15
Familiehistorisch en tempelwerk
Inleiding
Toekomstige en voltijdzendelingen kunnen het heilswerk bevorderen door kennis te vergaren over tempelwerk en familiegeschiedenis en anderen te helpen om de Geest te voelen die van dat werk uitgaat. Familiegeschiedenis kan een krachtig middel zijn om onderzoekers te vinden en het geloof te versterken van nieuwe en minderactieve leden. Door deelname aan familiehistorisch werk wordt het hart van de mensen tot hun voorouders en de Heer gericht. Familiegeschiedenis is een instrument dat zendelingen kunnen gebruiken om anderen uit te nodigen tot Christus te komen en de verlossende verordeningen te ontvangen.
Voorbereiding
-
Bestudeer Leer en Verbonden 109:22–23; 110:13–16; 138:29–35; en Geschiedenis van Joseph Smith 1:38–39.
-
Bestudeer Predik mijn evangelie, pagina 89–90, 177–180.
-
Bereid u voor om de video ‘The Time Is Now’ (3:20) te laten zien, beschikbaar op LDS.org.
-
Bereid u voor om de video ‘Family History and Missionary Work — Finding’ (3:53) te laten zien, beschikbaar op LDS.org.
-
Bereid u voor om de video ‘Family History and Missionary Work — Activation’ (3:05) te laten zien, beschikbaar op LDS.org.
-
Maak een kopie van een waaierdiagram zoals u dat op FamilySearch.org kunt vinden.
-
Maak uzelf vertrouwd met de fundamentele zoekfuncties op FamilySearch.org, of nodig een consulent familiegeschiedenis van de wijk of ring uit om iets over deze hulpmiddelen te vertellen.
-
Zorg ervoor dat u een foto van een nabijgelegen tempel kunt laten zien.
-
Maak voor elke cursist een kopie van een blanco stamboomlijst met vier generaties (aan het eind van deze les).
Lesideeën
Het belang van de tempelbegiftiging
Laat een foto van een nabijgelegen tempel zien. Lees vervolgens deze uitspraak van president Howard W. Hunter voor:
‘Laten wij ervoor zorgen dat iedere zendeling goed voorbereid is wanneer hij de tempel bezoekt en dat die tempelervaring voor hem een nog groter hoogtepunt is dan zijn zendingsoproep.’ (‘Follow the Son of God’, Ensign, november 1994, 88.)
Voor alle duidelijkheid kunt u de uitspraak nogmaals voorlezen. Vraag dan:
-
In welke opzichten kan naar de tempel gaan een ‘groter hoogtepunt’ zijn dan een zendingsoproep? (Mogelijke antwoorden: een zending is tijdelijk, maar de verbonden die we in de tempel sluiten zijn eeuwig; de tempelzegens geven goede zendelingen kracht.)
Laat een cursist de eerste alinea voorlezen onder ‘Tempels en familiegeschiedenis’ op pagina 90 van Predik mijn evangelie. Vraag dan:
-
Wat voor zegeningen kunnen we in de tempel ontvangen?
-
Wat kan iemand die ernaar streeft om tot Christus te komen aan die zegeningen hebben?
Om duidelijk te maken dat zendelingen worden gezegend als ze vóór hun zending naar de tempel gaan, laat u de cursisten Leer en Verbonden 109:22–23 opslaan. Leg uit dat deze teksten deel uitmaken van het inwijdingsgebed van de Kirtlandtempel. Laat een cursist de teksten voorlezen. Vraag de klas mee te lezen en de tempelzegens op te zoeken die de dienstknechten van de Heer ontvangen. Laat de cursisten vervolgens een beginsel opzoeken dat in deze teksten wordt behandeld. Vraag:
-
Hoe kun je aan de hand van deze teksten begrijpen waarom het zo belangrijk is dat zendelingen de tempelzegens ontvangen voordat ze op zending gaan? (De antwoorden van de cursisten zijn wellicht met dit beginsel samen te vatten: Als zendelingen de tempelzegens ontvangen, zijn ze in staat om met goddelijke hulp en kracht de wereld in te gaan. U kunt dit beginsel op het bord zetten.)
