Instituut
Les 6: Voorbereiding op een leven als zendeling


6

Voorbereiding op een leven als zendeling

Inleiding

Een voltijdzending vervullen, is een roeping aanvaarden om de Heer Jezus Christus te vertegenwoordigen. Een zending is een vreugdevolle ervaring, maar houdt wel in dat je hard moet werken. Om een effectieve zendeling te zijn, moeten jonge mannen en vrouwen voorbereid zijn om op moeilijke momenten op de Heer te vertrouwen. Als toekomstige zendelingen gezonde verwachtingen van een zending hebben, zullen ze beter in staat zijn om met geheel hun ‘hart, macht, verstand en kracht’ (LV 4:2) te dienen.

Voorbereiding

Lesideeën

Zendeling worden

Begin de les met het stellen van deze vragen:

  • In welke opzichten zal je levenswijze veranderen als je op zending gaat?

  • Wat kun je nu al doen om je op die veranderingen voor te bereiden?

Laat het volgende citaat van ouderling David A. Bednar van het Quorum der Twaalf Apostelen zien, en laat een cursist het voorlezen. U kunt ook het videofragment met die uitspraak laten zien. Leg uit dat hoewel ouderling Bednar tot de jongemannen in de priesterschapsbijeenkomst van een algemene conferentie sprak, de beginselen ook op jongevrouwen van toepassing zijn.

Afbeelding
Ouderling David A. Bednar

‘Bij mijn samenkomsten met jonge leden van de kerk over de hele wereld vraag ik de aanwezigen vaak of ze vragen hebben. Een van de vragen die jongemannen mij het meest stellen, is: “Wat kan ik het beste doen om mij voor te bereiden op een voltijdzending?” Zo’n oprechte vraag verdient een serieus antwoord.

‘Beste jonge broeders, het allerbelangrijkste wat je kunt doen om je voor te bereiden op een zendingsoproep is lang voordat je op zending gaat al een zendeling te worden. Let op: ik zei met nadruk een zendeling worden in plaats van op zending gaan. Dat zal ik even uitleggen.

In ons gebruikelijke kerkjargon hebben we het vaak over naar de kerk gaan, naar de tempel gaan en op zending gaan. Maar ik stel dat onze nogal routinematige nadruk op het woord gaan ertoe leidt dat we het belangrijkste over het hoofd zien.

‘Het draait er niet om dat we naar de kerk gaan. Nee, het gaat erom dat we bij onze kerkgang aanbidden en onze verbonden hernieuwen. Het draait er niet om dat we naar de tempel gaan. Nee, het gaat erom dat we de geest, de verbonden en verordeningen van het huis des Heren in ons hart hebben. Het draait er niet om dat we op zending gaan. Nee, het gaat erom dat we een zendeling worden en ons hele leven lang met heel ons hart, macht, verstand en sterkte dienen. Een jonge man kan op zending gaan zonder een zendeling te worden, en dat is niet wat de Heer vraagt of wat de kerk nodig heeft.

‘Het is mijn oprechte hoop dat ieder van jullie, jonge mannen, niet alleen op zending gaat, maar dat je al lang voor het indienen van je zendingsaanvraag een zendeling wordt — lang voordat je een zendingsoproep krijgt, lang voordat je door je ringpresident wordt aangesteld en lang voordat je naar het opleidingscentrum voor zendelingen gaat.’ (‘Een zendeling worden’, Liahona, november 2005, 44.)

  • Wat kun je volgens ouderling Bednar het beste doen om je op een voltijdzending voor te bereiden? (Ruim voordat je op zending gaat een zendeling worden.)

Laat een cursist het volgende gedeelte van het citaat van ouderling Bednar voorlezen, of laat het videofragment zien:

Afbeelding
Ouderling David A. Bednar

‘Natuurlijk hoef je om een zendeling te worden niet elke dag met een wit overhemd en een stropdas aan naar school en hoef je je ook niet aan de zendingsregels voor het naar bed gaan en opstaan te houden, hoewel de meeste ouders daar beslist voorstander van zouden zijn. Maar je kunt toenemen in je verlangen om God te dienen (zie LV 4:3) en je kunt beginnen te denken zoals zendelingen denken, te lezen wat zendelingen lezen, te bidden zoals zendelingen bidden en te voelen wat zendelingen voelen. Je kunt de wereldse invloeden vermijden die de Heilige Geest doen terugtrekken en je kunt toenemen in je vertrouwen om geestelijke ingevingen te herkennen en erop in te spelen. ‘Regel op regel en voorschrift op voorschrift, hier een beetje en daar een beetje, kun je geleidelijk de zendeling worden die je wilt zijn, en de zendeling die de Heiland wil dat je bent.’ (‘Een zendeling worden’, 45–46.)

