BOODSCHAPPEN UIT DE LEER EN VERBONDEN
Waarom tegenspoed?
Er wordt gezegd dat er zich in ieders leven weleens donkere wolken samenpakken. Maar waarom ontladen zich soms juist in ons leven heftige onweersbuien? God heeft deze wereld in zijn liefde geschapen om ons geluk te bevorderen. Waarom krijgen we hier dan toch te maken met onaangename en onverwachte verrassingen, die ons pijn, frustratie en verdriet bezorgen? En het is zeker niet eerlijk dat sommige mensen in hun leven meer tegenspoed dan anderen lijken te hebben!
Laten we eens kijken naar de oorzaken van tegenspoed. Koning Benjamin merkt over zonde op: ‘Ik kan u niet alle manieren vertellen waarop gij zonde kunt begaan, want er zijn allerlei wegen en wijzen, ja, zovele dat ik ze niet tellen kan’ (Mosiah 4:29). Dat kan ook gezegd worden van al het onheil dat in een mensenleven kan toeslaan. Het is niet te tellen. Tegenspoed kan uit onze eigen daden voortkomen; maar ook uit de daden van anderen. Tegenspoed maakt ook deel uit van het leven zelf of kent zijn oorzaak in onzichtbare of onbegrepen oorzaken. Er is eigenlijk geen bevredigende manier om met al die levensmoeilijkheden om te gaan, of ze zelfs maar te begrijpen, indien men niet gelooft in een liefdevolle hemelse Vader, het heilsplan en het bestaan voor en na dit leven.
Tot kastijding
Wellicht kunnen we deze moeilijkheden ter vereenvoudiging in twee categorieën onderbrengen: moeilijkheden die voortvloeien uit onze keuzes en daden, en moeilijkheden die voortvloeien uit alle andere wisselvalligheden van het leven. We zijn verantwoordelijkheid voor de eerste.
In een tijd dat de heiligen grote vervolging ondervonden en uit hun huis in Jackson County (Missouri) waren verdreven, heeft de Heer gezegd: ‘Ik, de Heer, heb toegestaan dat de rampspoed waarmee zij zijn bezocht hen heeft getroffen, en wel ten gevolge van hun overtredingen’ (LV 101:2). Tegenspoed en moeilijkheden die moeiteloos kunnen worden teruggevoerd op onze daden, zijn voor ons misschien het gemakkelijkst te begrijpen. En ze hebben een goddelijk doel. De Heer heeft uitgelegd: ‘Want allen die geen kastijding willen verdragen, maar Mij verloochenen, kunnen niet worden geheiligd’ (vs. 5).
Als de Heer ons kastijdt, is de keus aan ons. Wijzen we onze verantwoordelijkheid af als we worden geconfronteerd met de gevolgen van onze daden en wenden we ons van God en zijn corrigerende liefde af? Of onderwerpen we ons geduldig, leren we de les en groeien we in rechtschapenheid?
De apostel Paulus heeft geschreven: ‘Want wie Hij liefheeft, tuchtigt de Here, en Hij kastijdt iedere zoon, die Hij aanneemt’ (Hebreeën 12:6). Kastijding is niet een pijnloos proces!
Paulus vervolgt:
‘Als tuchtiging hebt gij dit te dragen: God behandelt u als zonen. Want is er wel een zoon, die door zijn vader niet getuchtigd wordt? (…)
Want alle tucht schijnt op het ogenblik zelf geen vreugde, maar smart te brengen, doch later brengt zij hun, die erdoor geoefend zijn, een vreedzame vrucht, die bestaat in gerechtigheid’ (vss. 7, 11).
De grote wijsheid van God
Soms dienen er zich moeilijkheden aan waarvan we denken: waar heb ik dit aan te danken? Hoe we met deze moeilijkheden omgaan kan ons inzicht geven in wie we zijn en wie we kunnen worden.
