Informatiebronnen
Het gesprek
Kies de rollen en speel het volgende na.
VRAGENSTELLER: Nou, wat kunt u me over uzelf vertellen?
KANDIDAAT 1: U bedoelt wat ik graag doe en zo? Eigenlijk niet veel. Ik heb niet echt hobby’s of interesses. Ik doe eigenlijk niet echt wat.
KANDIDAAT 2: Eh … wel, ik …
KANDIDAAT 3: O, heel graag. Zoals u ziet, doe ik veel aan gewichtheffen. Ik moet eigenlijk ook lessen in woedebeheersing volgen. Maar dat zie ik niet echt zitten. Weet u wat ik bedoel?
KANDIDAAT 1: Of bedoelt u hoe ik op het werk ben? Ik heb nooit lang genoeg een baan gehad om daar iets over te zeggen. Ik raak snel verveeld en kom dan gewoon niet meer opdagen. … Dat had ik beter niet kunnen zeggen.
KANDIDAAT 2: Eh …
KANDIDAAT 3: Ik bedoel, die vent die de lessen in woedebeheersing geeft, … ik lust hem rauw. Dus, wie zou mijn baas worden? U? Hé, u bent toch niet het type dat altijd aan het controleren is of we wel bezig zijn? Alsof we een stelletje kleuters zijn? Mijn vorige baas deed dat namelijk en dat beviel mij niet.
VRAGENSTELLER: Waarom moeten we u in dienst nemen?
KANDIDAAT 2: U moet mij in dienst nemen omdat … eh …
KANDIDAAT 1: Nou, ik heb een baan nodig. Ik dacht dat mijn moeder het daar gisteren met u over gehad heeft. Ze zei dat ik een baan moest vinden. Ja toch?
KANDIDAAT 3: U zou gek zijn als u mij niet in dienst neemt. Toen ik binnenkwam, zag ik meteen dat sommige zaken hier echt anders moeten. Het is een wonder dat jullie nog steeds werk hebben. Ik kan het allemaal oplossen. Ja. U zult me dankbaar zijn dat ik uw bedrijf heb gered.
KANDIDAAT 2: Omdat … eh …
VRAGENSTELLER: Wat is uw grootste zwakheid?
KANDIDAAT 3: Ik heb geen zwakheden. Wat is die van u? Man, ik heb een hekel aan zulke vragen.
KANDIDAAT 2: Zwakheden? Hmm …
KANDIDAAT 1: Eh … stelen. Ik bedoel, niet stelen eigenlijk. Het was niet stelen. Het is een lang verhaal. Ik bedoel, ik was van plan het terug te brengen. Ik dacht dat mijn baas het me wel een tijdje wilde uitlenen.
Terug naar pagina 24
Hoe zet ik negatieve punten in positieve punten om? (Optionele activiteit)
-
Bespreken:Hoe beantwoordt u deze vraag ‘Wat is uw grootste zwakheid?’ Lees Gloria’s antwoord.
-
Lezen:Merk op dat Gloria:
-
Een zwakheid noemde die veel mensen hebben.
-
Specifiek beschreef hoe ze met die zwakheid omgaat.
-
Informatie uit een krachtige boodschap toevoegde.
-
-
Oefenen:Probeer het volgende met een familielid of vriend(in). Laat ze u een negatieve vraag stellen. Noem een zwakheid die veel mensen hebben. Beschreef hoe u met die zwakheid omgaat. Voeg informatie uit uw krachtige boodschap toe.