Vraag dan:

  • In welke opzichten kun je volgens ouderling Bednar al een zendeling worden voordat je naar het opleidingscentrum voor zendelingen gaat?

Zet na de antwoorden van de cursisten de volgende waarheid op het bord: Ik kan nu al in mijn gedachten, gevoelens en gedrag een zendeling worden. Om dit beginsel te verduidelijken, laat u de cursisten de volgende teksten opslaan: Alma 17:2–3, 9, 11. Leg uit dat in deze teksten de zoons van Mosiah worden beschreven, die onder de Lamanieten op zending waren. Laat een cursist die teksten voorlezen. Vraag de klas mee te lezen en op te zoeken wat de zoons van Mosiah deden om met kracht en gezag te onderwijzen. Vraag vervolgens:

  • Wat deden de zoons van Mosiah als voorbereiding om met kracht en gezag te onderwijzen?

  • Hoe kunnen toekomstige zendelingen het voorbeeld van de zoons van Mosiah volgen bij hun voorbereiding op een zending?

Laat de cursisten pagina 149 van Predik mijn evangelie opslaan, en laat een cursist de derde alinea voorlezen. Stel vervolgens vragen als:

  • Wat moeten zendelingen volgens de zendingsoproep aan de Heer toewijden, en wat moeten ze achterlaten?

  • Wat zijn enkele ‘persoonlijke zaken’ die zendelingen moeten achterlaten als ze op zending gaan?

  • Wanneer zijn jullie gezegend omdat je offers had gebracht om God te dienen?

Geef de cursisten vervolgens enkele minuten de tijd om over de volgende vragen na te denken en de antwoorden in hun studieverslag te noteren. Moedig de cursisten aan om in detail op te schrijven wat de Heilige Geest ze influistert. Vraag dan:

  • Wat zouden jullie nu al kunnen doen om als een zendeling te gaan denken, voelen en handelen?

  • Hoe kun je je erop voorbereiden om persoonlijke zaken achter te laten en al je tijd en aandacht aan het werk van de Heer toe te wijden?

  • Hoe kunnen die dingen ertoe bijdragen dat je net als de zoons van Mosiah met kracht en gezag zult onderwijzen?

Moedig de cursisten aan om doelen in hun studieverslag te noteren. Ideeën: elke dag het Boek van Mormon bestuderen, ’s morgens en ’s avonds bidden, naar de kerk gaan, vóór half elf naar bed gaan, om half zeven opstaan, minder elektronica gebruiken, of ernaar streven de geboden nauwkeuriger te onderhouden.

De norm van getrouwheid

Zet het woord ‘vereiste’ op het bord. Vraag de cursisten wanneer we aan vereisten moeten voldoen. Geef de cursisten even de tijd om Leer en Verbonden 88:74 te bestuderen en enkele vereisten voor een zending op te zoeken. Vraag dan:

  • Hoe moesten de arbeiders in het koninkrijk van de Heer zich voorbereiden om het evangelie te prediken? (Zich heiligen, hun hart zuiveren, hun handen reinigen.)

  • Wat houdt het in om geheiligd te worden? (Rein en de Heilige Geest waardig zijn.)

  • Welk beginsel betreffende zendelingen staat er in Leer en Verbonden 88:74? (Zet na de antwoorden van de cursisten het volgende op het bord: De Heer vereist reinheid van zijn dienstknechten.)

Leg uit wat het voor een zendeling betekent om rein en een zending waardig te zijn, laat u het volgende citaat uit een toespraak van ouderling M. Russell Ballard van het Quorum der Twaalf Apostelen zien, en vraagt u een cursist het voor te lezen:

Afbeelding
Ouderling M. Russell Ballard

‘Als apostel van de Heer Jezus Christus roep ik je op om nu meteen — vanavond — te beginnen in alle opzichten goed te leven. Neem je vast voor, en beloof God, en streef er ijverig naar om van nu af aan je hart, handen en gedachten zedelijk rein te houden. Besluit porno te vermijden als de gevaarlijkste ziekte, want dat is het ook. Besluit volledig van tabak, alcohol en drugs af te blijven. Besluit eerlijk te zijn. Besluit een goede burger te zijn en je te houden aan de wetten van het land. Besluit vanaf nu je lichaam nooit te verontreinigen of grove taal te gebruiken die een priesterschapsdrager niet past.’ (‘De beste generatie zendelingen’, Liahona, november 2002, 47).

