Instituut
Les 1: Het doel van zendingswerk


1

Het doel van zendingswerk

Inleiding

In Predik mijn evangelie staat het doel van een zendeling beschreven: ‘Anderen uitnodigen om tot Christus te komen, door met uw hulp het herstelde evangelie aan te nemen, met geloof in Jezus Christus en zijn verzoening, bekering, de doop, de gave van de Heilige Geest en volharding tot het einde toe.’ (Predik mijn evangelie, 1.) Ouderling Neil L. Andersen van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd: ‘Je zending is een heilige gelegenheid om anderen tot Christus te brengen en bij te dragen aan de voorbereiding op de wederkomst van de Heiland.’ (‘De wereld op de wederkomst voorbereiden’, Liahona, mei 2011, 50.) Deze cursus kan uw cursisten erop voorbereiden om aan het heilige zendingswerk bij te dragen.

Voorbereiding

Lesideeën

Het doel van zendingswerk

Vraag de cursisten wat voor activiteiten en taken zendelingen geregeld verrichten. Zet ze op het bord. (Mogelijke antwoorden: langs de deuren gaan, studeren, lesgeven, bidden en dienen.)

Laat een cursist de tekst in het vakje ‘Uw doel’ op pagina 1 van Predik mijn evangelie voorlezen. (Aangezien dit de eerste les is, hebben veel cursisten nog geen exemplaar van Predik mijn evangelie bij zich. Daarom is het wellicht verstandig om fotokopieën van deze en andere relevante bladzijden bij u te hebben.)

Laat de cursisten vervolgens het doel vergelijken met de taken op het bord. Vraag dan:

  • In welke opzichten vergroot je kennis van het doel van zendingswerk je begrip van wat zendelingen doen? In hoeverre geeft dit doel betekenis aan de taken van zendelingen?

  • Uit welke onderdelen van deze uitspraak blijkt wat de verantwoordelijkheid van de zendeling is, en uit welke onderdelen blijkt wat de verantwoordelijkheid van de onderzoeker is?

  • In welke opzichten kun je een betere zendeling worden als je deze uitspraak als leidend beginsel gebruikt? (De uitspraak over het doel geeft richting aan het werk van de zendeling. De uitspraak motiveert zendelingen om zich minder op bepaalde taken te concentreren en meer op de vervulling van hun ware doel.)

Om de cursisten een beter begrip bij te brengen van het doel van zendingswerk, moedigt u ze aan om pagina 2 van Predik mijn evangelie op te slaan. Laat vervolgens een cursist de laatste alinea voorlezen, te beginnen met ‘Doordat u Jezus Christus vertegenwoordigt’.

Bespreek de volgende vragen klassikaal:

  • Wat moet iemand volgens deze alinea doen om bij de Heiland te komen?

  • Wat moet een zendeling volgens deze alinea doen om anderen tot Christus te brengen?

Geef iedere cursist een kopie van het uitreikblad ‘Ons zendingsdoel’. Op het uitreikblad staat een citaat uit een toespraak van ouderling D. Todd Christofferson het Quorum der Twaalf Apostelen. Deel de cursisten op in groepjes, of laat ze zelf groepjes vormen. Laat de groepjes het uitreikblad samen doorlezen en de vragen aan het eind beantwoorden.

Afbeelding
Uitreikblad Ons zendingsdoel

Als de cursisten voldoende tijd hebben gehad om het citaat van ouderling Christofferson door te lezen en te bespreken, laat u enkele cursisten hun antwoorden op de vragen bespreken. Stel dan de volgende vraag:

  • Hoe kunnen jullie je nu al op het doel van een zending concentreren? (Mogelijke antwoorden: cursisten kunnen het uit hun hoofd leren, ze kunnen het opschrijven en ergens ophangen waar ze het elke dag zien, ze kunnen om hulp bidden zodat ze het beter zullen begrijpen, of ze kunnen als onderdeel van hun Schriftstudie elementen van het doel opzoeken.)

Laat een cursist het volgende citaat van ouderling Dallin H. Oaks van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen.

Afbeelding
Ouderling Dallin H. Oaks

‘We prediken het evangelie niet om “mensen tot de kerk te brengen” of om het ledental van de kerk te vergroten. We prediken niet louter om mensen te overreden hun leven te beteren. […] We nodigen iedereen uit om tot Christus te komen door bekering, doop en bevestiging. Dat opent de deuren van het celestiale koninkrijk voor de zoons en dochters van God [zie LV 76: 51–52]. En dat kan niemand anders doen.’ (‘The Purpose of Missionary Work’, satellietuitzending voor zendelingen, april 1995.)

