Zendingsroepingen
Hoofdstuk 3: Les 2 – Het heilsplan van onze hemelse Vader


‘Hoofdstuk 3: Les 2 – Het heilsplan van onze hemelse Vader’, Predik mijn evangelie: gids om het evangelie van Jezus Christus te delen (2023)

‘Hoofdstuk 3: Les 2’, Predik mijn evangelie

Hoofdstuk 3: Les 2

Het heilsplan van onze hemelse Vader

Christusbeeld

Vragen waar sommige mensen mee zitten

  • Wat is het doel van het leven?

  • Waar kom ik vandaan?

  • Is er een God die om mij geeft? Hoe kan ik voelen dat Hij om mij geeft?

  • Hoe kan ik in God geloven als er zoveel nare dingen gebeuren?

  • Waarom is het leven soms zo moeilijk? Hoe kan ik in moeilijke tijden kracht opdoen?

  • Hoe word ik een beter mens?

  • Wat gebeurt er met mij na de dood?

Het herstelde evangelie van Jezus Christus helpt ons belangrijke levensvragen te beantwoorden. Door het evangelie leren we over onze goddelijke identiteit en ons eeuwige potentieel als kinderen van God. Het evangelie geeft ons hoop en helpt ons vrede, geluk en zingeving te vinden. Als we het evangelie naleven, groeien we en doen we kracht op om onze moeilijkheden te doorstaan.

God wil het beste voor zijn kinderen en wil ons zijn grootste zegeningen geven: de onsterfelijkheid en het eeuwige leven (zie Mozes 1:39; Leer en Verbonden 14:7). Omdat Hij van ons houdt, heeft Hij in een plan voorzien zodat wij deze zegeningen kunnen ontvangen. In de Schriften wordt dit plan het heilsplan, het plan van geluk of het verlossingsplan genoemd (zie Alma 42:5, 8, 11, 13, 15, 16, 31).

In Gods plan maken wij allemaal een reis door het voorsterfelijk leven, de geboorte, het sterfelijk leven, de dood en het leven na de dood heen. God geeft ons wat we op die reis nodig hebben, zodat we uiteindelijk in zijn tegenwoordigheid kunnen terugkeren en een volheid van vreugde ontvangen.

Jezus Christus staat centraal in Gods plan. Door zijn verzoening en opstanding maakt Jezus het voor ons mogelijk om de onsterfelijkheid en het eeuwige leven te ontvangen.

Tijdens ons aardse leven kunnen we ons het voorsterfelijk leven niet herinneren. Ook begrijpen we het leven na de dood niet volledig. God heeft echter veel waarheden over deze onderdelen van onze eeuwige reis geopenbaard. Deze waarheden bieden ons voldoende kennis om het doel van het leven te begrijpen, vreugde te ervaren en hoop te hebben op goede dingen in het verschiet. Die kennis is een heilige schat die ons hier op aarde tot leidraad kan dienen.

Lessuggesties

Dit is een voorbeeld van een lesschema waarmee je je kunt voorbereiden. Er staan ook voorbeelden in van vragen en uitnodigingen die je kunt gebruiken.

Overweeg bij je lesvoorbereiding onder gebed de situatie en geestelijke behoeften van elke persoon. Stel vast wat het nuttigst is om te bespreken. Bereid je voor om termen uit te leggen die mensen misschien niet begrijpen. Stel een lesplan op aan de hand van de beschikbare tijd en denk eraan om de lessen kort te houden.

Kies Schriftteksten uit om bij de les te gebruiken. In de paragraaf ‘Leerstellig fundament’ van de les staan nuttige teksten.

Overweeg welke vragen je tijdens de les gaat stellen. Bedenk vooraf hoe je elke persoon kunt aanmoedigen om te handelen.

Benadruk Gods beloofde zegeningen en getuig van wat je onderwijst.

zendelingen onderwijzen gezin

Wat je in 15 à 25 minuten kunt onderwijzen

Kies een of meer van de volgende beginselen over het heilsplan om in te onderwijzen. Het leerstellig fundament voor elk beginsel volgt na dit schema.

Voorsterfelijk leven: Gods doel en plan voor ons

  • Wij zijn allemaal geestkinderen van God. Hij heeft ons naar zijn beeld geschapen.

  • We woonden vóór onze geboorte bij God. We maken deel uit van zijn gezin. Hij kent ons allemaal en heeft ons lief.

  • God heeft voorzien in een plan voor ons geluk en onze vooruitgang in dit leven en in de eeuwigheid.