Stel vragen als de volgende, waarmee de cursisten de raad van ouderling Ballard kunnen analyseren:

  • Welke geboden moeten toekomstige zendelingen volgens ouderling Ballard onderhouden?

  • Wat houdt het in om je hart, handen en gedachten ‘zedelijk rein te houden’? (Zo nodig kunt u verwijzen naar het gedeelte ‘Seksuele reinheid’ in het boekje Voor de kracht van de jeugd [2011], 35–37.)

  • Waarom is het verstandig om pornografie te vermijden alsof het een ernstige ziekte is? En waarom kun je als zendeling beter denken, voelen en handelen als je pornografie vermijdt?

Laat de video ‘Stay within the Lines’ (5:10) zien zodat de cursisten kunnen aanvoelen hoe belangrijk het is om een zending waardig te zijn. Voordat u de video laat zien, kunt u bespreken waarom lijnen in bepaalde sporten belangrijk zijn. Bespreek het verschil tussen ‘binnen de lijn’ en ‘buiten de lijn’ en wat voor invloed de lijnen op atleten hebben. Vertel dat ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft uitgelegd wat het betekent om vóór je zending binnen de geestelijke lijnen te blijven.

Na afloop van de video kunt u de volgende vragen stellen:

  • Wat is het verband tussen ‘binnen de lijnen blijven’ en je voorbereiden op een zending?

  • Ouderling Holland verzocht de teamleden van de Heer dringend om lid van het team te blijven en niet ‘buiten de lijnen’ te gaan. Wat betekent dat voor jullie?

  • Waarom zou een zendeling niet in staat zijn anderen tot Christus te brengen als hij of zij zich niet van zijn of haar eigen zonden heeft bekeerd?

Geef de cursisten even de tijd om zich af te vragen hoe waardig zij zijn om op zending te gaan. Leg uit dat als zij niet zeker weten of zij een zending waardig zijn, zij in gebed om hulp moeten vragen en een gesprek met hun bisschop of gemeentepresident moeten hebben.

Lichamelijke en emotionele voorbereiding

Laat het volgende citaat van het Eerste Presidium uit 2002 zien, en laat de cursisten het doorlezen. Of laat een cursist het citaat voorlezen.

‘Een voltijdzending is een voorrecht voor hen die door inspiratie door de president van de kerk worden geroepen. De bisschop en de ringpresident hebben de belangrijke taak om goede leden te vinden die geestelijk, fysiek en emotioneel voorbereid zijn op dit heilige werk — leden die zonder enig voorbehoud kunnen worden aanbevolen.’ (Brief van het Eerste Presidium, 11 december 2002.)

Vraag dan:

  • Zou iemand zich naast de geestelijke voorbereiding ook lichamelijk en emotioneel op een zending moeten voorbereiden?

Laat het volgende citaat zien, en laat een of meer cursisten het voorlezen:

Dagelijkse lichaamsbeweging. Een zendeling moet in staat zijn om gemiddeld zo’n tien kilometer per dag te lopen en zo’n twintig kilometer te fietsen. Toekomstige zendelingen die niet meer lopen dan van hun auto naar hun klaslokaal of werkplek zullen in het zendingsveld waarschijnlijk last van hun voeten krijgen, of blaren krijgen. […] Een zendeling die geen goede conditie heeft, zal door het zendingswerk moe worden, en een vermoeide zendeling is veel ontvankelijker voor gezondheidsproblemen en gevoelens van ontmoediging dan een fitte zendeling.