  • Waarom is het belangrijk om te bedenken dat de prediking van het evangelie een veel groter doel heeft dan ertoe bijdragen dat iemand lid van de kerk wordt? (Zie ook 3 Nephi 11:33–34.)

  • Wat voor gedachten komen er bij jullie op als je bedenkt dat je ertoe bijdraagt dat ‘de deuren van het celestiale koninkrijk’ geopend worden voor de mensen die je lesgeeft?

Laat de cursisten zich afvragen hoe zij het zendingsdoel kunnen toepassen. Vraag ze te overwegen of hun motivatie om op zending te gaan, overeenkomt met het zendingsdoel in Predik mijn evangelie. Geef de cursisten even de tijd om op een vel papier of in hun studieverslag op te schrijven wat ze gaan doen om de redenen waarom ze op zending gaan overeen te laten stemmen met dit zendingsdoel.

In de leer van Christus onderwijzen

Leg uit dat de Heiland heeft gezegd dat het een van de belangrijkste doelen van het Boek van Mormon is om ‘mijn evangelie’ en ‘de ware punten van mijn leer […] aan het licht [te] brengen’ (LV 10:62). De leer van Christus omvat het gebod dat alle mensen in Jezus Christus, als Heer en Heiland, moeten geloven, zich van hun zonden bekeren, zich laten dopen en de Geest ontvangen (zie 3 Nephi 11:32). Zet het volgende op het bord:

2 Nephi 31:2, 10–21   3 Nephi 11:31–41   3 Nephi 27:13–21

Deel de klas op in drie groepjes. Laat de eerste groep 2 Nephi 31:2, 10–21 bestuderen; laat de tweede groep 3 Nephi 11:31–41 bestuderen; en laat de derde groep 3 Nephi 27:13–22 bestuderen. Laat elke groep hun teksten lezen en opzoeken wat er wordt verwacht van de mensen die Jezus Christus willen volgen. U kunt de cursisten aanmoedigen om in hun Schriften waarheden over de leer en het evangelie van Jezus Christus te markeren.

Als de cursisten enkele minuten de tijd hebben gehad om deze passages door te nemen, laat u ze onder elke verwijzing op het bord noteren wat er van de volgelingen van Christus wordt verwacht.

Stel vervolgens vragen als:

  • Als iemand je zou vragen of mormonen in Jezus Christus geloven, wat zou je dan aan deze drie passages op het bord hebben om die vraag te beantwoorden?

  • Hoe zou je in je eigen woorden de leer of het evangelie van Jezus Christus uitleggen aan iemand die daar niets van weet?

  • Sommige mensen kunnen je vragen waarom zendelingen tot mensen prediken die al in Jezus Christus geloven. Hoe kun je de leer van Christus, die in deze teksten op het bord is samengevat, gebruiken om die vraag te beantwoorden?

Als de cursisten antwoorden, zorg er dan voor dat ze goed begrijpen dat de leer van Christus bestaat uit (1) wat Jezus Christus heeft gedaan en blijft doen om ons dichter bij de Vader te brengen (zie Alma 33:22; LV 76:40–42) en (2) wat wij moeten doen om de zegeningen van de verzoening van Jezus Christus te ontvangen, zoals geloof, bekering, de doop, de gave van de Heilige Geest en volharden tot het einde (zie 3 Nephi 27:16–21).

Vestig de aandacht van de cursisten op het zendingsdoel op het bord en vraag:

  • Wat is het verband tussen de leer van Christus en het doel van het zendingswerk?

Wanneer de cursisten deze vraag beantwoorden, noemen ze wellicht deze waarheid: Zendelingen bereiken hun doel als ze ertoe bijdragen dat onderzoekers de leer van Christus aanvaarden, geloof ontwikkelen, zich bekeren, zich laten dopen, de gave van de Heilige Geest ontvangen en tot het einde toe volharden.