Laat de volgende uitspraak van ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen zien en laat een cursist die voorlezen:
‘Het is van groot belang dat je begrijpt dat naar de tempel gaan voor je eigen begiftiging […] deel uitmaakt van je zendingsvoorbereiding. […] [Je moet] begrijpen dat die tempelverbonden belangrijk zijn [en] dat er een onlosmakelijk verband bestaat tussen je begiftiging en jouw succes als zendeling. Uit het woord begiftiging blijkt de kern van dat belangrijke verband. Een begiftiging is een gave. […]
‘Jullie weten dat je dit werk niet alleen kunt doen. We hebben hemelse hulp nodig; we hebben de giften en gaven van God nodig. […] Dit werk is zo gewichtig en de tegenwerking van de tegenstander zo groot dat we alle mogelijke goddelijke macht nodig hebben om onze werken kracht bij te zetten en de kerk voorwaarts te brengen.’ (‘Verbonden nakomen: een boodschap voor wie op zending gaan’, Liahona, januari 2012, 48–51.)
Vraag:
-
In welke opzichten bekrachtigt de uitspraak van ouderling Holland de informatie in Leer en Verbonden 109:22–23?
Leg uit dat waardige leden van de kerk eerst van hun priesterschapsleiders een tempelaanbeveling moeten krijgen voordat ze de tempelbegiftiging kunnen ontvangen. Laat daarna de volgende uitspraak zien en laat een cursist die voorlezen:
‘Een tempelaanbeveling is een teken dat we waardig bevonden zijn na een gesprek met een lid van onze bisschap of onze gemeentepresident en een gesprek met een lid van het ringpresidium of zendingspresidium. Een tempelgesprek is een goede gelegenheid om na te gaan of we goed genoeg leven. In elk van die gesprekken zal uw priesterschapsleider u vragen of u gelooft en de kerkelijke normen naleeft. Uw priesterschapsleiders houden de inhoud van deze gesprekken vertrouwelijk. […]
‘Hier volgen enkele onderwerpen die aan de orde komen:
Een getuigenis van onze hemelse Vader, Jezus Christus en de Heilige Geest.
Of u de president van de kerk steunt.
Of u de wet van kuisheid naleeft, tiende betaalt, eerlijk bent tegenover andere mensen en het woord van wijsheid onderhoudt.
Of u ernaar streeft naar de kerk te gaan, de verbonden die u hebt gesloten na te komen en naar de wetten en geboden van het evangelie te leven.’ (‘De tempel waardig zijn’, Liahona, augustus 2010, 12–13.)
-
In welke opzichten maken de vereisten voor een tempelaanbeveling duidelijk hoe heilig de tempel en je zendingsoproep zijn?
-
Als het niet te heilig of persoonlijk is, kunnen jullie dan uit eigen ervaring vertellen waardoor je bent gaan begrijpen hoe belangrijk de tempel en het tempelwerk zijn?
Laat de cursisten zich afvragen wat ze moeten doen om waardig te zijn als ze hun tempelbegiftiging ontvangen.
Voordat u verder gaat, kunt u de cursisten erop wijzen dat zij als zendeling hun uiterste best moeten doen om nieuwe leden aan te moedigen om zich op de tempel voor te bereiden. Nieuwe leden die naar de tempel gaan om zich plaatsvervangend voor overledenen te laten dopen hebben meer kans om actief te blijven en later naar de tempel te gaan om hun begiftiging te ontvangen en zich te laten verzegelen. Besluit dit gedeelte van de les met uw getuigenis van de tempel en de geestelijke kracht die u daar hebt ontvangen.
Gods plan om de doden te verlossen
Herinner de cursisten eraan dat Jezus Christus na zijn dood de geestenwereld bezocht. (Zie 1 Petrus 3:18–20; 4:6.) Laat de cursisten vervolgens Leer en Verbonden 138:29–35 opslaan. Leg uit dat dit gedeelte het verslag van het visioen bevat dat president Joseph F. Smith van de geestenwereld had. Laat enkele cursisten om de beurt de teksten voorlezen. Vraag dan:
-
Hoe heeft de Heiland de prediking van het evangelie aan de mensen in de geestenwereld georganiseerd?
