De beste generatie zendelingen
Jonge broeders van de Aäronische priesterschap, we roepen jullie op om je te verheffen, te voldoen aan de verwachtingen en je volledig voor te bereiden om de Heer te dienen.
In een van de indrukwekkendste en leerzaamste verhalen uit het Boek van Mormon legde het volk van Ammon een eed af dat zij nooit meer wapens op zouden nemen om bloed te vergieten. Maar ‘toen zij het gevaar en het vele lijden (…) zagen, die de Nephieten om hunnentwil hadden te verduren, werden zij door medelijden bewogen en wensten zij de wapenen op te nemen om hun land te verdedigen’ (Alma 53:13). Helaman en zijn broeders haalden hen over om zich toch aan hun eed tegenover de Heer te houden.
In de Schriften lezen we niet wie hen er het eerst op wees dat hun zonen niet diezelfde eed als hun ouders hadden afgelegd. Ik denk graag dat het een van de jongemannen was die voorstelde om hem en zijn leeftijdgenoten toe te staan ‘de wapenen op te nemen’ en ‘zich Nephieten [te noemen]’.
‘En zij sloten een verbond om voor de vrijheid der Nephieten te strijden, ja, om het land met hun leven te verdedigen’ (Alma 53:16–17).
Dat was een buitengewone opdracht voor een groep van tweeduizend jongemannen, maar het waren dan ook buitengewone jongemannen. In de Schriften staat: ‘En het waren allen jongemannen, die zowel in moed als in kracht en werklust uitblonken; doch ziet, dit was niet alles — het waren mannen, die te allen tijde getrouw waren in alle dingen, die hun werden toevertrouwd.
‘Ja, het waren waarheidslievende en ernstige mensen, want hun was geleerd de geboden van God te bewaren en oprecht voor Hem te wandelen’ (Alma 53:20–21).
In de rest van het verhaal is te lezen hoe die jongemannen heldhaftig streden tegen de veel oudere Lamanieten, die veel meer ervaring hadden. Volgens hun leider, Helaman, vochten zij ‘als met de kracht Gods; (…) zo krachtig vielen zij de Lamanieten aan, dat zij hun schrik aanjoegen, en daarom gaven de Lamanieten zich als krijgsgevangenen over’ (Alma 56:56).
Stel u voor! Die onervaren jongemannen waren geestelijk en lichamelijk zo goed voorbereid, en zo krachtig, dat ze hun vijanden angst inboezemden en die zich overgaven! Alle tweeduizend jongemannen raakten wel gewond in de strijd, maar er sneuvelde er geen. (Zie Alma 57:25.) Nogmaals de woorden van Helaman: ‘En wij schrijven het terecht toe aan de wondervolle kracht Gods wegens hun buitengewoon groot geloof in hetgeen hun was geleerd te geloven, namelijk, dat er een rechtvaardig God is, en dat een ieder die niet twijfelde, door zijn wondervolle kracht zou worden bewaard’ (Alma 57:26).
Broeders, momenteel zijn wij in een strijd verwikkeld die in veel opzichten gevaarlijker is dan de strijd tussen de Nephieten en de Lamanieten. Onze vijand is geslepen en vindingrijk. Wij strijden tegen Lucifer, de vader van alle leugens, de vijand van alles wat goed, juist en heilig is. Wij leven inderdaad in de tijd waar Paulus van geprofeteerd heeft, waarin ‘de mensen […] zelfzuchtig [zullen] zijn, geldgierig, pochers, vermetel, kwaadsprekers, aan hun ouders ongehoorzaam, ondankbaar, onheilig.
‘Liefdeloos, trouweloos, lasteraars, onmatig, onhandelbaar, afkerig van het goede, (…) met meer liefde voor genot dan voor God.
‘Met een schijn van godsvrucht de kracht daarvan verloochend hebbende; houd ook dezen op een afstand’ (2 Timoteüs 3:2–5).
