10
In het heilsplan onderwijzen (deel 1)
Inleiding
Het heilsplan is het plan van onze hemelse Vader voor het geluk van zijn kinderen. Het plan, met de verzoening van Jezus Christus als middelpunt, geeft duidelijk aan waarom de verzoening noodzakelijk is. Het plan van onze hemelse Vader geeft ook antwoord op de vragen: ‘Waar kom ik vandaan?’ ‘Wat is mijn doel in het leven?’ ‘Wat gebeurt er als ik doodga?’ Toekomstige zendelingen moeten een duidelijk begrip hebben van het heilsplan en in staat zijn het eenvoudig en duidelijk uit te leggen en er krachtig van te getuigen.
Voorbereiding
-
Bestudeer 2 Nephi 2:22–25; Alma 12:32–34; Mozes 1:39.
-
Bestudeer Predik mijn evangelie, pagina 48–50.
-
Bereid u voor om de video ‘God Is Our Father’ (3:05) te laten zien, beschikbaar op LDS.org.
-
Bereid u voor om de video ‘The Plan of Salvation’ (4:30) te laten zien, beschikbaar op LDS.org.
Lesideeën
Voorsterfelijk leven: Gods doel en plan voor ons
Overweeg met de klas ‘Ik ben een kind van God’ te zingen, als onderdeel van de opening. Om met de les te beginnen, laat u de cursisten de woorden van het eerste couplet van ‘Ik ben een kind van God’ doorlezen. Laat ze leerstellingen of beginselen in die woorden opzoeken.
Ik ben een kind van God,
door Hem op aard’ gebracht.
Hij heeft mij met een veilig thuis
en ouders lief bedacht.
Leid mij, help mij, blijf dicht bij mij,
vraag ik hun steeds weer,
leer mij al wat ik moet doen
dat ik tot hem wederkeer.
(‘Ik ben een kind van God’, Lofzangen, nr. 195.
Laat de cursisten vervolgens uitleggen welke belangrijke leerstellingen of beginselen ze in die lofzang hebben gevonden. Zo nodig kunt u de volgende vragen stellen:
-
Wat staat er in deze lofzang over ons leven voordat we op aarde kwamen?
-
Wat staat er in deze lofzang over het doel van ons leven hier op aarde?
Leg uit dat de cursisten als zendeling de kans zullen krijgen om anderen over het doel van het leven te vertellen. Laat een of meer cursisten de eerste twee alinea’s van het gedeelte ‘Voorsterfelijk leven: Gods doel en plan voor ons’ op pagina 48–49 van Predik mijn evangelie voorlezen.
U kunt ook de volgende uitspraak van president Boyd K. Packer van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen:
‘Er ligt geen diepere waarheid in de herstelling verscholen dan de kennis van ons voorsterfelijk bestaan. Geen andere kerk kent of predikt deze waarheid. De leer is alleen in samengevatte vorm aan ons gegeven, maar de belangrijkste feiten zijn vaak genoeg in openbaringen herhaald om ons van enkele fundamentele waarheden te verzekeren.’ (Our Father’s Plan [1984], 14.)
Vraag:
-
In welke opzichten krijgt ons leven meer betekenis als we kennis van ons voorsterfelijk leven hebben en weten dat we als geestkinderen bij onze hemelse Vader leefden? (Als de cursisten geantwoord hebben, kunt u het volgende beginsel onderstrepen: Als we begrijpen dat we kinderen van onze hemelse Vader zijn, krijgt ons leven op aarde meer betekenis.)
Om de cursisten meer begrip van dit beginsel bij te brengen, laat u de video ‘God Is Our Father’ (3:05) zien. Laat de cursisten opletten welke zegeningen door de mensen in de video genoemd worden.
Als de cursisten de video bekeken hebben, stelt u de volgende vragen:
-
Welke zegeningen ontvingen de mensen in de video omdat zij wisten dat ze kinderen van God waren?
-
In welke opzichten heeft je leven meer betekenis gekregen doordat je weet dat je een kind van God bent?
Laat enkele cursisten om de beurt een van de laatste vier alinea’s op pagina 48–49 van Predik mijn evangelie voorlezen. Laat de cursisten leerstellingen en beginselen opzoeken waaruit blijkt wat Gods doel voor zijn kinderen is en in welke opzichten het heilsplan dat doel verwezenlijkt. Vraag dan:
-
Wat moet het plan van God voor zijn kinderen doen? (De antwoorden van de cursisten kunnen deze leer omvatten: het heilsplan maakt het mogelijk dat al Gods kinderen de zegeningen van onsterfelijkheid en eeuwig leven kunnen ontvangen. Als de cursisten meer duidelijkheid nodig hebben, kunt u ze verwijzen naar de definities van onsterfelijkheid en verhoging op pagina 60 van Predik mijn evangelie. Beklemtoon dat het eeuwige leven het soort leven is dat God leidt.)