  • In ons voorsterfelijke leven kozen we ervoor Gods plan te volgen. Dat hield in dat we naar de aarde zouden komen om de volgende stap in onze eeuwige vooruitgang te zetten.

  • Jezus Christus staat centraal in Gods plan. Hij maakt het mogelijk dat wij de onsterfelijkheid en het eeuwige leven ontvangen.

De schepping

  • Jezus Christus heeft, onder leiding van God, de aarde geschapen.

De val van Adam en Eva

  • Adam en Eva waren de eerste geestkinderen van God die op aarde kwamen. God schiep hun lichamen en plaatste ze in de hof van Eden.

  • Adam en Eva begingen een overtreding, werden uit de hof verbannen en uit Gods tegenwoordigheid geworpen. Deze gebeurtenis wordt de val genoemd.

  • Na de val werden Adam en Eva sterfelijk. Als stervelingen konden ze leren, vooruitgang maken en kinderen krijgen. Ze kregen ook te maken met verdriet, zonde en dood.

  • De val was een stap vooruit voor de mens. Door de val werd het voor ons mogelijk om op aarde geboren te worden en vooruitgang te maken in het plan van onze hemelse Vader.

Ons leven op aarde

  • Volgens Gods plan moesten we naar de aarde komen om een fysiek lichaam te krijgen, te leren en te groeien.

  • Op aarde leren we te wandelen door geloof. Maar onze hemelse Vader laat ons niet alleen. Hij voorziet ons van veel gaven en richtlijnen om ons te helpen in zijn tegenwoordigheid terug te keren.

De verzoening van Jezus Christus

  • Wij zondigen en sterven allemaal. Omdat God ons liefheeft, heeft Hij zijn Zoon, Jezus Christus, naar de aarde gezonden om ons van zonde en de dood te verlossen.

  • Dankzij Jezus’ zoenoffer kunnen wij van onze zonden vergeven en gereinigd worden. Ons hart kan ten goede veranderen wanneer we ons bekeren. Dat maakt het mogelijk dat we in Gods tegenwoordigheid terugkeren en een volheid van vreugde ontvangen.

  • Dankzij de opstanding van Jezus zullen we na onze dood allemaal opstaan. Dit houdt in dat de geest en het lichaam van elke persoon herenigd worden en dat wij eeuwig zullen leven in een vervolmaakt, herrezen lichaam.

  • Jezus Christus biedt ons troost, hoop en genezing. Zijn zoenoffer is de ultieme uiting van zijn liefde. Alles wat oneerlijk is, kan worden rechtgezet door de verzoening van Jezus Christus.

De geestenwereld

  • Wanneer ons lichaam sterft, leeft onze geest in de geestenwereld door. Dit is een tijdelijke staat om te leren en ons op de opstanding voor te bereiden.

  • Het evangelie van Jezus Christus wordt in de geestenwereld onderwezen. We kunnen daar blijven groeien en vooruitgang maken.

Opstanding, heil en verhoging

  • Na onze tijd in de geestenwereld is de opstanding de volgende stap in onze eeuwige reis.

  • Bij de opstanding worden onze geest en ons lichaam herenigd. Wij zullen allemaal opstaan en een vervolmaakt stoffelijk lichaam ontvangen. We leven dan voor eeuwig. Dit is mogelijk dankzij de verzoening en opstanding van de Heiland.

Het oordeel en de koninkrijken van heerlijkheid

  • Wanneer we zijn opgestaan, zal Jezus Christus onze rechter zijn. Alle kinderen van God, met uitzondering van een heel beperkt aantal, krijgen een plek in een koninkrijk van heerlijkheid.

  • Hoewel we allemaal zullen opstaan, ontvangen we niet allemaal dezelfde eeuwige heerlijkheid. Jezus zal ons naar ons geloof, onze werken en onze bekering op aarde en in de geestenwereld oordelen. We kunnen in Gods tegenwoordigheid terugkeren en bij Hem wonen als we getrouw zijn.

Vragen die je kunt stellen

Hieronder staan voorbeelden van vragen die je aan mensen kunt stellen. Deze vragen kunnen je helpen om zinvolle gesprekken te voeren en iemands behoeften en perspectief te begrijpen.

  • Wat is volgens u het doel van het leven?

  • Wat brengt u vreugde?

  • Met welke moeilijkheden hebt u hulp van God nodig?

  • Wat hebt u geleerd van de moeilijkheden die u hebt gehad?

  • Wat weet u over Jezus Christus? Welke invloed hebben zijn leven en zending op u?