-
Hoe kunnen we aan de hand van de verzen 33–35 beter begrijpen op welke wijze de mensen die in de geestenwereld het evangelie aanvaarden, de verlossende verordeningen kunnen ontvangen? (Voor wie het evangelie aanvaarden, kunnen de verlossende verordeningen plaatsvervangend worden verricht.)
Laat twee cursisten om de beurt de laatste twee alinea’s in het gedeelte ‘Tempels en familiegeschiedenis’ op pagina 90 van Predik mijn evangelie voorlezen. Vraag dan:
-
Wat voor voorzieningen heeft het plan van de Heer voor hen die zonder de essentiële verordeningen van het evangelie zijn overleden? (De levenden kunnen verlossende verordeningen voor overledenen verrichten.)
De zending van Elia
Leg uit dat Elia een profeet uit het Oude Testament was, die zo’n 900 jaar v.C. leefde. De profeet Maleachi profeteerde dat Elia op aarde zou terugkeren (zie Maleachi 4:5–6). Toen Moroni in 1823 aan Joseph Smith verscheen, herhaalde hij dat Elia zou terugkeren. Laat een cursist Geschiedenis van Joseph Smith 1:38–39 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wat Moroni over Elia zei. Vraag:
-
Wat kwam Joseph Smith over Elia te weten? (Hoewel ze andere woorden gebruikten, moeten de cursisten begrijpen dat Elia vóór de wederkomst van Jezus Christus op aarde zou terugkeren om het hart van de kinderen tot hun vaderen terug te voeren.)
-
Wat betekent het om het hart der kinderen tot hun vaderen terug te voeren? (Mensen krijgen interesse in, en zijn bezorgd om, het eeuwige welzijn van hun familieleden in het verleden, het heden en de toekomst. Door deze interesse worden mensen gemotiveerd om gegevens van hun overleden voorouders op te zoeken en namens hen aan plaatsvervangende verordeningen deel te nemen.
Leg uit dat er een week na de inwijding van de Kirtlandtempel in 1836 bijzonder gebeurtenissen plaatsvonden die in Leer en Verbonden 110 staan. Laat een cursist Leer en Verbonden 110:13–16 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wat Elia op aarde herstelde. Vraag de cursisten:
Om de cursisten duidelijk te maken dat de verzegelende sleutels van het priesterschap gezinnen tot zegen kunnen zijn, laat u een cursist de eerste alinea voorlezen van het gedeelte ‘Eeuwig huwelijk’ op pagina 89 van Predik mijn evangelie. Vraag dan:
-
Wat is volgens deze alinea het doel van de verzegeling die Elia op aarde heeft hersteld? (De strekking van de woorden van de cursisten dient de volgende leer te omvatten: Door de verzegelende sleutels van het priesterschap kunnen er in de tempel heilige verordeningen worden verricht om gezinnen voor eeuwig aan elkaar te verbinden.)
-
In welke opzichten zijn deze sleutels u, uw familieleden of vrienden tot zegen?
Zet op het bord: ‘De geest van Elia’. Hang de volgende citaten op en laat enkele cursisten die voorlezen:
Ouderling Russell M. Nelson van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd dat de geest van Elia ‘een manifestatie van de Heilige Geest [is] die getuigt van de goddelijke aard van het gezin’. (Zie ‘Een nieuwe oogsttijd’, Liahona, mei 1998, p. 39.)
Ouderling David A. Bednar van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft duidelijk aangegeven hoe de geest van Elia mensen beïnvloedt: ‘Deze kenmerkende invloed van de Heilige Geest zorgt dat mensen hun voorouders en familieleden, zowel die uit het verleden als het heden, gaan identificeren, vastleggen en koesteren.