Om de cursisten deze leer bij te brengen, laat u ze Mozes 1:39 bestuderen en uit het hoofd leren. Als ze even de tijd hebben gehad om de tekst uit het hoofd te leren en op te zeggen, vraagt u:
-
Als we onderzoekers leren dat het Gods doel is om onze onsterfelijkheid en ons eeuwige leven tot stand te brengen, hoe zal dat dan hun keuzen in het dagelijks leven beïnvloeden?
Geef de cursisten even de tijd om na te denken over de rol van zendelingen in het werk van de Heer om ‘de onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengen’ (Mozes 1:39). Laat de cursisten met een andere cursist hun gedachten bespreken, of die gedachten in hun studieverslag noteren.
De schepping en ons lichaam
Laat een cursist het gedeelte ‘De schepping’ op pagina 49 van Predik mijn evangelie voorlezen. Laat de cursisten opzoeken hoe belangrijk de schepping in het heilsplan van God is. Vraag dan:
-
Waarom beschouwen we de schepping van de aarde als een belangrijk onderdeel van Gods heilsplan? (We konden alleen vooruitgang maken en zoals God worden als we naar de aarde gingen om een lichaam te krijgen en beproefd te worden.)
Om de cursisten duidelijk te maken hoe belangrijk een stoffelijk lichaam is, laat u het volgende citaat zien van zuster Susan W. Tanner, die toen algemeen jongevrouwenpresidente was, en leest u het voor. Laat de cursisten opletten waarom we zo blij waren om een stoffelijk lichaam te ontvangen.
‘In het voorsterfelijk leven leerden we dat het lichaam een onderdeel van Gods grote plan van geluk is. In de proclamatie over het gezin staat: “In het voorsterfelijke leven kenden en aanbaden de geestzonen en -dochters God als hun eeuwige Vader, en aanvaardden zijn plan waardoor zijn kinderen een stoffelijk lichaam konden krijgen en aardse ervaringen konden opdoen om vooruitgang te maken op weg naar volmaking en om uiteindelijk hun goddelijke bestemming als erfgenaam van het eeuwige leven te verwezenlijken.” In feite “juichten” en “jubelden” (Job 38:7) we omdat we deel uitmaakten van dat plan.
‘Waarom waren we zo blij? We begrepen de eeuwige waarheden die met ons lichaam te maken hebben. We wisten dat ons lichaam naar het beeld van God zou worden geschapen. We wisten dat onze geest in ons lichaam zou wonen. We begrepen ook dat ons lichaam onderhevig zou zijn aan pijn, ziekte, beperkingen en verleidingen. Maar we waren bereid, zelfs enthousiast, om deze uitdaging te aanvaarden omdat we wisten dat we alleen met een [onverbrekelijk verbonden] geest en […] lichaam vooruitgang konden maken om zoals onze hemelse Vader te worden (zie LV 130:22) en een volheid van vreugde (zie LV 93:33) te ontvangen.’ (‘De heiligheid van het lichaam’, Liahona, november 2005, 13.)
Vraag dan:
-
Van welke waarheden waren we in de voorsterfelijke wereld op de hoogte waardoor we zo blij waren om naar de aarde te gaan en een stoffelijk lichaam te krijgen?
-
Waarom waren we zo bereid en enthousiast om naar de aarde te gaan, ondanks het vooruitzicht van moeilijkheden en problemen?
Geef de cursisten even de tijd om over de volgende vraag na te denken: Hoe zou je aan een onderzoeker uitleggen dat het aardse bestaan ons voorbereidt om net als onze hemelse Vader te worden? Als er voldoende tijd is, laat u ze de teksten bestuderen in het vakje Schriftstudie onder ‘De schepping’ op pagina 49 van Predik mijn evangelie. Na ongeveer een minuut laat u de cursisten aan iemand naast zich hun antwoord op de vraag uitleggen.
