AVONDSEMINARIE
Op het eiland Takaroa, 600 kilometer ten noordoosten van Tahiti, wordt het seminarie niet ’s morgens gehouden, maar ’s avonds. Een keer per week, op woensdagavond, als de zon al onder is, onderwijst zuster Hina Garbutt haar cursisten in het herstelde evangelie. Ze volgt het studiepatroon dat in de jaren 1850 werd gevestigd, toen de zendelingen hier voor het eerst begonnen te prediken. Het seminarie wordt gehouden naast het kerkgebouw dat in de jaren 1890 werd gebouwd.
Voor tieners in Takaroa is het seminarie de enige formele opleiding die ze kunnen volgen. Er is wel basisonderwijs, maar de enige mogelijkheid voor voortgezet onderwijs is een kostschool op een eiland dat ver weg ligt.
‘We hebben alleen nog maar priesters in de jongemannen’, zegt de zeventienja- rige Tetuarere Temahaga (boven), uit de gemeente Takaroa 2, in het district Takaroa-Tuamotu. ‘De diakenen en leraren zitten allemaal ver weg op de kostschool. Maar de zes priesters en de drie jongevrouwen die zijn achtergebleven, komen naar het seminarie. Iedereen vindt dat het een soort school voor ons is, en daarom komen ze. We leren veel, en we genieten van elkaars gezelschap. Door het seminarie kunnen we blijven leren.’
Net als de meeste jongeren op Takaroa werkt Tetuarere in de parelvisserij. Hij moet ’s morgens om half vijf opstaan, en dan duikt en zwemt hij de hele dag om zware netten met oesters in de boten te tillen. Anderen, zoals de jongevrouwen (rechts) Hinanui Tehina (14) en Tapiu Tino (15), werken de hele dag om de oesters aan nylon touwen te binden zodat anderen ze terug in het water kunnen zetten. Op die manier groeien de parels, en daardoor wordt de economie op Takaroa in stand gehouden. ‘We zijn hier nodig’, legt Tapiu uit. Ze ging een tijdje naar de kostschool, maar omdat er zoveel negatieve invloeden waren, ging ze terug naar huis, waar ze bij haar dierbare familieleden kon zijn.
Wat doen de tieners om zich te ontspannen na een lange dag hard werken? ‘Niet veel’, lacht Tetuarere. ‘We kijken televisie, hoewel er niet veel te zien is, of we gaan zwemmen. Maar meestal gaan we vissen. We vissen naar voedsel, maar ook omdat we het leuk vinden.’
Zondag en woensdag zijn bijzondere dagen. ‘Op zondag gaan we natuurlijk naar de kerk, en op woensdagavond hebben we seminarie’, legt Hinanui uit. ‘We leren veel over het evangelie.’ Tetuarere noemt een van de vele beginselen die hij heeft geleerd: het belang van de tempel. ‘Je kunt daar geen wereldse zaken mee naar binnen nemen. Het is het huis van de Heer en niets onreins kan daar worden toegelaten.’
Het is zelfs een van de doelen van de seminariecursisten om geld te sparen en met andere leden van de gemeente naar de tempel in Tahiti te gaan. ‘We willen doop voor de doden doen’, zegt Hinanui. ‘Dat is een goed doel. Alles wat we in de kerk en op het seminarie leren, is op het huis des Heren gericht.’