2005
In het seminarie duiken
Oktober 2005


In het seminarie duiken

Tieners in Tahiti verdiepen zich in de Schriften.

Ergens middenin de oceaan, op een prachtig tropisch eiland, waar de bries naar bloemen kan ruiken en de palmbomen zich naar de hemel uitstrekken, ontdekken jonge heiligen der laatste dagen de kracht van de Schriften.

Op het eiland Tahiti, een woord dat ‘vergaderplaats’ betekent, komen veel van deze jonge mannen en vrouwen iedere ochtend om kwart over vijf bij elkaar om de Schriften te bestuderen en te leren hoe het evangelie hun leven kan veranderen.

Het seminarie op Tahiti wordt goed bezocht, evenals op de 117 andere eilanden die Frans-Polynesië vormen. Het is uiteraard moeilijk om zo vroeg op te staan, maar deze jongeren vinden dat de zegeningen ruim opwegen tegen de offers.

‘Het is niet makkelijk’, zegt de 17-jarige Vaitiare Timo, uit de wijk Mahina, in de ring Arue (Tahiti). ‘Maar ik kan er niet onderuit. Ik moet aanwezig zijn. Ik moet de Heer dienen omdat Hij zoveel voor mij heeft gedaan.’

Al deze jongeren hebben hun eigen reden om aanwezig te zijn. Ze komen om te leren, te begrijpen, toe te passen, vriendschap te sluiten, hulp bij hun dagelijkse problemen te ontvangen, zich op een zending en een huwelijk voor te bereiden, zich te bekeren, de Heer te dienen, een goed gevoel te krijgen en zich veilig te voelen. Ze merken dat ze dat alles en meer door het seminarie kunnen bereiken.

In de Schriften duiken

‘Ik kom om te leren’, zegt de 15-jarige Raymonde Chapman uit de wijk Orofero, in de ring Paea. ‘Om meer over de Schriften en de hedendaagse profeten te weten te komen. Ik wil meer begrijpen.’

Als Raymonde meer over de Schriften wil leren, is het seminarie de juiste plek. Het is niet ongebruikelijk om een seminarieleerkracht iets te horen zeggen als: ‘We proberen de cursisten in de Schriften te interesseren zodat de Schriften een deel van hen worden.’

Het is duidelijk dat deze cursisten zich in de Schriften verdiepen en dat de Schriften een deel van hen worden.

De laatste lievelingstekst van de 18-jarige Karere Teiho is LV 10:5: ‘Bid altijd, opdat u de overwinnaar zult worden; ja, opdat u Satan zult overwinnen, en opdat u zult ontkomen aan de handen van de dienstknechten van Satan, die zijn werk steunen.’

‘Satan is erg sterk’, zegt Karere, lid van de wijk Mahina. ‘Iedere ochtend, voordat ik naar het seminarie ga, bid ik om bescherming tegen verleidingen. En dat werkt.’ Hij haalt zijn schouders op. ‘Ik ben niet volmaakt, maar tot op heden heb ik de kracht gevonden om ze te weerstaan.’

Wanneer cursisten als Karere in praktijk brengen wat ze geleerd hebben, begint de kracht van de Schriften hun leven te veranderen.

‘Door middel van het seminarie kunnen we het evangelie toepassen’, zegt Benjamin Tuahiva (14), uit de wijk Orofero. ‘De hedendaagse profeten zijn een voorbeeld voor ons.’

‘Ik houd van het gedeelte waar Jozef zijn broers vergeeft’, zegt Benjamins klasgenoot Rumia Temauri (14), en dan bedoelt hij Jozef die was verkocht en naar Egypte geleid. ‘Het is een goed voorbeeld van de wijze waarop we goede relaties met familieleden kunnen hebben. Ik heb er echt iets aan gehad.’