Keuzevrijheid en de val van Adam en Eva
Schrijf de volgende kopjes op het bord:
Wat Adam en Eva in de hof konden doen |
Wat Adam en Eva niet in de hof konden doen |
Laat de cursisten 2 Nephi 2:22–25 en het gedeelte ‘Keuzevrijheid en de val van Adam en Eva’ op pagina 49–50 van Predik mijn evangelie bestuderen. Laat de helft van de cursisten tijdens het bestuderen een lijst maken van wat Adam en Eva in de hof van Eden konden doen (ze konden voor eeuwig in een onschuldige staat leven, ze konden hun keuzevrijheid gebruiken). Laat de andere helft van de klas een lijst maken van wat Adam en Eva niet in de hof van Eden konden doen (ze konden geen vooruitgang maken of tegenstellingen ervaren, ze konden geen vreugde of pijn en verdriet ervaren, ze konden niet zondigen, ze konden geen ziekte of leed ervaren, ze konden geen kinderen krijgen). Na enkele minuten laat u de cursisten vertellen wat ze gevonden hebben. U kunt een cursist vragen om de antwoorden van de cursisten op het bord te zetten.
Vestig de aandacht van de cursisten op de woorden lichamelijke dood en geestelijke dood op pagina 49 van Predik mijn evangelie. Wellicht begrijpen alle cursisten wel dat de lichamelijke dood de dood van ons stoffelijke lichaam is. Zorg ervoor dat ze begrijpen dat de geestelijke dood verwijdering uit de tegenwoordigheid van God betekent. Beide zijn het resultaat van de val van Adam. Alleen door de verzoening van Jezus Christus kunnen we beide overwinnen.
U kunt bijdragen aan het begrip dat de cursisten van het belang van de val in het heilsplan hebben door het volgende citaat van president Joseph Fielding Smith (1876–1972) te laten zien en een cursist het te laten voorlezen:
‘Toen Adam uit de hof van Eden was verdreven, sprak de Heer een oordeel over hem uit. Sommige mensen beschouwen dat oordeel als iets verschrikkelijks. Dat was het niet; het was een zegen. Ik weet niet of het zelfs wel als een verhulde straf kan worden beschouwd.
‘Als de mens eeuwig heil en verhoging wil ontvangen, is het nodig dat hij een stoffelijk lichaam ontvangt en de ervaringen en het onderricht doormaakt die alleen in het sterfelijk leven te vinden zijn. De Heer heeft gezegd dat het zijn werk en zijn heerlijkheid is om ‘de onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengen’ [Mozes 1:39]. Zonder een sterfelijk leven is deze enorme zegen niet verkrijgbaar. Daarom zijn er werelden geschapen en bevolkt met kinderen van God. Zij hebben het voorrecht om het aardse leven te ondervinden, met de enorme gave van keuzevrijheid in hun bezit. Met deze gave kiezen ze voor goed of kwaad, en daarmee de bijbehorende eeuwige beloning. Vanwege de overtreding van Adam bevinden wij ons nu op aarde. […]
‘De val van de mens was een verhulde zegen, en was het middel om de doeleinden van de Heer voor de vooruitgang van de mens te verwezenlijken, en niet een middel om ze te belemmeren.’ (Doctrines of Salvation, samengesteld door Bruce R. McConkie, 3 delen [1954–56], 1:113–114.)
Vraag dan:
-
Waarom is het gepast om de val van Adam en Eva als essentieel onderdeel van Gods heilsplan te beschouwen? (Door de val van Adam en Eva werden Gods geestkinderen in de gelegenheid gesteld om een stoffelijk lichaam te ontvangen, vooruitgang te maken en op Hem te gaan lijken.)
Laat de cursisten het vakje ‘Les over de val’ op pagina 50 van Predik mijn evangelie bestuderen. Laat ze vervolgens in hun eigen woorden aan een cursist die naast hen zit de leer van de val uitleggen.
Ons leven op aarde
Laat de video ‘The Plan of Salvation’ (4:30) zien of laat een cursist het volgende citaat van president Boyd K. Packer van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen. Laat de cursisten bedenken hoe een toneelstukje van drie bedrijven het heilsplan kan symboliseren.
‘Het plan van verlossing, dat uit drie delen bestaat, kan met een groot toneelstuk worden vergeleken dat uit drie bedrijven bestaat. Het eerste bedrijf heet ‘Het voorsterfelijk bestaan’. In de Schriften wordt het als onze eerste staat beschreven (zie Judas 1:6; Abraham 3:26, 28). Het tweede bedrijf is onze ‘tweede staat’, vanaf onze geboorte tot aan de opstanding. En het derde bedrijf wordt ‘Het leven na de dood’ ofwel ‘Het eeuwige leven’ genoemd.
