Instituut
Les 14: Het evangelie van Jezus Christus verkondigen (deel 2)


14

Het evangelie van Jezus Christus verkondigen (deel 2)

Inleiding

Het evangelie van Jezus Christus omvat de eeuwige leerstellingen, beginselen, wetten, verbonden en verordeningen die de mens nodig heeft om in de tegenwoordigheid van God terug te keren en in het celestiale koninkrijk verhoogd te worden. De eerste beginselen en verordeningen van het evangelie zijn: geloof in de Heer Jezus Christus, bekering, doop door onderdompeling, en de gave van de Heilige Geest. Zendelingen hebben de belangrijke opdracht om anderen uit te nodigen zich te laten dopen en de gave van de Heilige Geest te ontvangen. Als Gods kinderen lid van de kerk worden, moeten ze tot het einde toe volharden door andere beginselen en verordeningen te ontvangen en trouw aan de geboden van God te blijven. Toekomstige zendelingen moeten deze leerstellingen goed begrijpen en voorbereid zijn om ze op eenvoudige wijze uit te leggen en er krachtig van te getuigen.

Voorbereiding

Lesideeën

De doop, ons eerste verbond

Om de cursisten te leren hoe ze de beginselen van de doop uiteen kunnen zetten, laat u een afbeelding zien van Johannes die Jezus doopt. Laat de cursisten samenvatten wat ze over de doop van Jezus Christus weten.

Johannes en Jezus in de rivier

Johannes doopt Jezus

U kunt het verslag van de doop van de Heiland doornemen door een cursist Mattheüs 3:13–17 te laten voorlezen. Laat de cursisten samen met iemand die naast hen zit deze vraag beantwoorden:

  • Welke belangrijke waarheden komen er in dit verslag van de doop van Jezus naar voren?

Zet de volgende woorden op het bord:

Verordening   Verbond

Laat de helft van de cursisten de eerste vier alinea’s van het gedeelte ‘De doop, ons eerste verbond’ op pagina 65–66 van Predik mijn evangelie bestuderen en opzoeken hoe we het woord verordening kunnen uitleggen. Laat de andere helft hetzelfde gedeelte bestuderen en opzoeken hoe we het woord verbond kunnen uitleggen.

Als de cursisten voldoende tijd hebben gehad, laat u enkele vrijwilligers de woorden verordening en verbond uitleggen. Vraag dan:

  • Wat hebben de woorden verordening en verbond met de doop te maken? (Zorg ervoor dat de cursisten deze waarheid begrijpen: Door de verordening van de doop sluiten we een heilig verbond met God.)

Vestig de aandacht van de cursisten op de vierde alinea van ‘De doop, ons eerste verbond’, en vraag:

  • Als we de verordening van de doop ontvangen, wat beloven we dan? (Als we ons laten dopen, sluiten we een heilig verbond om de naam van Jezus Christus op ons te nemen, Hem altijd indachtig te zijn en zijn geboden te onderhouden. Als u vindt dat de cursisten meer instructie nodig hebben, kunt u Leer en Verbonden 20:37 met ze doornemen.

Om de cursisten meer begrip van hun doopverbond bij te brengen, laat u de volgende uitspraak van ouderling Robert D. Hales van het Quorum der Twaalf Apostelen zien, en vraagt u een cursist die voor te lezen:

Ouderling Robert D. Hales

‘Bij de doop sluiten we een verbond met onze hemelse Vader dat we bereid zijn in zijn koninkrijk te komen en vanaf die tijd zijn geboden te onderhouden, zelfs ondanks het feit dat we nog steeds in de wereld leven. In het Boek van Mormon worden we eraan herinnerd dat onze doop een verbond is “om te allen tijde en in alle dingen en op alle plaatsen waar gij u ook moogt bevinden, als getuige van God en zijn koninkrijk op te treden, zelfs tot de dood, opdat gij door God zult worden verlost en onder de deelgenoten der eerste opstanding zult worden gerekend, zodat gij het eeuwige leven zult hebben” (Mosiah 18:9; cursivering toegevoegd).

‘Als we ons doopverbond en de gave van de Heilige Geest begrijpen, zal dat ons leven veranderen en wijden we onze volledige getrouwheid aan het koninkrijk van God toe. Wanneer er verleidingen op ons pad komen, zal de Heilige Geest ons, als we luisteren, eraan herinneren dat we beloofd hebben de Heiland indachtig te zijn en de geboden van God te onderhouden.’ (Zie ‘Het doopverbond: in het koninkrijk en van het koninkrijk zijn’, Liahona, januari 2000, 7.)