Toekomstige zendelingen kunnen zich op het zware zendingsleven voorbereiden door geregelde lichaamsbeweging — iedere dag een uur wandelen, hardlopen of fietsen. […]

Voldoende slaap. Hoewel slaapbehoeften kunnen variëren, hebben jongvolwassenen over het algemeen zeven tot acht uur slaap nodig. Idealiter moeten ze tussen half elf en twaalf uur in bed liggen en tussen half zeven en acht uur opstaan. Als ze tot twee of drie uur ’s nachts opblijven en tot tien uur ’s morgens slapen, kunnen ze zich voortdurend moe voelen en willen ze wel tot twaalf uur slapen. […] Zendelingen leiden een regelmatig leven. Ze staan iedere dag om half zeven op en gaan om half elf naar bed. Dat schema kan moeilijk zijn als de toekomstige zendeling niet ruim van tevoren aan zo’n schema went.

Gezonde eetgewoonten. In plaats van suiker en vet moeten jonge mensen eiwitten en vezels leren eten, zoals mager vlees, yoghurt, groente en fruit. Ook het drinken van meer dan 350 ml frisdrank per dag is te veel.’ Donald B. Doty, ‘Missionary Health Preparation’, Ensign, maart 2007, 64.)

  • Als een zendeling lichamelijk niet fit is, wat voor invloed kan dat dan hebben op het zendingswerk, de zendingscollega en het welzijn van de zendeling zelf?

Laat de cursisten over de volgende vragen nadenken:

  • Hoe zou je jouw lichamelijke voorbereiding op een zending beschrijven?

  • Wat kun je nu al doen om je lichamelijk op een voltijdzending voor te bereiden?

Moedig de cursisten aan om zich nu al voor te bereiden door voldoende te slapen, gezond te eten en aan lichaamsbeweging te doen, zodat ze de lichamelijke kracht ontwikkelen die ze op zending nodig hebben. Als er tijd voor is, kunt u de cursisten hun plannen in hun studieverslag laten noteren.

Laat een cursist uitleggen hoe het lichaam op lichamelijk inspannende activiteiten reageert, zoals een trap oprennen (verhoogde hartslag, zwaarder ademen, zweten, vermoeide spieren enzovoort). Leg uit dat lichamelijke inspanning slechts een van de vele moeilijkheden van een zending is. Vraag dan:

  • Hoe zou het lichaam van een zendeling reageren op emotionele stress of lichamelijke inspanning die uit moeilijke of onverwachte problemen voortkomt?

Leg uit dat alle zendelingen weleens met een vorm van emotionele stress, heimwee, gebrek aan zelfvertrouwen, verdriet of andere emoties te maken krijgen, waardoor ze gedeprimeerd kunnen raken. Dat hoort bij het leven als zendeling.

Vertoon de video ‘Preparation of Gordon B. Hinckley: Forget Yourself and Go to Work’ (2:04). Laat de cursisten opletten waarom president Gordon B. Hinckley als jonge zendeling in Engeland ontmoedigd was.

Vraag de klas:

  • Wat waren enkele van de redenen dat president Hinckley in het zendingsveld ontmoedigd was?

  • Wat deed president Hinckley om die ontmoediging te overwinnen?

Leg uit dat enkele van de beste zendelingen in de Schriften weleens ontmoedigd waren of andere problemen hadden. Zet de volgende tekstverwijzingen op het bord: Jeremia 1:4–9; Alma 17:5; 26:27; en Mozes 6:31–32. Laat de cursisten een van die tekstverwijzingen uitkiezen en doorlezen. Laat ze de problemen opzoeken die de personen in die teksten observeerden of ondervonden. U kunt de bevindingen van de cursisten als volgt op het bord samenvatten:

Jeremia 1:4–9. Jeremia was bang dat de mensen niet naar hem zouden luisteren omdat hij te jong was.

Alma 17:5; 26:27. Ammon en de andere zendelingen leden lichamelijk en geestelijk. Ze waren ontmoedigd en stonden op het punt om de moed op te geven.

Mozes 6:31–32. Henoch vroeg zich af of de mensen wel naar hem zouden luisteren omdat hij niet welbespraakt en nog erg jong was.

Vraag dan:

  • Wat leer je van deze drie verslagen over de emotionele moeilijkheden van zendingswerk? (U kunt de antwoorden van de cursisten als volgt op het bord samenvatten: Lichamelijke en emotionele problemen zijn een normaal onderdeel van het leven als zendeling.

  • Wat denk je als je hoort dat lichamelijke en emotionele problemen een normaal onderdeel van het leven als zendeling zijn?

  • Hoe wordt jouw voorbereiding op een zending beïnvloed door de kennis dat alle zendelingen weleens moeilijkheden hebben?