‘In het sterfelijk leven zijn we net als acteurs die het theater binnenkomen als het tweede bedrijf begint. We hebben het eerste bedrijf gemist. Het toneelstuk heeft veel verschillende plots die met elkaar verweven zijn, waardoor het moeilijk is om erachter te komen wie bij wie hoort en wat bij wat, wie de helden en wie de boeven zijn. En het is nog ingewikkelder omdat we niet alleen toeschouwers zijn; we zijn lid van de bezetting, op het podium, te midden van alle gebeurtenissen!
‘Als onderdeel van het eeuwige plan is de herinnering aan ons vooraardse bestaan, het eerste bedrijf, met een sluier bedekt. Omdat we dit sterfelijk leven aan het begin van het tweede bedrijf beginnen, zonder herinnering aan het eerste bedrijf, is het niet zo verwonderlijk dat het moeilijk te begrijpen is wat er gaande is. […]
‘Als u uitsluitend gemak, vrede en vreugde in het tweede bedrijf verwacht, zult u zeker gefrustreerd raken. Dan zult u maar weinig begrijpen van wat er gaande is en waarom bepaalde dingen worden toegestaan.
‘En vergeet niet! Het gezegde ‘En zij leefden nog lang en gelukkig’, staat nooit in het tweede bedrijf. Dat gezegde hoort in het derde bedrijf thuis, als de raadsels zijn opgelost en alles in orde is. […]
‘Er bestaat zoiets als een script voor dit geweldige toneelstuk, het drama van alle eeuwen. Het geeft in verkorte vorm aan wat er in het eerste bedrijf, het voorsterfelijke bestaan, is gebeurd. Hoewel er niet veel details bekend zijn, maakt het script het doel van alles duidelijk. Het onthult voldoende van het plot om te kunnen begrijpen waar het in het leven om gaat.
‘Dat script, zoals u al moet weten, zijn de Schriften — de openbaringen. Lees ze. Bestudeer ze. Zij vertellen wat de mens is, waarom God ‘aan hem denkt’ en waarom wij ‘weinig minder gemaakt zijn dan de engelen’ en toch ‘met eer en glorie gekroond’ worden (Psalmen 8:5–6).
‘De Schriften spreken de waarheid. U kunt er genoeg over de drie bedrijven uit leren om uw positie te bepalen en een bepaalde richting in uw leven op te gaan. Ze openbaren: “Gij waart eveneens in het begin bij de Vader; hetgeen geest is, ja, de geest der waarheid;
“en waarheid is kennis van dingen zoals ze zijn, en zoals ze waren, en zoals ze zullen zijn” (LV 93:23–24).’ (Boyd K. Packer, ‘The Play and the Plan’ [CES-haardvuuravond, 7 mei 1995], 2–3; si.lds.org.)
Stel vervolgens vragen als:
-
In welke opzichten symboliseert een toneelstukje van drie bedrijven enkele elementen van het heilsplan?
-
Waarom is het volgens deze analogie voor veel mensen moeilijk om het doel van het leven op aarde te begrijpen?
-
Waar kunnen we volgens deze analogie het script van dit grote toneelstuk vinden?
-
Hoe kunnen Gods kinderen met behulp van de Schriften hun doel in Gods plan beter begrijpen?
Leg uit dat als zendelingen in het heilsplan onderwijzen, ze ertoe bijdragen dat onderzoekers beter begrijpen wat het doel van het aardse leven is en hoe ze bij onze hemelse Vader kunnen terugkeren (zie Alma 12:32–34). Laat de cursisten het gedeelte ‘Ons leven op aarde’ op pagina 50–51 van Predik mijn evangelie doorlezen. Als ze voldoende tijd hebben gehad om dat gedeelte door te lezen, vraagt u:
-
Hoe zouden jullie het doel van het leven in een of twee zinnen uitleggen?