‘De geest van Elia werkt in op mensen binnen en buiten de kerk. Als leden van de herstelde kerk van Christus hebben wij echter de verbondsverplichting om naar onze voorouders te zoeken en voor hen de heilsverordeningen van het evangelie te verrichten. […]
‘Daarom doen wij aan familiehistorisch onderzoek, bouwen wij tempels en verrichten wij plaatsvervangende verordeningen. ‘Daarom werd Elia gezonden om de verzegelbevoegdheid terug te brengen die op aarde en in de hemel bindt.’ (‘Het hart der kinderen zal zich wenden’, Liahona, november 2011, 25–26.)
Om ervoor te zorgen dat de cursisten deze leerstellingen van ouderling Nelson en ouderling Bednar goed begrijpen, vraagt u:
-
Wat bedoelen we als we het over de ‘geest van Elia’ hebben?
-
Hoe kan de Heilige Geest onze gevoelens over het gezin beïnvloeden? (De Geest van Elia, een kenmerkende invloed van de Heilige Geest, getuigt van de goddelijke aard van het gezin en draagt ertoe bij dat wij onze familieleden uit het heden en het verleden koesteren. Hij wakkert bij ons ook het verlangen aan om de verlossende verordeningen voor onze voorouders te verrichten.)
-
Hebben jullie weleens het gevoel gehad dat je hart zich op de een of andere manier tot je voorouders wendde? Waartoe werd je toen geïnspireerd? (Herinner de cursisten zo nodig aan eerdere lessen over de manier waarop de Heilige Geest met ons communiceert.)
Familiehistorisch werk doen
Laat een ingevulde stamboomlijst of een waaierdiagram uit FamilySearch.org zien. Vraag de cursisten wat voor gegevens er op deze documenten staan.
Geef iedere cursist een kopie van een blanco stamboomlijst. Geef de cursisten even de tijd om de stamboomlijst te bekijken en er zoveel mogelijk namen van voorouders op in te vullen.
Vraag de cursisten:
-
Waar zou je de informatie kunnen vinden om je stamboomlijst of waaierdiagram in te vullen? (Herinner de cursisten eraan dat ze eerst de hulp van ouders, grootouders of andere familieleden moeten inroepen. Een consulent familiegeschiedenis uit de wijk of ring kan ook helpen met familiehistorisch onderzoek. Daarnaast moeten de cursisten op de hoogte zijn met de website van de kerk voor familiehistorisch onderzoek, FamilySearch.org.)
Vraag enkele cursisten of ze iets kunnen vertellen over hun ervaring met FamilySearch om gegevens over hun voorouders op te zoeken. Als de cursisten FamilySearch niet gebruikt hebben, leg dan in het kort uit wat ze daar kunnen vinden. U kunt FamilySearch.org op een computer laten zien en de naam van een overleden voorouder van een van uw cursisten opzoeken. Leg uit dat FamilySearch een hulpmiddel is om onze voorouders op te zoeken en hun gegevens klaar te maken voor plaatsvervangende verordeningen in de tempel.
Leg uit dat we ook familiehistorisch onderzoek kunnen doen door verhalen over onze voorouders en familieleden te verzamelen. Door familiehistorische verhalen kunnen we de geest van Elia voelen en meer liefde en waardering krijgen voor familieleden die ons zijn voorgegaan. U kunt een kort verhaal over een van uw voorouders vertellen. Vraag dan:
-
Hoe kunnen familiehistorische verhalen uw gevoelens voor uw familieleden beïnvloeden?
-
Hoe kun je door die verhalen beter gaan begrijpen wie je bent en wat je kunt worden?
Laat de video ‘The Time Is Now’ (3:20) zien. Als ze naar het gesprek met ouderling David A. Bednar van het Quorum der Twaalf Apostelen kijken, moedig de cursisten dan aan om zich af te vragen waarom ze familiehistorisch werk doen of willen doen.
-
Wat heb je van ouderling Bednar en de jongeren in de video over familiegeschiedenis geleerd?
-
Wat voor gevoelens kregen deze jonge mensen toen ze familiehistorisch werk deden?
