2022
Hoop en troost in Christus
September 2022


‘Hoop en troost in Christus’, Liahona, september 2022.

Hoop en troost in Christus

Laten we vasthouden aan de belofte dat de Heer zijn getrouwe heiligen indachtig is en beloont.

hand van Christusbeeld

We kunnen onze ultieme hoop in Jezus Christus en zijn verzoening verankeren.

Foto van hand van Christusbeeld, Scott Law

Jens en Ane Cathrine Andersen hadden een diep en blijvend getuigenis van de waarheid van het herstelde evangelie van Jezus Christus. Ondanks boze bendes en vervolging door de gemeenschap en de parochie sloten ze zich in 1861 bij De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen aan.

In de lente van het daaropvolgende jaar gaven ze gehoor aan de oproep van Zion, 8.000 kilometer bij hen vandaan in de Salt Lake Valley. In Zion vergaderen betekende dat ze hun goede leven in Denemarken moesten achterlaten – zoals hun vrienden, familieleden en een prachtige boerderij die generaties lang van vader op oudste zoon was doorgegeven. De boerderij die in Veddum, bij Aalborg, op het vruchtbare schiereiland Jutland in het noorden van Denemarken lag, was groot en productief. Er werkten tientallen mensen. De boerderij werd alom gerespecteerd en was de bron van levensonderhoud voor de familie Andersen.

Jens en Ane Cathrine deelden hun opbrengsten met hun mede-bekeerlingen, en bekostigden de emigratie van ruim 60 andere heiligen die naar Zion reisden. Op 6 april 1862 stapte de familie Andersen, met hun 18-jarige zoon, Andrew, samen met 400 andere Deense heiligen op de kleine stoomboot Albion richting Hamburg (Duitsland). Toen ze twee dagen later in Hamburg aankwamen, voegden ze zich bij meer heiligen aan boord van een groter schip om aan hun reis over de Atlantische Oceaan te beginnen.

De vreugde van de vergadering in Zion sloeg echter al gauw om in verdriet. Verschillende kinderen die op de Albion hadden gezeten, waren besmet met mazelen. De ziekte verspreidde zich snel op het schip met immigranten. 40 kinderen en een aantal volwassenen stierven en kregen een zeemansgraf. Een van hen was de 49-jarige Jens Andersen, mijn betovergrootvader.

Jens’ droom om met zijn familie en de Deense heiligen Zion te bereiken en op te bouwen, eindigde slechts tien dagen na hun vertrek uit Hamburg. Een historicus schreef: ‘Een verlosser die net als Mozes nooit zelf voet in het beloofde land heeft gezet, was Jens Andersen uit [Veddum], Aalborg, die minstens 60 van zijn metgezellen had geholpen om te emigreren; hij overleed in 1862 kort na zijn vertrek uit [Duitsland] op de Noordzee.’1

De beproeving van het sterfelijk leven

Was het offer van de familie Andersen – hun mooie boerderij achterlaten en hun lieve echtgenoot en vader kwijtraken – het waard? Ik ben ervan overtuigd dat de wereld nee zou zeggen. Maar het ontbreekt de wereld aan geloof, vooruitziendheid en het ‘eeuwige perspectief’2 dat wij dankzij het herstelde evangelie van Jezus Christus hebben.

Door dat perspectief kunnen wij ons sterfelijk leven en de vele beproevingen daarvan beter begrijpen. We worden met angst, verraad, verleiding, zonde, verlies en eenzaamheid geconfronteerd. Ziekte, rampen, depressie en dood doen onze dromen in rook opgaan. Soms lijken onze lasten zwaarder dan we kunnen dragen.

Ouderling Neil L. Andersen van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd: ‘Aangezien dit het sterfelijk leven is, krijgen we allemaal met tragedies en onverwachte lichamelijke en geestelijke beproevingen te maken, ook al zijn die voor iedereen anders.’ Hij voegde daaraan toe: ‘We zijn op zoek naar geluk. We verlangen naar gemoedsrust. We hopen op liefde. En de Heer stort zijn zegeningen overvloedig over ons uit. Maar u kunt ervan op aan dat u naast vreugde en geluk ook momenten, uren, dagen en soms zelfs jaren zult kennen waarin uw ziel doorwond is.’3

We doorstaan moedig het bittere om van het zoete te kunnen genieten (zie Leer en Verbonden 29:39). In de woorden van de profeet Jesaja worden we allemaal gelouterd – en gekozen – ‘in de smeltkroes van ellende’ (Jesaja 48:10).