Ik ken een heldin. Ze weet niet dat ik haar een heldin vind. Ik heb haar maar één keer ontmoet, maar ze heeft grote indruk op mij gemaakt. Nadat ik haar had ontmoet, heb ik navraag gedaan bij de zendelingen, haar ringpresident, en de zendingspresident, en dat heeft mijn respect voor haar alleen maar vergroot. Ik heb het over zuster Ye Hui Hua uit de ring Tainan in Taiwan. Ik heb haar ontmoet toen ik voor een ringconferentie in Tainan was. Ze was aan het werk in de tuin bij het kerkgebouw. Het ontging mij niet dat ze veel geluk uitstraalde. Toen we met elkaar spraken, gaf ze haar getuigenis en verwoordde ze haar dank voor haar vele zegeningen. Toen we afscheid namen voelde ik mij verwarmd door haar blijde levenskracht, maar moest ik ook bekennen dat ik lang niet zo dankbaar was voor mijn zegeningen als zij voor de hare. Het was duidelijk dat ze niet veel geld en goed bezat, maar ze had iets vredigs over zich en was zo opgewekt, zoals ik niet vaak was tegengekomen. Toen ik bij anderen naar haar informeerde, kreeg ik haar verhaal te horen.
Als jonge vrouw wilde ze heel graag naar de universiteit, maar gezien de financiële situatie thuis kon dat niet doorgaan. In plaats daarvan zocht ze een baan en gaf haar inkomen aan haar vader, van wie ze zielsveel hield en die een goed mens was. Toen ze getrouwd was, kwamen de zendelingen in antwoord op haar gebeden bij haar en haar man langs. Haar man had echter een slechte gezondheid en overleed, waardoor zuster Ye met drie kleine kinderen en een klein inkomen achterbleef. Na de dood van haar man moest zuster Ye verschillende baantjes aannemen om haar gezin te kunnen onderhouden. Het lukte haar om elke dag wat geld opzij te leggen, zodat haar kinderen op zending konden gaan. Alle drie haar kinderen zijn nu op zending geweest; twee in Taiwan en een op Temple Square in Salt Lake City. Een van haar zoons werd na zijn zending ziek en overleed.
Tegen de zendelingen die op mijn verzoek met haar hebben gesproken, zei ze: ‘Ik kan geen enkele reden bedenken waarom ik zo beproefd word, maar ik geloof dat het volgens Gods grote wijsheid is. Ik heb diepe waardering gekregen voor het heilsplan van onze hemelse Vader, het is me ook duidelijker geworden. Ik geloof dat we alleen begrijpen wat Hij met ons voor heeft als we zijn geboden bewaren. Ik dank God dagelijks voor mijn leven op aarde. Als ik beproevingen heb, denk ik eraan dat anderen ook pijn hebben. Als er iemand ziek is of hulp nodig heeft, bid ik wat ik kan doen om te helpen, en de Heer laat me weten wat ik kan doen.’
De zendelingen zien zuster Ye — ‘Mama Ye’, zoals ze haar liefkozend noemen — vaak de struiken bijknippen of de tuin van de kerk aanharken. Ze zeggen dat zij de ‘tweede moeder’ van iedere zendeling is en dat ze voor hen zorgt als ware het haar eigen kinderen.
Geloofsbeginselen
Ik denk dat ik zuster Ye, stralend aan het werk in de tuin van de kerk in Tainan, tuingereedschap in haar hand, dankbaar voor haar zegeningen, lang op mijn netvlies zal hebben — zuster Ye, aan wie de mogelijkheden tot onderwijs en een comfortabel leven voorbijgingen, die te maken kreeg met de dood van dierbaren, en die herhaaldelijk offers heeft gebracht voor haar kinderen en anderen. Welke geloofsbeginselen onderscheiden zuster Ye van mensen die, wanneer zij met beproeving worden geconfronteerd, God vaarwel zeggen en sterven? (Zie Job 2:9.)
Van belang hierbij is de zekerheid dat onze liefdevolle hemelse Vader en begripvolle Heiland zich bewust zijn van onze situatie. Doordat Zij wijzer zijn en meer inzicht hebben, zullen zij niet toestaan dat wij ook maar één beproeving krijgen die ons niet eeuwig ten goede komt, als we daar goed mee omgaan. Ik put grote troost uit de raad die de profeet Joseph Smith in de gevangenis te Liberty kreeg. De Heer noemde een reeks afschuwelijke beproevingen op, daar liet Hij woorden van troost en raad op volgen:
‘Weet dan, mijn zoon, dat al deze dingen u ondervinding zullen geven en voor uw bestwil zullen zijn.