Klinkt dat bekend, broeders? Ik vind het klinken als een zaterdagavond televisie kijken.
Dit is een gevaarlijke tijd. Wij vechten letterlijk om de ziel van mensen. De vijand is onverzoenlijk en meedogenloos. Hij neemt met beangstigende snelheid mensen voor eeuwig gevangen. En er is geen enkele indicatie dat hij het kalmer aan gaat doen.
Hoewel wij bijzonder dankbaar zijn voor de vele leden van de kerk die zoveel goeds doen in de strijd voor waarheid en recht, moet ik u in alle eerlijkheid zeggen dat het toch niet genoeg is. Wij hebben veel meer hulp nodig. En dus, net als het volk van Ammon zich tot hun zonen wendde om versterking in de oorlog tegen de Lamanieten, wenden wij ons tot jullie, jonge broeders van de Aäronische priesterschap. Wij hebben jullie nodig. Net als de tweeduizend jeugdige krijgers van Helaman, zijn jullie de geestzonen van God en kunnen jullie de kracht krijgen om zijn koninkrijk op te bouwen en te verdedigen. Jullie moeten goed leven en heilige verbonden sluiten, net als zij. Jullie moeten in alles gehoorzaam en getrouw zijn, net als zij.
Wat wij nu nodig hebben, is de beste generatie zendelingen in de geschiedenis van de kerk. Wij hebben deugdzame, goed voorbereide, geestelijk energieke zendelingen nodig die, net als de tweeduizend jeugdige krijgers van Helaman, zowel ‘in moed als in kracht en werklust uitblinken’ en die ‘te allen tijde getrouw [zijn] in alle dingen, die hun [worden] toevertrouwd’ (Alma 53:20).
Luister naar die woorden, jonge broeders: heldhaftig, moedig, kracht, werklust, getrouw. Wij hebben geen geestelijk zwakke en half toegewijde jongemannen nodig. Je moet niet alleen een positie vervullen; we hebben je hele hart en ziel nodig. We hebben levendige, nadenkende, enthousiaste zendelingen nodig, die weten hoe ze moeten luisteren naar de influisteringen van de Heilige Geest en er gehoor aan geven. Dit is niet een tijd voor geestelijk zwakken. We kunnen jullie niet op zending sturen om je te heractiveren, te hervormen of een getuigenis te krijgen. Daar hebben we gewoon de tijd niet voor. Je moet vol ‘geloof, hoop, mensenmin en liefde [zijn], met het oog alleen op de ere Gods gericht’ (LV 4:5).
Als apostel van de Heer Jezus Christus roep ik je op om nu meteen — vanavond — te beginnen in alle opzichten goed te leven. Neem je vast voor, en beloof God, en streef er ijverig naar om van nu af aan je hart, handen en gedachten zedelijk rein te houden. Besluit porno te vermijden als de gevaarlijkste ziekte, want dat is het ook. Besluit volledig van tabak, alcohol en drugs af te blijven. Besluit eerlijk te zijn. Besluit een goede burger te zijn en je te houden aan de wetten van het land. Besluit vanaf nu je lichaam nooit te verontreinigen of grove taal te gebruiken die een priesterschapsdrager niet past.
En dat is nog niet alles wat we van jullie verwachten, jonge broeders. Wij verwachten van jullie dat je begrip en een sterk getuigenis hebt van het herstelde evangelie van Jezus Christus. Wij verwachten van jullie dat je hard werkt. Wij verwachten van jullie dat je verbonden sluit en je eraan houdt. Wij verwachten van jullie dat jullie zendelingen zijn die onze heerlijke boodschap eer aandoen.
Dat zijn hoge normen. Dat begrijpen we, maar we verontschuldigen ons er niet voor. Ze komen overeen met de eisen die de Heer aan je stelt voordat je het Melchizedeks priesterschap ontvangt, naar de tempel gaat, op zending gaat, en een goede echtgenoot en vader wordt. Ze zijn niet nieuw, er is niets wat je niet al gehoord hebt. Maar vanavond, jonge broeders van de Aäronische priesterschap, roepen we jullie op om je te verheffen, te voldoen aan de verwachtingen, en je volledig voor te bereiden op het dienen van de Heer.