Leg uit dat ouderling Bednar een belofte deed aan jongeren die familiehistorisch en tempelwerk verrichten. Laat de volgende uitspraak zien en laat een cursist die voorlezen:
‘Als je met geloof op deze uitnodiging ingaat [om familiehistorisch en tempelwerk voor je voorouders te verrichten], zal je hart zich tot de vaderen wenden. De beloften aan Abraham, Isaak en Jakob zullen in je hart worden geplant. Je patriarchale zegen, waarin je afstamming staat vermeld, verbindt je met deze vaderen en zal meer voor je gaan betekenen. Je liefde en dankbaarheid voor je voorouders zullen toenemen. Je getuigenis van de Heiland zal sterker worden en je bekering tot Hem zal blijvender zijn. En ik beloof je dat je beschermd zult worden tegen de toenemende invloed van de tegenstander. Als je met je hart betrokken raakt bij dit heilige werk, zul je in je jeugd en je hele leven bescherming genieten.’ (‘Het hart der kinderen zal zich wenden’, Liahona, november 2011, 26–27.)
Vraag de cursisten:
-
Welke door ouderling Bednar genoemde zegeningen zou je het liefst willen ontvangen en waarom? (Hun antwoorden kunnen het beginsel omvatten dat familiehistorisch werk onze bekering tot de Heiland kan versterken en geestelijke bescherming kan bieden tegen de invloed van de tegenstander.)
U kunt de cursisten aanmoedigen om iets uit eigen ervaring over familiehistorisch werk te vertellen door de volgende vragen te stellen:
-
Heb je een of meer van deze beloofde zegeningen ontvangen?
-
Heeft een van jullie of een familielid weleens de naam van een voorouder gevonden, en die mee naar de tempel genomen om zich plaatsvervangend voor die persoon te laten dopen? In welke opzichten verschilde die ervaring van een plaatsvervangende doop voor iemand die geen familie is?
-
Als er geen cursisten zijn die zo’n ervaring hebben gehad, kunt u vragen: In welke opzichten heb je de beloofde zegeningen ervaren toen je je voor de doden liet dopen?
Als u tijdens de klasbespreking merkt dat een of meer cursisten familiehistorisch werk hebben verricht of een sterke mening over familiegeschiedenis hebben, kunt u vragen wat voor advies ze iemand van hun leeftijd zouden geven die nog geen familiehistorisch werk heeft gedaan.
Familiegeschiedenis gebruiken om anderen uit te nodigen tot Christus te komen
Leg uit dat familiehistorische gegevens opzoeken in de huidige wereld een populaire hobby is. Laat een cursist de volgende uitspraak van president Gordon B. Hinckley voorlezen:
‘Over de hele wereld verzamelen miljoenen mensen genealogische gegevens. Waarom? Waarom doen ze dat? Mijns inziens is het omdat zij zijn geraakt door de geest van dit werk, iets wat wij de geest van Elia noemen. Daarmee wordt het hart van de kinderen tot de vaderen gewend. De meesten van hen begrijpen het doel ervan niet, behalve dan wellicht een sterke en motiverende nieuwsgierigheid.
‘De enorme hoeveelheid tijd en geld die eraan besteed wordt, moet een doel hebben. Dat doel, waarvan wij oprecht getuigen, is het opzoeken van generaties overledenen zodat er verordeningen verricht kunnen worden ten behoeve van hun eeuwige geluk en vooruitgang.’ (‘A Century of Family History Service’, Ensign, maart 1995, 62.)
Vraag:
-
Hoe kunnen zendelingen deze groeiende, wereldwijde interesse in familiegeschiedenis gebruiken om anderen over het evangelie te vertellen?
Laat enkele cursisten de eerste drie alinea’s en de laatste alinea voorlezen van het gedeelte ‘Familiegeschiedenis’ op pagina 178–180 van Predik mijn evangelie. Laat ze opzoeken waarom het een natuurlijke en niet-bedreigende manier is als zendelingen met niet-leden een gesprek over familiegeschiedenis beginnen. Als deze alinea’s zijn voorgelezen, vraagt u:
-
In welke opzichten kan een gesprek over familiegeschiedenis voor zendelingen een effectieve manier zijn om onderzoekers te vinden? (De cursisten moeten begrijpen dat familiegeschiedenis een belangrijk hulpmiddel kan zijn om mensen te vinden die de Heer heeft voorbereid om het evangelie te ontvangen.)