‘De Zoon des Mensen is onder dat alles afgedaald. Zijt gij groter dan Hij?
‘Welnu, houd vol op uw weg, en het priesterschap zal met u blijven; want hun grenzen zijn vastgesteld, zij kunnen die niet overschrijden. Uw dagen zijn bekend en uw jaren zullen niet verminderd worden; daarom, vrees niet wat de mens kan doen, want God zal met u zijn tot in alle eeuwigheid’ (LV 122:7–9).
Wat een geweldige raad in deze drie verzen! De Heer kent onze beproevingen; Hij heeft meer geleden dan wij, begrijpt wat we doormaken en kan ons door onze moeilijkheden en smarten heen loodsen. Onze moeilijkheden kunnen ons ten goede komen en kunnen de grenzen die Hij heeft gesteld niet overschrijden.
We kunnen uit de Schriften en de woorden van de profeten leren hoe we met moeilijkheden en beproevingen moeten omgaan. We benaderen problemen met geduld en in geloof. Terwijl hij maandenlang leed in de gevangenis te Liberty, smeekte de profeet Joseph Smith de Heer om het lijden van de heiligen te verlichten. De Heer antwoordde onder meer:
‘Mijn zoon, vrede zij uw ziel; uw tegenspoed en uw ellende zullen slechts van korte duur zijn;
‘en dan, indien gij het goed doorstaat, zal God u ten hemel verhogen; gij zult over al uw vijanden zegevieren’ (LV 121:7–8).
De Heer heeft de profeet ook een en ander geleerd in een openbaring aangaande de vervolging van de Heiligen in Missouri: ‘Daarom, laat uw hart vertroost zijn aangaande Zion; want alle vlees is in mijn handen; wees stil en weet dat Ik God ben’ (LV 101:16).
Zorg voor anderen schenkt vreugde
Gaat het bij de tegenspoed waarmee we te maken krijgen om meer dan alleen geloof en geduld? Ik ben van mening dat er nog een punt van overweging is, een sleutel die ervoor heeft gezorgd dat zuster Ye in Tainan haar beproevingen niet alleen overleefde, maar ook nog eens vreugde ervoer. Zoals altijd is de Heiland ons voorbeeld. Hij onderwees in deze verborgenheid aan de vooravond van zijn grote lijden in de hof van Getsemane, op een tijdstip dat Hij wist dat Hij binnen een paar uur onbegrijpelijke pijn en smart zou doormaken. Hij was met zijn apostelen in de bovenzaal samengekomen en onderwees hen in heilige verordeningen en beginselen. Met het uur van grote smart zo dichtbij had Hij zich de steun en troost van zijn medestanders kunnen laten welgevallen. Maar in plaats daarvan ‘deed Hij water in het bekken en begon de voeten der discipelen te wassen, en af te drogen met de doek, waarmede Hij omgord was.’ Toen leerde Hij hun: ‘Indien nu Ik, uw Here en Meester, u de voeten gewassen heb, behoort ook gij elkander de voeten te wassen; want Ik heb u een voorbeeld gegeven, opdat ook gij doet, gelijk Ik u gedaan heb. (…) Indien gij dit weet, zalig zijt gij, als gij het doet ’ (Johannes 13:5, 14–15, 17; cursivering toegevoegd).
Vlak voor zijn bitterste lijdensuur was de Heer anderen aan het dienen. Ik ben van mening dat dit het geheim is dat zuster Ye heeft ontdekt en dat wij allen voor onszelf kunnen ontdekken. Gedurende onze tegenspoed kunnen ons geloof en geduld ons troost en vrede schenken, en onze liefde en zorg voor anderen kunnen ons vreugde schenken. Laten we het voorbeeld van de Heiland volgen en ons tot Hem wenden, in het besef dat al onze beproevingen voor ons bestwil zijn, zoals Hij beloofd heeft.