Om er zeker van te zijn dat de cursisten begrijpen dat onderzoekers de leer van Christus in praktijk moeten brengen door het herstelde evangelie te aanvaarden, laat u de cursisten pagina 6 van Predik mijn evangelie opslaan, en vraagt u een cursist de eerste twee alinea’s van het gedeelte ‘Het evangelie van Jezus Christus’ voor te lezen. Stel dan vragen als de volgende om de cursisten duidelijk te maken waarom het zo belangrijk is dat onderzoekers in geloof handelen:

  • Naar wat voor aanwijzingen kan een zendeling kijken om te bepalen of een onderzoeker geloof in Jezus Christus en zijn verzoening oefent, zich bekeert en zich voorbereidt op de verordening van de doop?

Als de cursisten geantwoord hebben, legt u uit dat zendelingen zich vaak zorgen maken of ze wel het juiste zeggen en doen. Maar wat veel belangrijker is dan wat de zendelingen zeggen en doen, is dat de onderzoeker in geloof handelt naar wat hij of zij heeft geleerd. Een van de belangrijkste vaardigheden die een zendeling kan ontwikkelen, is met de Geest waarnemen of een onderzoeker daadwerkelijk in geloof handelt en zich bekeert.

  • Naar wat voor aanwijzingen kan een zendeling kijken om te bepalen of de Heilige Geest tijdens een les aanwezig was en of de onderzoeker de Geest voelde?

  • Wat kunnen toekomstige zendelingen doen om de leer van Christus beter te begrijpen en toe te passen? (Mogelijke antwoorden: in geloof om meer begrip bidden; in de Schriften bepaalde aspecten van de leer van Christus opzoeken, zoals de verzoening en de fundamentele beginselen en verordeningen van het evangelie; met anderen bespreken wat zij hebben gedaan om meer geloof in Jezus Christus te ontwikkelen; de avondmaalsgebeden bestuderen om het doopverbond beter te begrijpen; enzovoort.)

Laat de video ‘The Purpose of Missionary Work: Robles Family’ (9:19) zien, en laat de cursisten opschrijven wat de zendelingen deden om ertoe bij te dragen dat de familie Robles tot Christus kwam.

Na de video stelt u vragen als de volgende, zodat de cursisten kunnen uitleggen wat de zendelingen deden om hun taak te vervullen:

  • Wat deden deze zendelingen om ertoe bij te dragen dat het geloof van de familie Robles toenam? (Mogelijke antwoorden: ze moedigden hen aan om over het Boek van Mormon te bidden, ze beantwoordden hun vragen, ze legden uit waarom het belangrijk is om de geboden te onderhouden, ze zorgden ervoor dat ze de verordening van de doop konden ontvangen, ze verzekerden zich ervan dat ze door de wijk werden opgenomen, en ze wezen hen de weg naar de tempel.)

  • Waarom is het zo belangrijk dat zendelingen onderzoekers niet alleen onderwijzen, maar hen ook uitnodigen om tot Christus te komen?

  • Waaruit blijkt dat het geloof van de familie Robles toenam, en dat ze meer afgestemd waren op de Geest van Christus?

Geef de cursisten enkele minuten de tijd om het gedeelte ‘Anderen tot toezeggingen brengen: de deur naar geloof en bekering’ op pagina 8–9 van Predik mijn evangelie te bestuderen. Deel de cursisten dan op in koppels en laat ze aan elkaar vertellen hoe ze het vinden om anderen aan te moedigen toezeggingen na te komen. Wat voor angstige gevoelens hebben ze daarbij? Hoe kunnen ze het zelfvertrouwen ontwikkelen dat ze daarvoor nodig hebben? Stel dan de volgende vragen:

  • Hoe kun je onderzoekers beter aanmoedigen om toezeggingen te doen als je zelf de leer van Christus goed begrijpt?

  • Waarom zou ouderling Jeffrey R. Holland hebben gezegd dat een zendeling ‘van de kaart’ moet zijn wanneer mensen de toezegging niet zijn nagekomen om het Boek van Mormon te lezen en erover te bidden?

Laat de cursisten zich voorstellen hoe ze zich zouden voelen als mensen hun leven veranderden en zich lieten dopen. Vraag of ze er weleens toe hebben bijgedragen dat een vriend(in) of familielid tot Christus kwam. Laat ze vertellen hoe ze zich toen voelden.

De grootste taak

Bespreek waarom zendelingen de bevoegdheid hebben om de kinderen van onze hemelse Vader in het evangelie te onderwijzen en ertoe bij te dragen dat zij de verordeningen ontvangen waardoor ze de zegeningen van de verzoening kunnen genieten. Laat de volgende uitspraken zien, en laat een cursist ze voorlezen:

Afbeelding
De profeet Joseph Smith

‘Na alles wat er is gezegd, is het onze grootste en belangrijkste taak om het evangelie te verkondigen.’ (Joseph Smith, geciteerd in Predik mijn evangelie, 12.)