Zorg ervoor dat de cursisten begrijpen dat bijna alle zendelingen weleens emotionele of lichamelijke problemen hebben. Daarom moeten zendelingen op gezonde wijze met stress leren omgaan, op een manier die een zendeling waardig is. Gezonde manieren om buiten het zendingsveld met stress om te gaan, zijn vaak niet mogelijk voor zendelingen, zoals wat tijd alleen doorbrengen, naar muziek luisteren of sporten. Zendelingen moeten met stress leren omgaan op manieren die voldoen aan de zendingsregels.

Deel de klas op in groepjes en geef het uitreikblad ‘Vereisten van het zendingsleven’ aan de cursisten. Laat elke groep (1) het eerste gedeelte, ‘Vereisten van het zendingsleven’, voorlezen en (2) bespreken in welke opzichten ze zich beter kunnen voorbereiden nu ze zich bewust zijn van de vereisten van het zendingsleven.

Afbeelding
Uitreikblad zendingsleven

Als de groepen voldoende tijd hebben gehad om het gedeelte te lezen en te bespreken, laat u enkele cursisten vertellen wat ze in hun groep besproken hebben. Lees en bespreek klassikaal het volgende gedeelte van het uitreikblad, ‘Zich aan nieuwe ervaringen aanpassen’, en bespreek hoe begrip van de typerende fasen van aanpassing nuttig kan zijn als ze naar het opleidingscentrum gaan.

Ons tot de Heer wenden als we het moeilijk hebben

Om de cursisten aan te moedigen zich alvast af te vragen hoe ze met problemen in het zendingsveld zullen omgaan, legt u uit dat Nephi sterke gevoelens van ontoereikendheid en ontmoediging had en opschreef wat hij deed om die gevoelens te overwinnen. Laat een cursist 2 Nephi 4:17–19 voorlezen. Vraag dan:

  • Welke woorden of zinsneden gebruikte Nephi om de gevolgen van zijn zwakheden te beschrijven?

Laat de cursisten 2 Nephi 4:19–26 bestuderen en opzoeken hoe Nephi zijn gevoelens van ontmoediging overwon. Vraag dan:

  • Welke woorden gebruikte Nephi om te beschrijven hoe hij die negatieve gevoelens overwon? (De cursisten moeten vaststellen dat Nephi op de Heer vertrouwde [zie vers 19], zich herinnerde wat de Heer in het verleden voor hem had gedaan [zie vers 20–23], machtige gebeden heeft uitgesproken [zie vers 24] en zich de barmhartigheid van de Heer herinnerde [zie vers 26].)

  • Ben je in tijden van ontmoediging en stress weleens geholpen toen je aan de Heer en zijn goedheid dacht?

  • Eerder in de les hebben we besproken dat het normaal is als zendelingen last hebben van emotionele stress, heimwee, en gevoelens van ontoereikendheid, verdriet of andere emoties waardoor ze gedeprimeerd kunnen raken. Als je overweegt wat Nephi in 2 Nephi 4:19–26 heeft opgeschreven, wat voor advies zou je een zendeling dan geven die met dergelijke gevoelens worstelt ? (Zie erop toe dat de cursisten het volgende beginsel benoemen, en overweeg het op het bord te schrijven: Als zendelingen op de Heer vertrouwen, kunnen ze met zijn hulp de lichamelijke en emotionele eisen van het zendingswerk aan.)

U kunt het volgende citaat van ouderling Jeffrey R. Holland, lid van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen en bespreken:

Afbeelding
Ouderling Jeffrey R. Holland

‘[Ik geloof] niet dat zendingswerk ooit makkelijk is geweest, noch dat bekering dat is, noch dat behoud van bekeerlingen dat is, noch dat blijvende getrouwheid dat is. Ik geloof dat het de bedoeling is dat het inzet vereist, iets dat uit de grond van onze ziel komt.

‘Als Hij ’s avonds kon knielen, zich op zijn gezicht laten vallen, bloeden uit iedere porie, en uitroepen: ‘Abba, Vader (Papa), alle dingen zijn mogelijk voor U, neem deze drinkbeker van Mij weg’ [zie Markus 14:36], dan is het geen wonder dat het verkrijgen van het heil voor ons niet makkelijk is. Als u zich afvraagt of er geen makkelijker manier is, bedenk dan dat u niet de eerste bent die dat vraagt. Iemand die veel groter is, heeft lang geleden al gevraagd of er geen makkelijker manier was.