  • Wat denk je dat het betekent om ‘onze volledige getrouwheid aan het koninkrijk van God’ toe te wijden?

  • In welke opzichten kan de doop iemands leven veranderen?

Laat de cursisten de resterende alinea’s over de doop op pagina 66 van Predik mijn evangelie doorlezen. Laat ze nog meer aspecten van de doop opzoeken en markeren die belangrijk zijn om met onderzoekers te bespreken. Geef ze enkele minuten de tijd en laat dan enkele cursisten vertellen wat ze hebben gevonden. Vervolgens kunt u enkele vervolgvragen stellen, zoals:

  • Waarom is het belangrijk dat een onderzoeker deze leerstellingen begrijpt?

  • Wat is het verband tussen het verbond van de doop en de beginselen van geloof in Jezus Christus en bekering, die we in de vorige les hebben behandeld?

  • Waarom is onderdompeling een belangrijk onderdeel van de verordening van de doop? (Onderdompeling symboliseert de dood, begrafenis en opstanding van Jezus Christus. Onderdompeling symboliseert ook het eind van ons oude leven en onze wedergeboorte als discipel van Christus [zie Romeinen 6:3–6].)

Leg uit dat het belangrijk is dat onderzoekers goed op de doop worden voorbereid. Laat een cursist Leer en Verbonden 20:37 voorlezen. Laat de cursisten in groepjes van twee het volgende bespreken:

  • Hoe kun je aan de hand van deze tekst vaststellen of een onderzoeker voldoende op de doop is voorbereid? (Als de cursisten moeite hebben om deze vraag te beantwoorden, verwijs ze dan naar het gedeelte ‘Vóór de doop’ op pagina 65 van Predik mijn evangelie.)

  • Wat denk je dat het betekent om met ‘een gebroken hart en een verslagen geest’ naar voren te treden?

  • Hoe kan iemand laten zien dat hij of zij ‘de Geest van Christus’ heeft ontvangen?

Geef de cursisten ook even de tijd om in hun studieverslag te noteren hoe zij door gehoorzaamheid aan hun doopverbond gezegend zijn. Geef twee of drie cursisten de kans om te vertellen wat ze hebben opgeschreven.

video iconToon de video ‘Invitation to Be Baptized: German” (2:43). Laat de cursisten tijdens het bekijken van de video opletten hoe de zendelingen German duidelijk maakten hoe belangrijk de doop is.

  • Wat zeiden de zendelingen om German duidelijk te maken hoe belangrijk de doop is?

  • Waaruit blijkt dat German de Heilige Geest voelde en het verlangen had om zich te laten dopen?

Deel de klas op in koppels en laat elk koppel met gebruik van het materiaal op pagina 65–66 van Predik mijn evangelie en een of twee teksten uit Schriftstudie op pagina 67 een les van vier tot vijf minuten voorbereiden over de manier waarop we met een onderzoeker over de doop kunnen praten. De cursisten mogen ook het materiaal op pagina 8 van de zendingsbrochure Het evangelie van Jezus Christus gebruiken.

Als de cursisten voldoende tijd hebben gehad om zich voor te bereiden, verdeelt u de klas in groepjes van vier cursisten, met twee koppels in elk groepje. Laat het ene koppel in elke groep het andere koppel in vier of vijf minuten over de doop vertellen. Moedig de cursisten die de zendelingen spelen aan om de uitgekozen teksten in hun les te gebruiken. Als alle groepjes klaar zijn, laat u ze in de groep de volgende vragen bespreken: Wat ging er goed? In welke opzichten was de les nuttig voor degenen die moesten leren hoe belangrijk de doop is? Wat hadden de leerkrachten anders kunnen doen om hun les effectiever te maken?

Pas dan een rolwisseling toe, zodat de cursisten die les kregen nu de les geven. Zorg ervoor dat er voldoende tijd overblijft om het tweede koppel feedback te geven. Loop gedurende deze activiteit door het lokaal om de lessen van de cursisten te observeren en adviezen te geven om verbetering aan te brengen.

Als alle cursisten de kans hebben gehad om les te geven, neemt u even de tijd om de activiteit klassikaal te bespreken. Om het gesprek op gang te brengen, kunt u vragen als de volgende bespreken:

  • Wat heb je zoal geleerd door in deze leer te onderwijzen?