Leg uit dat het belangrijk is dat onderzoekers begrijpen dat onze voorbereiding om bij God terug te keren afhankelijk is van de beslissingen die we tijdens ons aardse leven nemen. Als we besluiten Gods geboden te onderhouden, kunnen we dichter bij God komen. Maar als we Gods wetten overtreden, kunnen we ervan weerhouden worden om bij Hem terug te keren. Zet het volgende op het bord:
Vraag dan:
-
Wat zijn de gevolgen van zonde? (Laat de cursisten zo nodig de tweede alinea van ‘Ons leven op aarde’ op pagina 50–51 van Predik mijn evangelie doorlezen. Hoewel ze iets andere woorden zullen gebruiken, moeten de cursisten deze waarheden begrijpen: Zonde maakt ongelukkig en wekt gevoelens van schuld en schaamte op. Zonde maakt ons onrein en onwaardig om in Gods tegenwoordigheid te verkeren. Zonde weerhoudt ons ervan om bij onze Vader in de hemel terug te keren, tenzij we vergeving hebben ontvangen.)
-
Hoe kan begrip van de gevolgen van zonde ertoe bijdragen dat onderzoekers de boodschap van de verzoening aanvaarden?
Herinner de cursisten eraan dat we allemaal een geestelijke dood ervaren — we zijn verwijderd van God. Vraag de cursisten:
-
Hoe kunnen we met het evangelie van Jezus Christus de geestelijke dood overwinnen en bij God terugkeren? (Als de cursisten antwoorden, kunt u ze vragen hoe geloof in Jezus Christus, bekering, doop door onderdompeling en de gave van de Heilige Geest ertoe kunnen bijdragen dat we de gevolgen van de val overwinnen en ons voorbereiden bij God terug te keren.)
Het is belangrijk dat de cursisten de kans krijgen om de uitleg van de elementen van het heilsplan te oefenen. Daardoor zullen ze de leerstellingen en beginselen beter begrijpen waarin ze onderzoekers gaan onderwijzen.
Deel de cursisten op in koppels. Geef de koppels voldoende tijd om een les van vijf tot tien minuten over het doel van het aardse leven voor te bereiden. Laat de cursisten het materiaal op pagina 49–50 van Predik mijn evangelie doorlezen, waaronder de teksten in de vakjes Schriftstudie. Indien beschikbaar, kunnen ze ook pagina 2–9 van de zendingsbrochure Het heilsplan bestuderen. Terwijl de cursisten zich voorbereiden, loopt u door de klas en helpt u ze om eenvoudig en in het kort de elementen van het heilsplan uit te leggen. Bevestig opnieuw dat hun lessen krachtiger zullen zijn als ze teksten gebruiken en hun getuigenis geven van de desbetreffende leerstellingen en beginselen.
Als de cursisten voldoende tijd hebben gehad om het materiaal te bestuderen en een korte les voor te bereiden, laat u elk koppel een ander koppel onderwijzen. Pas dan een rolwisseling toe, zodat elk koppel de kans krijgt om hun les te geven. Als alle koppels klaar zijn, laat u ze het volgende met het andere koppel bespreken:
-
Wat deden de leerkrachten goed?
-
Door welke methoden had de les nog beter kunnen zijn?
Als elk koppel de kans heeft gehad om hun les te geven en te evalueren, laat u de cursisten aan de rest van de klas vertellen wat ze geleerd hebben.
Zet tot slot van de les de volgende uitspraken op het bord. Laat de cursisten zich afvragen hoe deze beginselen hun verlangen kunnen versterken om op zending te gaan.
Laat enkele cursisten iets over hun gevoelens vertellen als ze over deze uitspraken nadenken. Besluit de les met de vraag of er cursisten zijn die hun getuigenis willen geven van de leerstellingen betreffende het heilsplan.
Uitnodigingen om te handelen
Moedig de cursisten aan om hun kennis van het heilsplan te vergroten en hun onderwijsvaardigheden te verbeteren door buiten de lessen om aan een van de volgende activiteiten te werken:
-
Bestudeer het gedeelte ‘Belangrijke definities’ op pagina 59–60 van Predik mijn evangelie. Oefen het uitleggen van die termen in je eigen woorden, met gebruik van eenvoudige uitspraken.
-
Bestudeer de teksten in de vakjes Schriftstudie op pagina 49–50 van Predik mijn evangelie. Selecteer een of twee passages die je wilt gebruiken om in elk onderdeel van het heilsplan te onderwijzen, en markeer ze in je Schriften. Je kunt overwegen om een of meer van die passages uit het hoofd te leren.
-
Maak een schema om anderen in het heilsplan te onderwijzen. Overweeg het gebruik van de lesideeën op pagina 56–59 van Predik mijn evangelie.
-
Denk aan een moment waarop je kennis van het heilsplan je tot zegen is geweest. Schrijf een korte samenvatting over die ervaring in je studieverslag of vertel een vriend(in) erover.