Uitnodigingen die je kunt geven

  • Gaat u God in gebed vragen om erachter te komen of wat wij u verteld hebben waar is? (Zie ‘Onderwijsinzichten: Gebed’ in de laatste paragraaf van les 1.)

  • Komt u aanstaande zondag met ons naar de kerk om meer te weten te komen over wat wij hebben verteld?

  • Gaat u het Boek van Mormon lezen en bidden om te weten te komen dat het het woord van God is? (Je kunt specifieke hoofdstukken of verzen voorstellen.)

  • Gaat u het voorbeeld van Jezus volgen en u laten dopen? (Zie ‘De uitnodiging om zich te laten dopen en bevestigen’, vlak voor les 1.)

  • Kunnen we een afspraak voor de volgende les maken?

illustratie van het heilsplan

Leerstellig fundament

Hieronder staan leringen en Schriftteksten die je kunt bestuderen om je kennis en getuigenis van het evangelie te vergroten en je te helpen met onderwijzen.

sterrenstelsels

Voorsterfelijk leven: Gods doel en plan voor ons

Wij zijn Gods kinderen en vóór onze geboorte woonden we bij Hem

God is de Vader van onze geest. Wij zijn letterlijk zijn kinderen, naar zijn beeld geschapen. Ieder van ons heeft als kind van God een goddelijke aard. Deze kennis kan ons door moeilijke tijden helpen en ons inspireren om de beste versie van onszelf te worden.

Voordat we op aarde werden geboren, woonden we bij God als zijn geestkinderen. We maken deel uit van zijn gezin.

President M. Russell Ballard

‘Er is een belangrijke identiteit die we nu en voor altijd gemeen hebben, die we nooit uit het oog mogen verliezen en waar we dankbaar voor moeten zijn. Dat is dat je een zoon of dochter van God bent en altijd bent geweest, met geestelijke wortels in de eeuwigheid. […]

‘Begrip van deze waarheid – die werkelijk begrijpen en in je opnemen – zal je compleet veranderen. Het geeft je een buitengewone identiteit die niemand je kan ontnemen. Maar bovenal zal het je een enorm gevoel van eigenwaarde geven en zul je een dieper besef van jouw oneindige waarde krijgen. Ten slotte voorziet het je van een goddelijk, edel en waardig doel in je leven.’ (M. Russell Ballard, ‘Children of Heavenly Father’ [devotional aan de Brigham Young University, 3 maart 2020], 2, speeches.byu.edu.)

We hebben ervoor gekozen om naar de aarde te komen

Onze hemelse Vader houdt van ons en wil dat wij zoals Hij worden. Hij is een verheven wezen met een verheerlijkt stoffelijk lichaam.

In ons voorsterfelijk leven kregen we te horen dat God een plan had zodat wij zoals Hij konden worden. Zijn plan hield onder meer in dat we ons hemelse thuis zouden verlaten en op aarde een stoffelijk lichaam ontvangen. We moesten ook ervaring opdoen en geloof ontwikkelen terwijl we uit Gods tegenwoordigheid waren. We zouden ons de tijd waarin we bij God woonden niet herinneren. Hij zou ons echter wel geven wat we nodig hebben om bij Hem terug te keren.

Keuzevrijheid, de vrijheid en het vermogen om te kiezen, is een essentieel onderdeel van Gods plan voor ons. In ons voorsterfelijk leven kozen wij ervoor om Gods plan te volgen en naar de aarde te komen om de volgende stap in onze eeuwige vooruitgang te zetten. We begrepen dat we hier veel nieuwe kansen zouden krijgen om te groeien en vreugde te ervaren. We begrepen ook dat we met tegenstellingen te maken zouden krijgen. We zouden verleiding, beproeving, verdriet en de dood ervaren.

We kozen ervoor om naar de aarde te komen omdat we vertrouwen hadden in Gods liefde en hulp. We hadden vertrouwen in zijn plan voor ons heil.

Onze hemelse Vader heeft Jezus Christus uitgekozen om ons te verlossen

Jezus Christus staat centraal in Gods plan. Voordat we naar de aarde kwamen, wisten we dat we niet alleen in Gods tegenwoordigheid konden terugkeren. Onze hemelse Vader koos Jezus Christus, zijn eerstgeboren Zoon, uit om het voor ons mogelijk te maken bij Hem terug te keren en het eeuwige leven te ontvangen.

Jezus was gewillig dat te doen. Hij stemde ermee in om naar de aarde te komen en ons door zijn zoenoffer te verlossen. Dankzij zijn verzoening en opstanding zouden Gods doeleinden voor ons verwezenlijkt kunnen worden.