  • Waarom is het belangrijk dat je nu al leert om deze beginselen, waarheden en leerstellingen aan anderen duidelijk te maken?

  • Wat kun je nu al doen om beter voorbereid te zijn om tijdens je zending het evangelie van Jezus Christus te verkondigen?

De gave van de Heilige Geest

Om de cursisten voor te bereiden op dit gedeelte van de les, vraagt u de klas welke verordening er vlak na de doop wordt verricht (bevestiging, waarbij mensen lid van de kerk worden en de gave van de Heilige Geest ontvangen). Geef de cursisten dertig seconden de tijd om zich af te vragen waarom mensen vlak na hun doop worden bevestigd. Voordat de cursisten antwoorden, kunt u dit citaat van de profeet Joseph Smith voorlezen:

De profeet Joseph Smith

‘Men zou net zo goed een zak zand als een mens kunnen dopen als het niet gedaan wordt met het oog op de vergeving van zonden en het krijgen van de Heilige Geest. De doop in water is slechts een halve doop, en stelt niets voor zonder de andere helft — namelijk de doop met de Heilige Geest.” (Leringen van kerkpresidenten: Joseph Smith [2007], 95).

Vraag:

  • Waarom kan de doop als ‘slechts een halve doop’ beschouwd worden als die niet wordt gevolgd door ‘de doop met de Heilige Geest’? (Na enkele antwoorden kunt u de cursisten aanmoedigen om tijdens de les goed op de antwoorden op deze vraag te letten.)

Leg uit dat een Joodse leider, Nicodemus, ’s avonds in het geheim naar Jezus van Nazareth kwam om Hem vragen te stellen. Laat een cursist Johannes 3:3 voorlezen, en vraag:

  • Wat is er volgens de woorden van de Heiland in Johannes 3:3 nodig om het koninkrijk van God te kunnen binnengaan?

Lees Johannes 3:4–6 voor en vraag:

  • Wat vroeg Nicodemus waaruit blijkt dat hij de leer van de Heiland in vers 3 niet begreep?

  • Hoe beantwoordde Jezus de vragen van Nicodemus? (Hij bracht Nicodemus een fundamentele leerstelling bij: We moeten uit water en Geest worden geboren om het koninkrijk van God te kunnen binnengaan. Hij maakte duidelijk dat de ‘wedergeboorte’ een geestelijke wedergeboorte is, geen lichamelijke.)

Zet op het bord:

Wedergeboorte

Uit water geboren

Uit de Geest geboren

Vraag dan:

  • Wat betekent het om uit water geboren te worden? (Het betekent dat we ons door onderdompeling laten dopen.)

  • Wat betekent het om uit de Geest geboren te worden? (Dat betekent dat we de gave van de Heilige Geest ontvangen.)

  • Waarom zou het woord ‘geboren’ worden gebruikt om te beschrijven wat er geestelijk met ons moet gebeuren? Welke aspecten van een lichamelijke geboorte zijn met onze geestelijke geboorte te vergelijken? (Zo nodig kunt u Mozes 6:58–59 voorlezen om deze vraag verder te beantwoorden.

Laat verscheidene cursisten om de beurt een alinea in het gedeelte ‘De gave van de Heilige Geest’ op pagina 67–68 van Predik mijn evangelie. voorlezen. Laat de rest van de klas meelezen en letten op de zegeningen die bij de gave van de Heilige Geest horen.

Vraag de klas:

  • Wat zijn enkele zegeningen die bij de gave van de Heilige Geest horen? (Een van de leerstellingen die de cursisten moeten noemen: De gave van de Heilige Geest kan een heiligende en reinigende invloed bieden.)

Om ertoe bij te dragen dat de cursisten de leer goed begrijpen, laat u ze een of twee teksten onder het kopje ‘Zegeningen en invloed van de Heilige Geest’ in het Schriftstudievakje op pagina 68 van Predik mijn evangelie bestuderen. Moedig ze aan om tijdens het bestuderen enkele zegeningen te markeren die we ontvangen als we de gave van de Heilige Geest krijgen. Vraag dan:

  • Waarom is het belangrijk dat iemand na de doop de Heilige Geest ontvangt?

Stel de volgende vraag. Maar voordat u de cursisten laat antwoorden, geeft u ze even de tijd om over hun antwoord na te denken. Als ze voldoende tijd hebben gehad, laat u enkele cursisten antwoorden en iets over hun eigen ervaringen vertellen.