De belofte van de verzoening

Christusbeeld

Foto van Christusbeeld, Alan Brent Harder

Ellende maakt deel uit van het ‘grote plan van geluk’ van de Vader (Alma 42:8, zie ook 2 Nephi 2:11). Maar in dat plan staan de troost en hoop die uit ‘de grote en heerlijke verzoening’ voortvloeien centraal.4 Met zijn verzoening kwam Jezus Christus ons te hulp. (Zie Alma 36:3.)

De Heiland ‘[is] onder alle dingen neergedaald’ (Leer en Verbonden 88:6) zodat Hij onze moeilijkheden en fouten op Zich kon nemen. Hij weet hoe Hij ons kan dienen en begrijpt perfect waar en waarom we pijn lijden.

President James E. Faust (1920–2007), tweede raadgever in het Eerste Presidium, heeft gezegd: ‘Omdat de Heiland alles heeft geleden wat wij ooit kunnen voelen of meemaken, kan Hij de zwakken helpen sterker te worden. Hij heeft het allemaal Zelf meegemaakt. Hij begrijpt onze pijn en zal zelfs in onze donkerste uren bij ons zijn.’5

Daarom kunnen we onze ultieme hoop in Hem en zijn verzoening verankeren.

President Russell M. Nelson heeft gezegd: ‘Wij leven in een pessimistische en cynische wereld – een wereld die in hoge mate geen hoop in Jezus Christus of in Gods plan voor menselijk geluk heeft. Waarom die wereldwijde twist en somberheid? De reden is duidelijk. Als er geen hoop in Christus is, is er geen erkenning van een hemels plan voor de verlossing van de mensheid. Zonder die kennis geloven mensen ten onrechte dat het bestaan van vandaag gevolgd wordt door het uitsterven van morgen, dat geluk en gezinsbanden slechts kortstondig bestaan.’6

Ik vind hoop en genezing in Jezus Christus als ik naar de tempel ga en als ik naar de woorden van hedendaagse profeten luister. Ik vind troost als ik Schriftteksten bestudeer die van Hem en zijn verzoening getuigen. Als het sterfelijk leven ‘haast onze vreê [doet] vergaan’7 wend ik mij tot wat ik ‘beschermende Schriftteksten’ noem. Dit zijn enkele van mijn favorieten:

Oude Testament

  • ‘Hij zal de dood voor altijd verslinden, de Heere Heere zal de tranen van alle gezichten afwissen’ (Jesaja 25:8).

  • ‘Voorwaar, onze ziekten heeft Híj op Zich genomen, ons leed heeft Hij gedragen. […] Hij is om onze overtredingen verwond, om onze ongerechtigheden verbrijzeld. De straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is er voor ons genezing gekomen’ (Jesaja 53:4–5).

Nieuwe Testament

  • ‘Kom naar Mij toe, allen die vermoeid en belast zijn, en Ik zal u rust geven’ (Mattheüs 11:28).

  • ‘In de wereld zult u verdrukking hebben, maar heb goede moed: Ik heb de wereld overwonnen’ (Johannes 16:33).

Boek van Mormon

  • ‘En Hij zal de dood op Zich nemen, om de banden van de dood, die zijn volk binden, los te maken; en Hij zal hun zwakheden op Zich nemen, opdat zijn binnenste met barmhartigheid zal worden vervuld, naar het vlees, opdat Hij naar het vlees zal weten hoe zijn volk te hulp te komen naargelang hun zwakheden’ (Alma 7:12).

  • ‘En waar zult u op hopen? Zie, ik zeg u dat u door de verzoening van Christus en de kracht van zijn opstanding zult hopen tot het eeuwige leven te worden opgewekt, en wel wegens uw geloof in Hem volgens de belofte’ (Moroni 7:41).

Leer en Verbonden

  • ‘Welnu, wees welgemoed en vrees niet, want Ik, de Heer, ben met u en zal u bijstaan; en u zult getuigen van Mij, ja, Jezus Christus, dat Ik de Zoon van de levende God ben, dat Ik was, dat Ik ben en dat Ik komen zal’ (Leer en Verbonden 68:6).

  • ‘Daarom, vrees zelfs de dood niet; want in deze wereld is uw vreugde niet overvloedig, maar in Mij is uw vreugde overvloedig’ (Leer en Verbonden 101:36).