Schriftstudie

Kinderen van God

Gods doel

Voorsterfelijk leven

Meer over dit beginsel

zonsondergang boven oceaan

De schepping

De schepping van de aarde, waar de geestkinderen van onze hemelse Vader een stoffelijk lichaam konden krijgen en ervaring opdoen, was onderdeel van zijn plan. Ons leven op aarde is nodig zodat wij vooruitgang kunnen maken en zoals God kunnen worden.

Onder leiding van onze hemelse Vader schiep Jezus Christus de aarde en alle levende dingen daarop. Onze hemelse Vader schiep daarna man en vrouw naar zijn beeld. De schepping is een uiting van Gods liefde en zijn verlangen om ons de gelegenheid te geven om te groeien.

Schriftstudie

Meer over dit beginsel

Vertrek uit de hof van Eden, Joseph Brickey

De val van Adam en Eva

Vóór de val

Adam en Eva waren de eerste geestkinderen van onze hemelse Vader op aarde. God schiep hun lichamen naar zijn eigen beeld en plaatste ze in de hof van Eden. In de hof waren ze onschuldig, en God voorzag in hun behoeften.

Toen Adam en Eva in de hof waren, verbood God hen de vrucht van de boom van de kennis van goed en kwaad te eten. Als ze zich aan dat gebod hielden, konden ze in de hof blijven. Ze konden dan echter geen vooruitgang maken door van de tegenstellingen en moeilijkheden van het sterfelijk leven te leren. Ze zouden geen vreugde kennen omdat ze geen verdriet en pijn konden ervaren.

Satan verleidde Adam en Eva om van de verboden vrucht te eten en zij kozen ervoor om dat te doen. Door deze keuze werden ze uit de hof en uit Gods tegenwoordigheid geworpen. Deze gebeurtenis wordt de val genoemd.

Na de val

Na de val werden Adam en Eva sterfelijk. Ze leefden niet meer in een staat van onschuld, en begrepen en ondervonden zowel goed als kwaad. Ze konden hun keuzevrijheid gebruiken om daartussen te kiezen. Omdat Adam en Eva met tegenstellingen en moeilijkheden te maken kregen, konden ze leren en vooruitgang maken. Omdat ze verdriet ondervonden, konden ze ook vreugde ervaren. (Zie 2 Nephi 2:22–25.)

Ondanks hun moeilijkheden vonden Adam en Eva hun sterfelijkheid een grote zegen. Een van hun zegeningen was dat ze kinderen konden krijgen. Daardoor konden de andere geestkinderen van God ook naar de aarde komen en een stoffelijk lichaam krijgen.

Adam en Eva verheugden zich allebei in de zegeningen van de val. Eva zei: ‘Als wij niet overtreden hadden, zouden wij nooit [kinderen] gehad hebben en nooit goed en kwaad gekend hebben en de vreugde van onze verlossing en het eeuwige leven dat God geeft aan alle gehoorzamen’ (Mozes 5:11; zie ook vers 10).

Schriftstudie

In de hof

De val

Meer over dit beginsel

Ons leven op aarde

Veel mensen vragen zich af wat het doel van hun leven op aarde is. Ons aardse leven is een essentieel onderdeel van Gods plan voor onze eeuwige vooruitgang. Ons uiteindelijke doel is ons voor te bereiden om in Gods tegenwoordigheid terug te keren en een volheid van vreugde te ontvangen. Hieronder staan enkele manieren waarop ons aardse leven ons hierop voorbereidt.

jongen glimlacht

Een stoffelijk lichaam ontvangen

Een van de doelen van ons aardse leven is om een stoffelijk lichaam te ontvangen waar onze Geest in kan verblijven. Ons lichaam is een heilige, wonderbaarlijke schepping van God. Met ons stoffelijk lichaam kunnen we veel doen, leren en ervaren wat met alleen onze geest niet mogelijk zou zijn. We kunnen vooruitgang maken zoals we dat als geest niet konden.

Omdat ons lichaam sterfelijk is, maken we pijn, ziekte en andere beproevingen door. Deze ervaringen kunnen ons geduld, mededogen en andere goddelijke eigenschappen bijbrengen. Ze kunnen deel van ons pad naar vreugde uitmaken. Door het goede te kiezen wanneer dat moeilijk is, kunnen we geloof, hoop en naastenliefde in ons karakter verweven.

Verstandig met onze keuzevrijheid leren omgaan

Een ander doel van het sterfelijk leven is om te leren verstandig met onze keuzevrijheid om te gaan – om het goede te kiezen. Verstandig met onze keuzevrijheid leren omgaan, is essentieel om als God te worden.