  • Wat voor zegeningen hebben jullie door de gave van de Heilige Geest ontvangen?

Deel de klas op in koppels. Laat de cursisten met behulp van informatie uit Predik mijn evangelie (of het gedeelte ‘Waarom moet ik de Heilige Geest ontvangen?’ op pagina 8–10 van de zendingsbrochure Het evangelie van Jezus Christus) een les van vier tot vijf minuten over de gave van de Heilige Geest voorbereiden. Herinner ze eraan om in hun les een of twee teksten uit het vakje Schriftstudie op pagina 68 van Predik mijn evangelie te gebruiken.

Als ze voldoende tijd hebben gehad om zich voor te bereiden, deelt u de klas op in groepjes van vier cursisten, met twee koppels in elke groep. Laat het ene koppel het andere onderwijzen. Als de cursisten lesgeven, loopt u door het lokaal om te observeren, complimenten uit te delen en adviezen te geven om verbetering aan te brengen. Als alle groepjes klaar zijn, laat u ze in de groep de volgende vragen bespreken: Wat ging er goed? Wat hadden de leerkrachten anders kunnen doen om hun les effectiever te maken? In welke opzichten was hun les nuttig voor degenen die het belang van de gave van de Heilige Geest moesten leren?

Pas dan een rolwisseling toe, zodat de cursisten die les kregen nu de les geven. Zorg ervoor dat er voldoende tijd overblijft om het tweede koppel feedback te geven.

Als alle koppels de kans hebben gehad om les te geven, neemt u even de tijd om deze activiteit te bespreken door vragen als deze te stellen:

  • Wat heb je zoal geleerd door in deze leer te onderwijzen?

  • Wat heb je van deze ervaring geleerd waardoor je je onderwijs als zendeling zou kunnen verbeteren?

Tot het einde toe volharden

Teken op het bord een poort met daarachter een pad:

poort en pad

Laat een cursist 2 Nephi 31:17 voorlezen. Vraag de klas vervolgens:

  • Wat was volgens Nephi de poort die naar het eeuwige leven leidt?

Laat een andere cursist 2 Nephi 31:18–20 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wat we moeten doen als we ons hebben laten dopen.

  • Wat vinden we volgens Nephi aan de andere kant van die poort? (Het enge en smalle pad dat tot het eeuwige leven voert.)

  • Wat moet iemand volgens Nephi na de doop doen om het eeuwige leven te kunnen ontvangen?

  • In welke opzichten heeft volharden tot het einde met het volgen van het voorbeeld van de Heiland te maken?

Laat de cursisten het gedeelte ‘Volharden tot het einde’ op pagina 68–69 van Predik mijn evangelie doorlezen. Laat ze opzoeken wat we kunnen doen om tot het einde toe te volharden. Vraag dan:

  • Waarom is het belangrijk dat wij tot het einde toe volharden? (De cursisten dienen dit beginsel te noemen: Als we er oprecht naar streven om tot het einde toe te volharden, zullen we in aanmerking komen voor het eeuwige leven.)

  • In welke opzichten is het volgen van het voorbeeld van de Heiland belangrijk om tot het einde toe te volharden?

Getuig tot slot hoe belangrijk het evangelie van Jezus Christus is, in het bijzonder de doop, de gave van de Heilige Geest en tot het einde toe volharden.

Uitnodigingen om te handelen

U kunt de cursisten aanmoedigen om meer begrip van het evangelie van Jezus Christus te krijgen door de komende week een of meer van de volgende activiteiten te doen:

  • De uitleg van de vereisten van de doop oefenen, te vinden in Leer en Verbonden 20:37. Enkele zinnen in je studieverslag noteren die beschrijven wat je doet om volgens het doopverbond te leven dat in deze tekst is vermeld.

  • De gedeelten over de gave van de Heilige Geest lezen, te vinden in het vakje Schriftstudie op pagina 68 van Predik mijn evangelie. Lees ook de informatie over de ‘Heilige Geest’ in de Gids bij de Schriften door. Markeer in je Schriften of noteer in je studieverslag de teksten die je wilt gebruiken om anderen over de gave van de Heilige Geest te vertellen.

  • Bespreek de beginselen van ‘Les 3: Het evangelie van Jezus Christus’ met een familielid of kennis (bij voorkeur met iemand die geen lid van de kerk is, of die minderactief is), persoonlijk of online. Geef je getuigenis van deze beginselen.