Zuster Ariiotima Mahirava, de seminarieleerkracht van Benjamin en Rumia, vraagt van haar cursisten dat ze één kerntekst per week uit het hoofd leren. Achterop ieder kaartje met een kerntekst staat een suggestie hoe de cursisten de teksten in hun dagelijks leven kunnen toepassen. Zuster Mahirava moedigt de cursisten aan om die teksten gedurende de week toe te passen en in de klas hun getuigenis te geven hoe ze erdoor gezegend zijn.

‘Ik denk dat de cursisten zich realiseren dat het evangelie niet iets is dat je alleen op zondag naleeft’, zegt zuster Mahirava. ‘Het is leuk om te zien als ze dat gaan begrijpen.’

De zegeningen van het seminarie

Seminariecursisten in Frans-Polynesië zijn dankbaar voor de kans om naar het seminarie te gaan. Ze beseffen dat ze veel zegeningen voor hun getrouwheid ontvangen.

‘Het is zo’n zegen om te weten dat het Boek van Mormon het woord van God is’, zegt Karere. ‘Het is de sluitsteen van onze godsdienst. We kunnen ons bekeren en dichter bij onze hemelse Vader en Jezus Christus komen. Ik ben zoveel van hen gaan houden.’

De cursisten zijn ook de woorden en ervaringen van de profeten gaan waarderen.

‘De verhalen uit de Schriften helpen ons iedere dag’, zegt Vaitiare. ‘Wat de profeten toen deden, kan ons tegenwoordig helpen. Ik leer ook veel van de ervaringen uit het leven van de hedendaagse profeten, vooral van Joseph Smith.’

‘Ik weet dat het seminarie mij helpt’, zegt Karere. ‘Ik weet dat als ik iedere ochtend ga om iets over het evangelie te leren, mij dat zal helpen als ik op zending ga. Dan weet ik hoe ik moet onderwijzen en getuigen.’

Iemand vinden om op te steunen

De cursisten worden niet alleen ieder afzonderlijk door het seminarie versterkt, ze versterken ook elkaar.

‘Er zijn enkele klassen die tegelijkertijd gehouden worden’, zegt Vaitiare. ‘Daardoor leren we cursisten uit andere klassen en andere wijken kennen. Omdat de meesten van ons naar dezelfde school gaan, kunnen we op school vrienden vinden die lid van de kerk zijn.’

Omdat ze vrienden hebben die dezelfde normen hanteren, kunnen deze cursisten op school voor hun geloofsovertuiging uitkomen.

‘We besteden ook veel tijd met onze vrienden die geen lid van de kerk zijn’, zegt Vaitiare. ‘Maar soms is het fijn om iemand te hebben waar je op kunt steunen, die hetzelfde gelooft als jij.’

Veiligheid in de laatste dagen

Vaitiare heeft ook een lievelingstekst. In ieder geval tot ze tijdens haar studie een andere vindt waar ze iets aan heeft. Het is Openbaring 1:3: ‘Zalig hij, die voorleest, en zij, die horen de woorden der profetie, en bewaren, hetgeen daarin geschreven staat, want de tijd is nabij.’

‘De Schriften leren ons de waarheid, maar dan moeten we ze wel lezen’, zegt ze. ‘Wat de profeten zeggen, is een leidraad voor ons. Als we de Schriften en de woorden van de profeten gehoorzamen, zullen we in deze laatste dagen veilig zijn.’

Dat is nog een reden om naar het seminarie te gaan en in de Schriften te duiken.

SEMINARIE- VRIENDEN

‘Ik wil jullie bedanken voor het feit dat je (…) naar het seminarie en instituut gaat, en dat jullie de zegeningen ontvangen die daaruit voortkomen, niet alleen vanwege het evangelie waarin onderwezen wordt, maar ook om je in de samenleving te kunnen begeven. Ik wil jullie graag aanmoedigen om vriendschap met leden van de kerk te sluiten. Verenig jullie en sterk elkaar. En als er verleidingen op jullie pad komen, zul je iemand hebben om op te steunen, die je de nodige kracht kan geven.’

President Gordon B. Hinckley, ‘De profeet aan het woord’, Liahona , augustus 1998, p. 16.