Eerdere uitgaven
Informatiebronnen


Informatiebronnen

Dat is niet mijn probleem

Kies de rollen en speel het volgende na.

JOSEPH (DE BAAS): Gloria, je bent drie uur te laat.

GLORIA: Het spijt me, Joseph. Ik had meer slaap nodig. Mijn zoontje was gisteravond ziek en ik lag pas heel laat op bed.

JOSEPH: Dat is niet mijn probleem.

GLORIA: Toen ging de wekker ook nog niet af vanochtend.

JOSEPH: Niet mijn probleem.

GLORIA: Dus tegen de tijd dat ik klaar was, had ik de eerste bus gemist.

JOSEPH: Nogmaals, niet mijn probleem.

GLORIA: Bij de bushalte kwam ik erachter dat ik geen geld voor de bus bij me had.

JOSEPH: Nog steeds niet mijn probleem.

GLORIA: Dus miste ik de tweede bus omdat ik naar huis moest om het geld op te halen.

ANTHONY: Hé, sorry dat ik stoor, maar die machine is defect en lekt overal vloeistof.

JOSEPH: Welke machine?

ANTHONY: Ik weet niet hoe die heet. Maar ik bedoel die ene achter in de hoek bij de schappen. Thomas is er vandaag niet en hij bedient de machine altijd.

JOSEPH: Dat is niet mijn probleem.

ANTHONY: Dus ik ging met de machine aan de slag en hij liep vast.

JOSEPH: Jakkes. Dat is niet mijn probleem.

ANTHONY: En er is vast wel ergens een handleiding voor, maar ik zou niet weten waar die ligt.

JOSEPH: Oké, oké. Allebei, stop! Anthony, Gloria, jullie lossen de problemen op!

Terug naar pagina 98

Dat is mijn probleem

Kies de rollen en speel het volgende na.

JOSEPH: Anthony, wil je Thomas even bellen en vragen wanneer hij weer op de zaak is? We hebben meer vloeistof voor die machine nodig.

ANTHONY: Ik wist dat we vloeistof nodig zouden hebben. Ik ben er al voor op pad geweest en heb de machine bijgevuld.

JOSEPH: Wat? Heb je niet op Thomas gewacht? Ik wil niet dat je de machine nog een keer defect maakt.

ANTHONY: Ik weet inmiddels alles over de machine. Ik heb de handleiding opgezocht en thuis doorgenomen. Toen ik weer op het werk was, heb ik de machine gefikst. Nu kan ik de boel regelen wanneer Thomas klanten aan het bezoeken is.

JOSEPH: Dat is geweldig.

ANTHONY: Dat is nog niet alles. Ik heb een onderhoudsschema gemaakt om problemen in de toekomst vóór te zijn.

JOSEPH: Bedankt, Anthony. Ik waardeer het enorm hoe je dit aangepakt hebt.

ANTHONY: Natuurlijk. Dat is immers mijn probleem.

JOSEPH: [Tegen zichzelf] Tjonge, Anthony heeft echt stappen gezet. Hij is zijn loon dubbel en dwars waard.

JOSEPH: O, hé Gloria. Hoe ben je hier gekomen? Angela belde en zei dat ze vandaag niet kon komen werken vanwege de busstaking. Ik dacht dat jij en Benjamin het ook niet zouden redden.

GLORIA: Ik wist dat de buschauffeurs van plan waren om te gaan staken, dus heb ik een paar dagen geleden met Benjamin afgesproken dat ik met hem in de auto mee kon rijden als de staking door zou gaan.

JOSEPH: Geweldig dat je zo vooruit gedacht hebt.

GLORIA: Ik had voor vandaag ook lange rijen bij de tankstations voorzien, dus heb ik Benjamin geld gegeven en hem gevraagd om gisteren al te tanken voordat de staking definitief zou plaatsvinden.

JOSEPH: Had je daar genoeg geld voor?

GLORIA: Jazeker, ik had wat busgeld opgespaard waarmee ik de benzine kon betalen. Benjamin en ik hebben Angela ook opgepikt en we zijn er dus allemaal.

JOSEPH: Gloria, bedankt dat je zo’n vooruitziende blik had. Onze klanten hebben jullie drieën hier vandaag hard nodig.

GLORIA: Natuurlijk, Joseph, dat is immers mijn probleem.

JOSEPH: [Tegen zichzelf] En ik wilde haar ontslaan? Ze is vandaag drie medewerkers waard.

Terug naar pagina 98

Hij bouwt een paleis

Laat iemand het volgende voorlezen.

‘Beschouw uzelf als een levend huis. God komt binnen om het huis te verbouwen. In het begin begrijpt u misschien nog wat Hij doet. Hij legt de riolering goed aan en dicht de lekken in het dak enzovoort. U wist dat die dingen gebeuren moesten en verbaast zich er niet over. Maar dan begint Hij het huis ogenschijnlijk zonder reden op vreselijke en pijnlijke wijze op zijn kop te zetten. Waar is Hij in vredesnaam mee bezig? De verklaring is dat Hij een heel ander huis bouwt dan u voor ogen had: een nieuwe vleugel hier, een extra verdieping daar, diverse torens en binnenplaatsen. U dacht dat u tot een fatsoenlijk huisje vertimmerd werd, maar Hij is een paleis aan het bouwen.’ (C. S. Lewis, Mere Christianity [1960], 160.)

Terug naar pagina 103

Hoe vind ik een mentor die mij kan helpen slagen? (Optionele activiteit)

Lezen:Een waardevolle werknemer is bekend met de regels en verwachtingen van de werkgever. Maar er is niet altijd een ‘bedrijfshandleiding’ waarin die verwachtingen beschreven staan. En elke werkplek is anders.

Oefenen:Hoe zou u de ongeschreven regels en verwachtingen van een werkplek kunnen achterhalen? Vraag uw familie, vrienden of groepsleden eventueel om ideeën.

Lezen:Sommige verwachtingen liggen gewoon voor de hand. Andere worden duidelijk door om u heen te kijken. Maar voor sommige hebt u een mentor nodig. Een mentor is iemand die u vertrouwt en die met de verwachtingen en regels binnen het bedrijf bekend is, en bereid is u daarin te coachen.

Oefenen:Kies vóór onze volgende bijeenkomst een mentor op uw huidige werkplek en vraag hem of haar u de regels en verwachtingen van het bedrijf bij te brengen.

Of beschrijf de persoon die u op uw toekomstige werkplek als mentor zou willen hebben.

Notities