‘De verzoening steunt wellicht de zendelingen nog meer dan dat ze de onderzoekers steunt. Hebt u moeilijkheden, wordt u verworpen, wordt u bespuwd en uitgeworpen, dan bevindt u zich naast de Beste die deze wereld ooit gezien heeft, dan staat u naast het enige reine en volmaakte leven dat ooit geleefd is. U hebt reden om het hoofd hoog te houden en dankbaar te zijn dat de levende Zoon van de levende God alles weet van uw verdriet en uw kwellingen. De enige weg naar het heil voert over Getsemane en naar Golgota. De enige weg naar de eeuwigheid voert door Hem — de weg, de waarheid en het leven.’ (‘Missionary Work and the Atonement’, Ensign, maart 2001, 15.)

Vraag dan:

  • Waarom moeten zendelingen volgens ouderling Holland in moeilijke tijden het hoofd hoog houden?

Leg aan de cursisten uit dat als ze in het zendingsveld moeilijke tijden doormaken, ze moeten bedenken dat ze ertoe bijdragen dat anderen dichter bij Christus komen. Zet de volgende tekstverwijzingen op het bord: Alma 26:11–13; 29:10; en Leer en Verbonden 18:15–16. Laat enkele cursisten om de beurt een van die teksten voorlezen. Laat de klas meelezen en vaststellen welke teksten over het leven als zendeling gaan. Laat de cursisten samenvatten wat ze hebben geleerd, en verzeker ze dat zendingswerk hard werken betekent en soms ontmoedigend kan zijn, maar dat als we ons inzetten om anderen tot Christus te brengen, de Heer ons met vreugde zal zegenen. U kunt de cursisten vragen of ze al eens ervaring met dit beginsel hebben gehad.

Vertel de cursisten dat ze zo nu en dan een collega kunnen krijgen die met emotionele of mentale problemen worstelt. In dergelijke gevallen moeten ze naar hun collega luisteren en hem of haar liefhebben. De steun van een collega kan essentieel zijn om die problemen te overwinnen. Ze mogen nooit zeggen dat die problemen vanzelf zullen verdwijnen als de collega gewoon meer geloof heeft.

Leg ook uit dat sommige problemen alleen met de hulp van priesterschapsleiders of professionele hulpverleners opgelost kunnen worden, en dat in de meeste zendingsgebieden professionele hulp beschikbaar is. Zendelingen die emotionele problemen hebben, moeten daar met hun zendingspresident over praten om te bepalen wat voor hulp ze nodig hebben.

Om de cursisten zich verder te laten afvragen hoe ze als zendeling met lichamelijke en emotionele problemen moeten omgaan, geeft u ze enkele minuten de tijd om iets op te schrijven over een tijd dat zij moeilijke omstandigheden moesten overwinnen. Vraag de cursisten vervolgens wat ze in die situatie over de Heer en zichzelf hebben geleerd en hoe ze die ervaring kunnen gebruiken om hen in de toekomst te versterken.

Spreek tot slot uw vertrouwen uit in de cursisten en in hun vaardigheid om met de veranderende omstandigheden op een zending om te gaan. Geef uw getuigenis dat de Heer mensen helpt die zich tot Hem wenden om hun lichamelijke en emotionele problemen te overwinnen.

Uitnodigingen om te handelen

Moedig de cursisten aan om zich op het leven als zendeling voor te bereiden door een van de volgende activiteiten te doen:

  • Overweeg wat je moet doen om rein en waardig op zending te kunnen gaan. Wellicht moet je ongepaste gedachten of gedragingen overwinnen die aanstootgevend voor de Geest zijn.

  • Stel persoonlijke doelen voor dagelijkse lichaamsbeweging, gezonde voeding of goede slaapgewoonten die overeenkomen met het dagelijkse schema van een zendeling.

  • Bestudeer de kledingnormen voor voltijdzendelingen op LDS.org.

  • Laat een teruggekeerde zendeling vertellen hoe hij of zij met stress om is gegaan en de moeilijkheden van het zendingsleven heeft overwonnen.

  • Bespreek met ouders of priesterschapsleiders manieren om met een zendingscollega om te gaan met wie je niet veel gemeen hebt of met wie je niet goed kunt opschieten.

Afdrukken