Liahona
Mijn grootste schatten
Januari 2024


‘Mijn grootste schatten’, Liahona, januari 2024.

Onder heiligen der laatste dagen

Mijn grootste schatten

Door me als heilige der laatste dagen voor te doen, ben ik tot de doop geleid en tot een nieuw leven in het evangelie van Jezus Christus.

handen bereiden voedsel, met het Boek van Mormon vlakbij

Illustratie, Ben Simonsen

Mijn werk als kok was mijn leven. Ik reisde de wereld rond om in luxehotels en op cruiseschepen te koken. Ik werd lid van een team geweldige koks dat veel internationale kookwedstrijden won.

Ik was eens drie jaar weg van huis. Mijn moeder belde me vaak in tranen op en zei dat ik naar huis moest komen.

Op een dag ontmoette ik de voltijdzendelingen, op een druk metrostation in Milaan (Italië), waar ik in een hotel als kok werkte. Ze vertelden me over De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen en bespraken enkele evangeliebeginselen. Ik genoot vooral van wat ze me over het gezin vertelden.

De zendelingen gaven me een exemplaar van het Boek van Mormon en vroegen me erover te bidden. Ze gaven me ook een brochure met instructies om te bidden.

Ik keerde blij terug naar mijn hotel, ging naar mijn kamer, bad en begon te lezen. Hoe meer ik in het Boek van Mormon las, hoe meer ik wilde lezen. Helaas kon ik door mijn werk de zendelingen niet meer spreken. Toen mijn contract met het hotel afliep, keerde ik terug naar Bari, waar ik als kok in een ander hotel ging werken.

Op een dag probeerde een andere kok in het restaurant van het hotel ongepaste afspraakjes te maken met enkele serveersters. Hij was boos omdat de serveersters, die heiligen der laatste dagen waren, weigerden om met hem uit te gaan.

Toen ik aan de zendelingen dacht die ik in Milaan had ontmoet, zei ik tegen de kok dat de serveersters het recht hadden om hem af te wijzen.

‘Ben jij dan ook mormoon?’ vroeg hij.

Omdat ik de beginselen die de zendelingen me geleerd hadden waardeerde, en omdat ik me gerechtvaardigd voelde om de serveersters te verdedigen, antwoordde ik: ‘Ja.’

De volgende keer dat de kok de serveersters zag, zei hij dat ik heilige der laatste dagen was. Ze waren heel enthousiast. Toen we bij elkaar kwamen om te lunchen, stelden ze me vragen over de kerk in Milaan. Ik vertelde ze over de stad en dat ik daar de zendelingen had ontmoet. Toen onze lunch werd geserveerd, pakte ik een glas wijn.

‘Waarom drink je wijn?’ vroeg een van de serveersters.

‘Is dat een probleem?’ zei ik.

‘Ben je wel actief?’ vroeg een ander.

‘In welk opzicht?’ zei ik.

‘Hoe was je gekleed toen je werd gedoopt?’ vroegen ze.

‘Dat weet ik niet meer’, zei ik. ‘Ik was pas een maand oud.’

Ze werden erg boos omdat ze dachten dat ik de draak met ze stak. Ik verzekerde ze dat ik dat niet deed. Ik gaf toe dat ik geen lid van de kerk was, maar ik zei dat ik onder de indruk was van het Boek van Mormon en de evangeliebeginselen die ik had geleerd. Toen vroeg ik hoe ik meer over hun kerk te weten kon komen.

De serveersters stelden me al snel aan de zendelingen voor. Ze konden het bijna niet geloven toen ik me na de lessen liet dopen.

moeder en vader met twee zoons

Familiefoto met dank aan de auteur

Met mijn doop veranderde mijn leven. Ik leerde dat je niet met één been in de wereld en één been in het evangelie kunt staan. Ik leerde dat werken niet het belangrijkste in het leven is. Ik leerde dat de Heer en mijn familie op de eerste plaats komen. Uiteindelijk begreep ik het verdriet dat mijn moeder in mijn afwezigheid voelde, en ik vroeg haar mij te vergeven.

Ik reisde niet langer de wereld rond, ik trouwde in de Berntempel (Zwitserland) en we stichtten een gezin. Ik aanvaardde een baan in een plaatselijk ziekenhuis, waar ik met mijn talenten zieke mensen hielp herstellen. Nu ben ik verantwoordelijk voor de personeelszaken in het ziekenhuis. Daar ik dicht bij huis werk, kan ik tijd aan mijn gezin en mijn kerktaken besteden.

Sinds de dag dat ik twee jaar na mijn doop naar de tempel ging en mijn begiftiging ontving, houd ik van de heiligheid van de tempel en het tempelwerk. Toen mijn vader vier jaar later overleed, was ik er kapot van. Hij was mijn held. Dankzij het evangelie van Jezus Christus weet ik dat hij nog steeds leeft.

Toen ik na het plaatsvervangende werk voor mijn vader de celestiale zaal betrad, voelde ik zijn omhelzing. Op dat moment wist ik dat mijn vader het evangelie en de liefde van de Heer voor zijn kinderen had aanvaard.

Als heiligen der laatste dagen zijn we gezegend dat we het ware evangelie kennen. Ik ben dankbaar dat het mijn leven heeft veranderd. In het evangelie heb ik het ware geluk gevonden. Het evangelie en mijn familieleden zijn mijn grootste schatten.