Velen van jullie zijn daar al mee bezig, en wij zijn blij dat je goed leeft en vastberaden bent. Laat het voor de anderen vanavond het begin van jullie voorbereiding zijn. Als jullie tekortschieten in het naleven van de gedragsnormen, besluit dan om de nodige veranderingen aan te brengen — en begin daar nu meteen mee. Als je denkt dat je met je vader en je bisschop moet spreken over zonden die je hebt begaan, wacht daar dan niet mee: doe het nu. Zij zullen je helpen om je te bekeren en te veranderen, zodat je tot de beste generatie zendelingen kunt behoren.
Begrijp me goed: we leggen de lat, de eisen voor een zending, hoger. De tijd van ‘bekeer je en ga op zending’ is voorbij. Jullie weten wel waar ik het over heb, nietwaar? Sommige jongemannen denken onterecht dat ze datgene kunnen doen wat ik net heb besproken, om zich vervolgens op achttien-en-een-halfjarige leeftijd te kunnen bekeren en met negentien jaar op zending te gaan. Hoewel het klopt dat je je kunt bekeren van zonde, kom je daarmee niet automatisch in aanmerking voor een zending. Het is veel beter om jezelf rein en rechtschapen te houden op deze eenvoudige manieren:
-
Ontwikkel een zinvolle gebedsrelatie met je hemelse Vader.
-
Neem de sabbat in acht.
-
Werk, en zet een deel van je verdienste op een spaarrekening.
-
Betaal een volledige, eerlijke tiende.
-
Beperk de tijd die je besteed aan het spelen van computerspelletjes. Hoeveel vijanden je in een minuut kunt doodschieten in een computerspelletje is van geen enkel belang voor je werk als een goede zendeling.
-
Geef de Heer meer van je tijd door de Schriften te bestuderen en begrip te krijgen van de geweldige boodschap van de herstelling die we voor de wereld hebben.
-
Dien anderen en geef je getuigenis.
Vaders, u bent van onmisbaar belang bij deze voorbereiding. Wij weten dat het gezin de grootste invloed heeft op de voorbereiding van jongemannen op het Melchizedeks priesterschap, het huwelijk en het vaderschap. Als uw zonen voldoende begrip hebben van de fundamentele leerstellingen om een goede vader te worden, kunnen ze ook een voltijdzending vervullen. Helaas zijn er veel te veel vaders die deze eeuwige verantwoordelijkheid afschuiven. Misschien denkt u dat de bisschop, het seminarie, de zondagsschool en de leerkrachten en leiders van de jongemannenorganisatie zich in een betere positie bevinden om uw zonen te motiveren en inspireren dan u. Maar dat is niet waar. Kerkleiders zijn wel belangrijk voor de voorbereiding van uw zoon op het priesterschap en een zending, maar de kerk is niet meer dan een hulpmiddel voor u. Zij is geen vervanging voor uw geïnspireerde onderwijs, leiding en opvoeding.
Dus als we voor uw zonen de ‘lat hoger leggen’ voor een zending, dan betekent het dat we voor u ook de ‘lat hoger leggen’. Als we meer van hen verwachten, betekent het dat we ook meer verwachten van u en uw vrouw. Denk eraan: Helamans tweeduizend jeugdige krijgers waren getrouw omdat ‘hun was geleerd de geboden van God te bewaren en oprecht voor Hem te wandelen’ (Alma 53:21) — en dat hebben ze thuis geleerd.
Sommige vaders denken dat ze het recht niet hebben om hun kinderen te vragen of ze goed leven. Ze denken dat het uitsluitend een recht van de bisschop is. Vaders, u hebt niet alleen het recht om te weten of uw kinderen goed leven, het is uw plicht. Het is uw plicht om te weten hoe het staat met het geestelijk welzijn en de vooruitgang van uw kinderen. U moet goed in de gaten houden welke kwesties en vragen ze met u bespreken. Stel uw kinderen concrete vragen om te zien of ze goed leven en neem geen genoegen met vage antwoorden.