Onze hemelse Vader en Jezus Christus leren ons wat goed is en geven ons geboden om ons naar geluk te leiden. Satan verleidt ons om het verkeerde te doen, omdat hij wil dat wij even ellendig worden als hij. We krijgen te maken met tegenstellingen tussen goed en kwaad, wat noodzakelijk is om onze keuzevrijheid te leren gebruiken (zie 2 Nephi 2:11).

Als we God gehoorzaam zijn, groeien we en ontvangen we zijn beloofde zegeningen. Als we ongehoorzaam zijn, nemen we afstand van Hem en krijgen we met de gevolgen van zonde te maken. Hoewel het soms anders lijkt, leidt zonde uiteindelijk tot ellende. De zegeningen van gehoorzaamheid – en de gevolgen van zonde – zijn vaak niet meteen duidelijk of uiterlijk zichtbaar. Maar ze komen zeker, want God is rechtvaardig.

Zelfs als we ons best doen, zullen we allemaal zondigen en ‘missen [we] de heerlijkheid van God’ (Romeinen 3:23). Onze hemelse Vader weet dit en heeft voorzien in een manier waarop we ons kunnen bekeren, zodat we bij Hem kunnen terugkeren.

Bekering brengt de macht van de Verlosser, Jezus Christus, in ons leven (zie Helaman 5:11). Als we ons bekeren, worden we door het zoenoffer van Jezus Christus en de gave van de Heilige Geest van zonde gereinigd (zie 3 Nephi 27:16–20). Door bekering kunnen we vreugde ervaren. De weg terug naar onze hemelse Vader is voor ons bereid, omdat Hij barmhartig is. (Zie ‘Bekering’ in les 3.)

Leren wandelen door geloof

Nog een doel van dit leven is ervaringen opdoen die we alleen kunnen krijgen wanneer we van onze hemelse Vader gescheiden zijn. Omdat we Hem niet zien, moeten we leren wandelen door geloof (zie 2 Korinthe 5:6–7).

God laat ons op deze reis niet alleen. Hij geeft ons de Heilige Geest om ons te leiden, sterken en heiligen. Hij geeft ons ook de Schriften, profeten, het gebed en het evangelie van Jezus Christus.

Elk aspect van onze sterfelijke ervaring – de momenten van vreugde en verdriet, de successen en de tegenslagen – kan ons helpen groeien terwijl we ons voorbereiden om naar God terug te keren.

Schriftstudie

Een tijd om te groeien en vooruitgang te maken

Keuze

Goed en kwaad

Zonde

We moeten rein zijn om bij God te zijn

Meer over dit beginsel

De verzoening van Jezus Christus

Door de val van Adam en Eva zijn wij allemaal onderhevig aan zonde en de dood. We kunnen niet zelf de gevolgen van zonde en de dood overwinnen. Onze hemelse Vader voorziet met zijn heilsplan in een manier waarop we de gevolgen van de val kunnen overwinnen zodat we bij Hem kunnen terugkeren. Voordat de wereld werd geschapen, koos Hij Jezus Christus uit om onze Heiland en Verlosser te worden.

Alleen Jezus Christus kan ons van zonde en de dood verlossen. Hij is letterlijk de Zoon van God. Hij leidde een zondeloos leven en was volledig gehoorzaam aan zijn Vader. Hij was bereid en gewillig om de wil van onze hemelse Vader te doen.

De verzoening van de Heiland bestaat uit zijn lijden in Gethsémané, zijn lijden en dood aan het kruis, en zijn opstanding. Hij heeft meer geleden dan wij kunnen bevatten – zo erg dat Hij uit iedere porie bloedde (zie Leer en Verbonden 19:18).

De verzoening van Jezus Christus is de heerlijkste gebeurtenis in de menselijke geschiedenis. Door zijn zoenoffer heeft Jezus het plan van de Vader in werking gesteld. Zonder de verzoening van Jezus Christus zouden we hulpeloos zijn, omdat we onszelf niet van zonde en de dood kunnen redden (zie Alma 22:12–15).

Het offer van onze Heiland was een ultieme uiting van liefde voor zijn Vader en voor ons. ‘De breedte en lengte en diepte en hoogte’ van de liefde van Christus gaan ons begrip te boven (Efeze 3:18; zie ook vers 19).