Deze en veel andere verzen getuigen, in de woorden van president Boyd K. Packer (1924–2015), president van het Quorum der Twaalf Apostelen, van ‘de belofte van de verzoening van Christus’.8

De dringende oproep van een profeet

President Russell M. Nelson

Als we begrijpen welke belangrijke rol de Heiland in ons geluk nu en in de toekomende wereld speelt, begrijpen we waarom president Nelson ons dringend vraagt om van Hem het geestelijke fundament van ons leven te maken:

‘Ik verzoek u dringend om tijd voor de Heer te maken! Zorg ervoor dat uw geestelijk fundament stevig is en de tand des tijds kan trotseren, doordat u zo leeft dat de Heilige Geest altijd bij u is.’ President Nelson voegde daaraan toe dat we tijd moeten maken ‘voor de Heer in zijn heilig huis’ door in de tempel te dienen en aanbidden.9

‘Bij ieder van u die tempelverbonden heeft gesloten, pleit ik ervoor om onder gebed voortdurend naar meer begrip van de tempelverbonden en -verordeningen te streven. […]

‘Wanneer er ook maar enige opschudding in uw leven is, bevindt de veiligste plek in geestelijk opzicht zich binnen uw tempelverbonden!

‘Geloof me alstublieft als ik zeg dat u niets te vrezen hebt als uw geestelijk fundament stevig op Jezus Christus is gebouwd.’10

In zijn handpalmen gegraveerd

gezin

Andrew met zijn gezinsleden

Hoe ging het verder met Ane Cathrine en haar zoon, Andrew? Keerden ze na hun verdrietige reis van zes weken naar New York City wanhopig terug naar Denemarken? Nee. Ze steunden op hun getuigenis van de Heiland en het heilsplan, vertrouwden op God, en reisden moedig door met een trein, stoomboot en huifkarrenkonvooi. Ze bereikten op 3 september 1862 de Salt Lake Valley en sloten zich aan bij de opbouw van Zion.

Ze vestigden zich in Ephraim (Utah), waar Andrew trouwde en een gezin stichtte. Later verhuisde Andrew met zijn gezin en zijn moeder naar Lehi (Utah), waar hij een succesvolle boer, bankier en burgemeester werd. Hij vervulde een driejarige zending in zijn vaderland, zat meer dan twintig jaar in bisschappen en meer dan dertig jaar in de hoge raad of in het hogepriestersquorum. Drie van zijn zoons zijn in Denemarken en Noorwegen op zending geweest.

Met onze sterfelijke ogen kunnen we vanaf het verdrietige begin het heerlijke einde niet zien. Maar met geloof in Christus kunnen we hoopvol naar de toekomst kijken. En we kunnen vasthouden aan de belofte dat de Heer zijn getrouwe heiligen, onder wie Jens, Ane Cathrine en Andrew, gedenkt en beloont. De Heer dacht aan hen en Hij denkt aan ons. Hij heeft beloofd:

‘Ík zal u niet vergeten.

‘Zie, Ik heb u in beide handpalmen gegraveerd’ (Jesaja 49:15–16).

Noten

  1. William Mulder, Homeward to Zion: The Mormon Migration from Scandinavia (1957), 149–150. Aanvullende details van het verhaal van de familie Andersen komen uit Andrew B. Andersen, History of Andrew Rasmus Anderson, Pioneer of 1862 and Wife Nelsina M. Pederson, Pioneer of 1868, Daughters of the Utah Pioneers Biographical Collection; Jens Christensen, Rural Denmark, 1750–1980, vert. Else Buchwald Christensen (1983); Hamilton Gardner, History of Lehi: Including a Biographical Section (1913); Fern Gray, Life Sketch of Andrew R. Anderson, Daughters of the Utah Pioneers Biographical Collection; Andrew Jenson, ‘Narratives of the Emigration from the Scandinavian Mission 1852–1868’, History of the Scandinavian Mission (1979).

  2. Zie Russell M. Nelson, ‘Laat God zegevieren’, Liahona, november 2020, 93.

  3. Neil L. Andersen, ‘Verwond’, Liahona, november 2018, 84.

  4. Neal A. Maxwell, ‘Getuigen van de grote en heerlijke verzoening’, Liahona, april 2002, 12.

  5. James E. Faust, ‘Onze vurigste hoop is in de verzoening’, Liahona, januari 2002, 22.

  6. Russell M. Nelson, ‘A More Excellent Hope’, Ensign, februari 1997, 62.

  7. Wij danken U, Heer, voor profeten’, Lofzangen, nr. 17.

  8. Boyd K. Packer, ‘De stralende morgen van vergiffenis’, De Ster, januari 1996, 18.

  9. Russell M. Nelson, ‘Maak tijd voor de Heer’, Liahona, november 2021, 120, 121.

  10. Russell M. Nelson, ‘De tempel en uw geestelijke fundament’, Liahona, november 2021, 96.