Al te vaak moeten onze bisschoppen jongeren de opdracht geven om met hun ouders te praten over problemen. Die procedure moet eigenlijk andersom verlopen. Ouders moeten zo goed op de hoogte zijn van wat er gaande is in het leven van hun kinderen dat ze eerder van de problemen afweten dan de bisschop. Ze moeten hun kinderen raad geven en met ze meegaan naar de bisschop als dat nodig is voor een volledige bekering. Als de door God geroepen rechters in Israël stellen de bisschop en de ringpresident namens de kerk vast of iemand goed leeft en lossen ze problemen op. Maar, vaders, u hebt de eeuwige verantwoordelijkheid voor het geestelijk welzijn van uw kinderen. Neem alstublieft uw rechtmatige plaats in als raadgever, adviseur en priesterschapsleider bij de voorbereiding van uw zoons op het Melchizedeks priesterschap en een zending.
Nu de bisschoppen. Ik besef dat er veel jongemannen zijn die thuis geen actieve vader hebben. Zorg er in die gevallen voor dat die Aäronisch-priesterschapsdragers in de kerk les krijgen van Melchizedeks-priesterschapsdragers die hen kunnen helpen met hun voorbereiding op het grote priesterschapswerk dat voor hen ligt. U, bisschop, en u, ringpresident, hebben de plicht om alleen de jonge mannen en jonge vrouwen aan te bevelen die volgens u geestelijk, lichamelijk, mentaal en emotioneel voorbereid zijn en de huidige realiteit van het zendingswerk aankunnen. Broeders, oordeel verstandig en bedenk dat niet alle jongemannen ver van huis op zending hoeven; sommigen kunnen het beste onder uw leiding dienst doen als wijkzendeling.
Wie nu een voltijdzending vervullen, danken we voor het werk dat zij doen. Deze avond is een goed moment om je prestaties eens goed onder de loep te nemen, en als je tekortschiet, zal je zendingspresident je behulpzaam zijn bij het aanbrengen van de nodige veranderingen om een effectieve, toegewijde dienstknecht van de Heer Jezus Christus te zijn.
Tot slot nog een opmerking voor hen die al terug zijn van zending: bedenk alsjeblieft dat je van je zending bent ontheven, maar niet van de kerk. Je bent twee jaar lang een afgezant van de Heer Jezus Christus geweest. Wij verwachten dat je er altijd uitziet en je gedraagt als een van zijn discipelen. Zorg dat je er zo uitziet. Zorg dat je je zo gedraagt. Volg geen wereldse trend of mode. Je staat daarboven. Als je bent afgezakt, doe dan wat nodig is om je geestelijk evenwicht terug te krijgen. De regels om gelukkig en succesvol te worden na je zending zijn grotendeels hetzelfde als de regels op zending: bid veel, werk hard en wees gehoorzaam. Ga aan de slag en zoek een eeuwige partner om met haar van het leven te genieten. Dien samen de Heer en voed de volgende generatie op.
Broeders, ik heb vanavond openhartig gesproken. Ik hoop dat u de liefde en zorg voelt die het Eerste Presidium, het Quorum der Twaalf en andere kerkleiders voor u hebben nu wij u vragen uzelf voor te bereiden om met ons de zegeningen van het herstelde evangelie aan alle mensen op aarde te brengen. Ieder van jullie is waardevol en wij willen dat jullie succesvol en veilig zijn in de strijd om de ziel van de kinderen van onze hemelse Vader. Moge God jullie zegenen met de moed om ‘te allen tijde getrouw’ (Alma 53:20) te zijn en met het besef wie je bent en wat de Heer voor je te doen heeft. Dat bid ik in de naam van de Heer Jezus Christus. Amen.