De kruisiging, Harry Anderson

Jezus Christus heeft voor ons allemaal de dood overwonnen

Toen Jezus Christus aan het kruis stierf, verliet zijn geest zijn lichaam. Op de derde dag werden zijn geest en zijn lichaam herenigd, om nooit meer te worden gescheiden. Hij verscheen aan veel mensen en liet hun zien dat Hij een onsterfelijk lichaam van vlees en beenderen had. Deze hereniging van geest en lichaam wordt de opstanding genoemd.

Wij stervelingen zullen allemaal sterven. Maar omdat Jezus de dood heeft overwonnen, zal iedereen die op de aarde is geboren weer opstaan. De opstanding is een goddelijk geschenk voor iedereen, dat ons door de barmhartigheid en verlossende genade van de Heiland geschonken wordt. De geest en het lichaam van elke persoon worden dan herenigd en wij zullen eeuwig leven in een volmaakt, herrezen lichaam. Zonder Jezus Christus zou de dood alle hoop op een toekomstig leven met onze hemelse Vader wegnemen (zie 2 Nephi 9:8–12).

Dankzij Jezus kunnen wij van onze zonden gereinigd worden

Om de hoop te begrijpen die we door Christus kunnen ontvangen, moeten we de wet van gerechtigheid begrijpen. Dit is de onveranderlijke wet dat onze daden gevolgen hebben. Gehoorzaamheid aan God leidt tot positieve gevolgen, en ongehoorzaamheid leidt tot negatieve gevolgen. (Zie Alma 42:14–18.) Wanneer we zondigen, worden we geestelijk onrein, en niets onreins kan in Gods tegenwoordigheid leven (zie 3 Nephi 27:19).

Jezus bidt in Gethsémané, Harry Anderson

Tijdens zijn zoenoffer nam Jezus Christus onze plaats in, leed Hij en onderging Hij de straf voor onze zonden (zie 3 Nephi 27:16–20). Gods plan geeft Jezus Christus de macht om als Middelaar voor ons te pleiten – om tussen ons en de gerechtigheid te staan (zie Mosiah 15:9). Dankzij het zoenoffer van Jezus kan Hij aanspraak maken op zijn recht op barmhartigheid als wij geloof tot bekering oefenen (zie Moroni 7:27; Leer en Verbonden 45:3–5). ‘Aldus kan de barmhartigheid de eisen van de gerechtigheid bevredigen en [ons] met de armen van geborgenheid omsluiten’ (Alma 34:16).

Alleen door de gave van het zoenoffer van de Heiland en onze bekering kunnen we bij God terugkeren. Als we ons bekeren, worden we vergeven en geestelijk gereinigd. De schuldenlast van onze zonden wordt weggenomen. Onze verwonde ziel wordt genezen. We worden met vreugde vervuld (zie Alma 36:24).

Hoewel we onvolmaakt zijn en wellicht opnieuw zullen tekortschieten, is er meer genade, liefde en barmhartigheid in Jezus Christus dan mislukking, gebrek of zonde in ons. God staat altijd klaar om ons te omarmen als we ons tot Hem wenden en ons bekeren (zie Lukas 15:11–32). Niets en niemand zal ons ‘kunnen scheiden van de liefde van God in Christus Jezus, onze Heere’ (Romeinen 8:39).

Jezus Christus heeft onze pijnen, smarten en zwakheden op Zich genomen

Door zijn zoenoffer heeft Jezus Christus onze pijnen, smarten en zwakheden op Zich genomen. Daardoor weet Hij ‘naar het vlees […] hoe zijn volk te hulp te komen naargelang hun zwakheden’ (Alma 7:12; zie ook vers 11). Hij wenkt ons: ‘Kom naar Mij toe.’ Doen wij dat, dan geeft Hij ons rust, hoop, kracht, perspectief en genezing (Mattheüs 11:28; zie ook vers 29–30).

Als we ons op Jezus Christus en zijn verzoening verlaten, kan Hij ons helpen onze beproevingen, ziekten en pijnen te doorstaan. Dan kunnen we met vreugde, vrede en troost vervuld worden. Alles wat oneerlijk is, kan door de verzoening van Jezus Christus worden rechtgezet.

Schriftstudie

De verzoening van de Heiland

Opstanding

Meer over dit beginsel

gezin bezoekt graf

De geestenwereld

Veel mensen vragen zich af wat er na de dood met hen gebeurt. Het heilsplan biedt belangrijke antwoorden op deze vraag.

De dood is onderdeel van Gods ‘barmhartige plan’ voor ons (2 Nephi 9:6). Aan het eind van ons aardse bestaan is de dood de volgende stap in onze eeuwige vooruitgang. Als we zoals God willen worden, moeten we de dood ondergaan en een volmaakt, herrezen lichaam krijgen.