Afbeelding
President Spencer W. Kimball

Het evangelie verkondigen, is belangrijker dan andere goede werken. U verricht het grootste werk op aarde, en het is met niets te vergelijken. Huizen en bruggen bouwen stelt niets voor. Het scheppen van een wereld is niets vergeleken met een leven dat u vormt. Het redden van een sterfelijk leven is niet zo belangrijk als wat u doet. U kunt wellicht naar een begraafplaats gaan en de doden opwekken, zelfs duizenden of tienduizenden. Maar dat is niets vergeleken met wat u doet als u mensen redt.’ (The Teachings of Spencer W. Kimball [1982], 547.)

Vraag de cursisten waarom het verkondigen van het evangelie de belangrijkste taak is die wij hebben. Zorg ervoor dat de cursisten begrijpen dat anderen de zegeningen van de verzoening kunnen ontvangen als we ze in het evangelie onderwijzen.

Laat een cursist Leer en Verbonden 18:10, 15–16 voorlezen. Laat de klas meelezen en de zegeningen opzoeken die bestemd zijn voor hen die het evangelie verkondigen en voor hen die het evangelie aanvaarden. Vraag dan:

  • Wat voor zegeningen ontvangen zij die het evangelie verkondigen en zij die in het evangelie onderwezen worden?

Leg uit dat zendingswerk ook erg moeilijk kan zijn. Laat een cursist de volgende uitspraak van ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen:

Afbeelding
Ouderling Jeffrey R. Holland

‘Ik ben ervan overtuigd dat het zendingswerk niet makkelijk is omdat het heil een hoge prijs heeft. Het is nooit makkelijk geweest om het heil te verkrijgen. Wij zijn de kerk van Jezus Christus, dit is de waarheid, en Hij is ons grote eeuwige Hoofd. Hoe kunnen wij geloven dat het makkelijk is voor ons als het nog nooit makkelijk is geweest voor Hem? Het lijkt mij dat zendelingen en zendingsleiders op zijn minst enkele momenten in Gethsemane moeten doorbrengen. Zendelingen en zendingsleiders moeten op zijn minst enkele stappen in de richting van de top van Golgotha nemen.

‘[…] Maar ik geloof wél dat zendelingen en onderzoekers, willen zij tot de waarheid komen, tot het heil komen en iets begrijpen van de prijs die er betaald is, zelf een fractie van die prijs moeten betalen.’ (‘Missionary Work and the Atonement’, Ensign, maart 2001, 15.)

  • Hoe kan dit perspectief op zendingswerk nuttig zijn als je als zendeling een moeilijke tijd doormaakt?

U kunt de cursisten tot besluit van de les enkele minuten de tijd geven om op te schrijven wat ze hebben geleerd over het verband tussen zendingswerk en de leer van Christus. Moedig de cursisten aan om een doel te stellen waardoor ze bij hun voorbereiding op een zending de leer van Christus beter gaan begrijpen. Vraag of er cursisten zijn die hun getuigenis willen geven. Geef uw getuigenis dat als de cursisten de leer van Christus bestuderen en toepassen, zij als zendeling meer succes zullen hebben.

Uitnodigingen om te handelen

Leg uit dat een grondige voorbereiding op een voltijdzending ook buiten het leslokaal moet plaatsvinden. Daarom geeft u de cursisten aan het eind van elke les aanbevolen activiteiten waarmee ze zich beter op hun zending kunnen voorbereiden. Om de cursisten te motiveren nu al met het werk van de Heer te beginnen, moedigt u ze aan om een van de volgende activiteiten te doen:

  • Plaats een boodschap op sociale media waarin je aangeeft waarom je zo graag op zending wilt gaan en hoe je je daarop voorbereidt.

  • Bekijk enkele van de video’s in het gedeelte Het heilswerk bespoedigen op LDS.org. Noteer in je studieverslag de gevoelens die je krijgt als je nadenkt over de mogelijkheid om aan het heilswerk deel te nemen.

  • Nodig een vriend(in) uit om samen met jou deze cursus te volgen. (U kunt de cursisten deze uitnodiging aan het eind van elke les geven.)

  • Nodig een vriend(in) die geen lid van de kerk is uit om de lessen van de zendelingen te volgen.

Afdrukken