Als de cursisten geantwoord hebben, laat u de video ‘Family History and Missionary Work —Finding’ (3:53) zien. Vraag de cursisten om zich tijdens de video af te vragen hoe ze familiegeschiedenis kunnen gebruiken om een gesprek met anderen aan te knopen.
Na de video vraagt u:
-
Wat deden de zendelingen in de video om met anderen een gesprek over familiegeschiedenis aan te knopen?
-
Wat voor invloed hadden die gesprekken over familiegeschiedenis op de potentiële onderzoekers?
Leg uit dat de cursisten nu het gebruik van een stamboomlijst gaan oefenen om iemand uit te nodigen meer over de kerk te weten te komen. (Als alternatief kunt u de cursisten zich laten afvragen hoe ze een verhaal over een van hun voorouders kunnen gebruiken om een gesprek over het evangelie te beginnen.) Om de cursisten met deze opdracht te helpen, vraagt u de cursisten hoe ze een stamboomlijst (of een verhaal over een voorouder) kunnen gebruiken om een gesprek over familiegeschiedenis te beginnen dat tot een boodschap over het herstelde evangelie van Jezus Christus kan leiden. Zet de antwoorden van de cursisten op het bord.
Gebruik enkele van hun ideeën om met de klas te bespreken hoe we een stamboomlijst kunnen gebruiken om met iemand een gesprek over het evangelie te beginnen. Laat de cursisten in groepjes van twee daarin oefenen. Nadat elke cursist de kans heeft gehad om een andere cursist daarover te vertellen, stelt u de volgende vragen:
-
Wat ging volgens jullie goed in deze oefening?
-
Wat zou je willen verbeteren?
Als er tijd voor is, leg dan uit dat in veel gebieden waar de cursisten op zending kunnen gaan, van de zendelingen gevraagd wordt om het geloof en de toewijding van minderactieve leden te versterken. Familiegeschiedenis kan een waardevol hulpmiddel zijn om ertoe bij te dragen dat deze leden de Heilige Geest voelen en tot Christus komen. Laat vervolgens de video ‘Family History and Missionary Work — Activation’ (3:05) zien. Laat de cursisten opletten hoe familiegeschiedenis gebruikt kan worden om minderactieve leden te activeren:
Na de video vraagt u:
-
Hoe kun je het geloof van minderactieve leden versterken door over familiegeschiedenis en de leer van het eeuwige gezin te vertellen?
Geef de cursisten even de tijd om zich af te vragen wat ze nu al kunnen doen en wat ze als zendeling kunnen doen om met behulp van familiegeschiedenis anderen uit te nodigen tot Christus te komen. (Als de Geest u daartoe aanzet, kunt u enkele cursisten uitnodigen om iets over hun antwoorden te vertellen.) Geef uw getuigenis van de beginselen die in deze les zijn behandeld.
Uitnodigingen om te handelen:
Moedig de cursisten aan om nu al aan het heilswerk bij te dragen door een of meer van de volgende activiteiten te doen:
-
Maak een LDS-account aan zodat je toegang tot FamilySearch.org hebt. Maak zo mogelijk een stamboomlijst met vier generaties of een waaierdiagram aan met gegevens van je familie.
-
Laat je stamboomlijst met vier generaties aan een vriend(in) of kennis zien. Nodig hem of haar uit om meer over familiegeschiedenis te leren. Stel een datum om je vriend(in) mee te nemen naar een consulent familiegeschiedenis of een bibliotheek voor familiegeschiedenis.
-
Met behulp van FamilySearch.org kun je een of meer voorouders opzoeken voor wie plaatsvervangende verordeningen verricht moeten worden. Bereid zo mogelijk hun gegevens op tempelwerk voor en doe de verordeningen van de doop en bevestiging voor hen.