Wanneer ons lichaam sterft, leeft onze geest in de geestenwereld door. Dit is een tijdelijke staat om te leren en ons op de opstanding en het laatste oordeel voor te bereiden. We behouden de kennis die we in het sterfelijk leven hebben opgedaan.

In de geestenwereld worden mensen die het evangelie van Jezus Christus hebben aanvaard en nageleefd ‘ontvangen in een staat van geluk die het paradijs wordt genoemd’ (Alma 40:12). Kleine kinderen die sterven, worden ook in het paradijs ontvangen.

De geesten in het paradijs zullen rust vinden van hun zorgen en verdriet. Ze blijven geestelijk groeien, Gods werk doen en anderen bedienen. Ze verkondigen het evangelie aan de mensen die het tijdens hun sterfelijk leven niet hebben aangenomen (zie Leer en Verbonden 138:32–37, 57–59).

In de geestenwereld krijgen de mensen die het evangelie niet op aarde konden aannemen, of die ervoor kozen de geboden niet te onderhouden, met een aantal beperkingen te maken (zie Leer en Verbonden 138:6–37; Alma 40:6–14). Maar omdat God rechtvaardig en barmhartig is, krijgen zij de gelegenheid om in het evangelie van Jezus Christus onderwezen te worden. Als ze het aannemen en zich bekeren, worden ze van hun zonden verlost (zie Leer en Verbonden 138:58; zie ook 138:31–35; 128:22). Zij gaan dan de rust van het paradijs in. Ze krijgen uiteindelijk een plek in een koninkrijk van heerlijkheid toegewezen aan de hand van hun keuzes in het sterfelijk leven en in de geestenwereld.

We blijven in de geestenwereld tot onze opstanding.

Schriftstudie

Meer over dit beginsel

Opstanding, heil en verhoging

Opstanding

Door Gods plan kunnen wij groeien en het eeuwige leven ontvangen. Na onze tijd in de geestenwereld is de opstanding de volgende stap in die groei.

Bij de opstanding worden ons lichaam en onze geest herenigd. We zullen allemaal opstaan. Dit is mogelijk dankzij de verzoening en opstanding van de Heiland. (Zie Alma 11:42–44.)

Wanneer we opstaan, krijgen we allemaal een vervolmaakt stoffelijk lichaam dat vrij is van pijn en ziekte. We zullen dan onsterfelijk zijn en eeuwig leven.

Heil

Omdat we allemaal zullen opstaan, worden we gered, of verlost, van de lichamelijke dood. Deze gave valt ons door de genade van Jezus Christus toe.

We kunnen ook worden gered, of verlost, van de gevolgen die de wet van gerechtigheid voor onze zonden eist. Dit geschenk wordt ook mogelijk gemaakt door de verdiensten en barmhartigheid van Jezus Christus als we ons bekeren. (Zie Alma 42:13–15, 21–25.)

Verhoging

De verhoging, of het eeuwige leven, is de hoogste staat van geluk en heerlijkheid in het celestiale koninkrijk. De verhoging is een voorwaardelijk geschenk. President Russell M. Nelson heeft gezegd: ‘De voorwaarden omvatten geloof in de Heer, bekering, de doop, het ontvangen van de Heilige Geest, en blijvende getrouwheid aan de verordeningen en verbonden van de tempel.’ (‘Heil en verhoging’, Liahona, mei 2008, 8–9.)

De verhoging houdt in dat we voor altijd in eeuwige gezinnen bij God zullen leven. Het betekent God en Jezus Christus kennen, zoals Zij worden en het leven ervaren dat Zij genieten.

Schriftstudie

Meer over dit beginsel

  • Gids bij de Schriften: ‘Opstanding

  • Gospel Topics: ‘Resurrection’, ‘Salvation

zon schijnt door de wolken

Het oordeel en de koninkrijken van heerlijkheid

NB Als je iemand voor het eerst over de koninkrijken van heerlijkheid vertelt, leg deze leer dan op basisniveau uit en houd rekening met de behoeften en het begrip van de betrokkene.

Wanneer we zijn opgestaan, zal Jezus Christus onze rechtvaardige en barmhartige rechter zijn. Wij krijgen allemaal, met uitzondering van een heel beperkt aantal, een plek in een koninkrijk van heerlijkheid. Hoewel we allemaal zullen opstaan, ontvangen we niet allemaal dezelfde eeuwige heerlijkheid (zie Leer en Verbonden 88:22–24, 29–34; 130:20–21; 132:5).

