verbonden met een van mijn voorouders.
Op een zondagochtend kreeg ik een e-mail van FamilySearch over mijn betovergrootvader Thomas Jefferson Thurston. Ik ontdekte dat hij begraven was in St. George (Utah, VS), waar ik als zendelinge werkzaam was. Toen ik meer in mijn stamboom rondneusde, ontdekte ik dat Thomas in 1880 op 75-jarige leeftijd naar St. George was verhuisd om dicht bij de St. Georgetempel te wonen. Ik kwam er ook achter dat Thomas een van de eerste huizen uit dennenhout in St. George had gebouwd. Ik was enthousiast en geïntrigeerd omdat dit alles nieuw voor me was; ik kende Thomas eigenlijk alleen van naam.
De volgende dag wilde ik zijn grafsteen gaan zoeken. ’s Morgens zei ik: ‘Laten we gaan wanneer we klaar zijn in het Jacob Hamblin House’ (een van de historische locaties waar ik diende). Maar even later kreeg ik de ingeving om meteen te gaan.
Omdat ik op FamilySearch.org een foto van Thomas’ grafsteen had gezien, was die verrassend makkelijk te vinden. Toen ik naast de grafsteen stond, haastte een vrouw zich naar me toe. We ontdekten bij de grafsteen van onze gezamenlijke voorouder dat we verre familieleden van elkaar waren. We omhelsden elkaar, lachten en namen foto’s. Ik had het gevoel dat de Heilige Geest mij had geleid om op het juiste moment naar de begraafplaats te gaan, voordat Susan, mijn familielid, de plek verliet.
Ik verliet de begraafplaats enthousiast en ging meteen naar de plaats waar mijn betovergrootvader volgens FamilySearch had gewoond. Daar stond zijn huis. Hij had het 140 jaar geleden gebouwd. Toen ik zijn huis zag, voelde ik verbondenheid met en liefde voor mijn betovergrootvader, gevoelens die ik niet had verwacht.
Op een gedenkplaat aan de voorkant van het perceel stond dat hij dit huis inderdaad had gebouwd. Toen ik de gedenkplaat aan het lezen was, reed de eigenaar van het huis de oprit uit. Hij stopte en ik zei dat ik een nakomeling van de bouwer van het huis was. De man bood vriendelijk aan om me een rondleiding te geven. Ik was in staat het huis van mijn betovergrootvader, die in 1805 was geboren, te zien en aan te raken.
Ik liep op de oorspronkelijke dennenhouten vloer in de woonkamer. Ik keek door de oorspronkelijke ruiten. Ik beklom de steile historische trap naar de eerste verdieping. In stilte stelde ik me voor dat mijn voorouders in dit huis aten, sliepen en over het evangelie leerden. Als ik enkele minuten later was aangekomen, zou ik het huis waar Thomas had gewoond niet hebben kunnen bezichtigen. Mijn hemelse Vader had het precies zo geregeld dat ik het huis van mijn betovergrootvader kon bezoeken en me onverwacht nauw met hem verbonden kon voelen.
Ik moest aan de woorden van ouderling David A. Bednar van het Quorum der Twaalf Apostelen denken: ‘Door onze verlangens, getrouwheid en gehoorzaamheid kunnen we zijn barmhartigheden herkennen. […] Eenieder van ons kan de tedere barmhartigheden des Heren duidelijk zien en horen die ons in deze laatste dagen sterken en helpen.’1
In iets meer dan 24 uur had ik een band met mijn betovergrootvader Thurston opgebouwd. Ik was meer over zijn gehoorzaamheid, offers en prestaties te weten gekomen. Ik had hem dankzij FamilySearch gevonden, maar de influisteringen van de Geest hebben me met mijn erfgoed verbonden. De liefde van mijn hemelse Vader heeft me gesterkt. Ik zal die liefde nooit vergeten. Ik weet dat de gebeurtenissen en details van die dag zegeningen van de Heer waren.