Mensen die in het sterfelijk leven niet in de gelegenheid waren om Gods wetten volledig te begrijpen en gehoorzamen, krijgen die kans in de geestenwereld. Jezus zal iedere persoon oordelen naar zijn of haar geloof, werken, verlangens, en bekering op aarde en in de geestenwereld (zie Leer en Verbonden 138:32–34, 57–59).

In de Schriften lezen we over het celestiale, terrestriale en telestiale koninkrijk van heerlijkheid. Elk koninkrijk is een manifestatie van Gods liefde, gerechtigheid en barmhartigheid.

Zij die geloof in Christus oefenen, zich van hun zonden bekeren, de verordeningen van het evangelie ontvangen, hun verbonden naleven, de Heilige Geest ontvangen en tot het einde toe volharden, worden in het celestiale koninkrijk opgenomen. In dit koninkrijk komen ook de mensen terecht die tijdens hun aardse leven niet de kans hadden om het evangelie aan te nemen, maar ‘het met geheel hun hart zouden hebben aangenomen’ en dat in de geestenwereld ook hebben gedaan (Leer en Verbonden 137:8; zie ook vers 7). Kinderen die sterven voordat ze de jaren van verantwoordelijkheid bereiken (8 jaar), worden ook in het celestiale koninkrijk behouden (zie Leer en Verbonden 137:10).

In de Schriften wordt het celestiale koninkrijk vergeleken met de heerlijkheid of helderheid van de zon (zie Leer en Verbonden 76:50–70).

Mensen die een eerzaam leven hebben geleid en ‘die het getuigenis van Jezus niet in het vlees hebben ontvangen, maar het later hebben ontvangen’, krijgen een plek in het terrestriale koninkrijk (Leer en Verbonden 76:74). Hetzelfde geldt voor hen die niet kloekmoedig waren in het getuigenis van Jezus. Dit koninkrijk wordt vergeleken met de heerlijkheid van de maan. (Zie Leer en Verbonden 76:71–80.)

Wie op aarde hun zondige leven niet opgaven en zich niet bekeerden, en in de geestenwereld het evangelie van Jezus Christus niet aanvaardden, komen in het telestiale koninkrijk terecht. Dit koninkrijk wordt vergeleken met de heerlijkheid van de sterren. (Zie Leer en Verbonden 76:81–86.)

Schriftstudie

Meer over dit beginsel

Schema voor korte en middellange lessen

Het volgende schema is een voorbeeld van wat je kunt onderwijzen als je maar weinig tijd hebt. Kies een of meer beginselen als je dit schema gebruikt. Het leerstellig fundament voor elk beginsel staat eerder in deze les.

Stel tijdens het lesgeven vragen en luister. Geef uitnodigingen waardoor mensen leren hoe ze dichter tot God kunnen komen. Een belangrijke vraag is om opnieuw met jullie af te spreken. De lengte van de les hangt af van de vragen die je stelt en wat je hoort.

Wat je in 3 à 10 minuten kunt onderwijzen

  • Wij zijn allemaal geestkinderen van God. We maken deel uit van zijn gezin. Hij kent ons allemaal en heeft ons lief.

  • God heeft voorzien in een plan voor ons geluk en onze vooruitgang in dit leven en in de eeuwigheid.

  • Volgens Gods plan moesten we naar de aarde komen om een fysiek lichaam te krijgen, te leren en te groeien.

  • Jezus Christus staat centraal in Gods plan. Hij maakt het mogelijk dat wij het eeuwige leven ontvangen.

  • Jezus heeft, onder leiding van God, de aarde geschapen.

  • Onze ervaringen op aarde zijn bedoeld om ons op onze terugkeer naar God voor te bereiden.

  • Wij zondigen en sterven allemaal. Omdat God ons liefheeft, heeft Hij zijn Zoon, Jezus Christus, naar de aarde gezonden om ons van zonde en de dood te verlossen.

  • Alles wat oneerlijk is, kan worden rechtgezet door de verzoening van Jezus Christus.

  • Wanneer ons lichaam sterft, leeft onze geest door. Uiteindelijk zullen we allemaal opstaan. Dit houdt in dat de geest en het lichaam van elke persoon herenigd worden en dat wij eeuwig zullen leven in een vervolmaakt, herrezen lichaam.

  • Wanneer we zijn opgestaan, zal Jezus Christus onze rechter zijn. Alle kinderen van God, met uitzondering van een heel beperkt aantal, krijgen een plek in een koninkrijk van heerlijkheid. We kunnen in Gods tegenwoordigheid terugkeren en bij Hem wonen als we getrouw zijn.