2008
Ouderling Quentin L. Cook
April 2008


Ouderling Quentin L. Cook

Gewillig naar hart en geest

Elder Quentin L. Cook

Er was een brandoefening op de lagere school in Logan (Utah, VS), en de coördinator van de oefening, Joe Cook, een flinke zesdeklasser, was van plan een goede tijd neer te zetten. Hij zag met voldoening dat de leerlingen, toen het alarm eenmaal was afgegaan, het gebouw in hoog tempo begonnen te verlaten. Dit wordt een nieuw snelheidsrecord, dacht de jonge Joe. We gaan geschiedenis schrijven. Maar net toen de eeuwige roem voor het grijpen lag, hoorde Joe de mededeling: ‘Er is nog iemand in het gebouw. Het gebouw is niet leeg.’

Terwijl de recordtijd wegtikte, zag Joe Cook eindelijk een enkele, eenzame eersteklasser uit het gebouw naar buiten komen. Het was zijn broertje, Quentin! Joe was zijn rechtmatige plek in de geschiedenis van Cache Valley misgelopen door toedoen van zijn eigen vlees en bloed!

Witheet blafte Joe: ‘Wat was je in hemelsnaam aan het doen?’

Quentin hield een paar grote, versleten laarzen omhoog en zei: ‘Joe, je weet dat [en hij noemde de naam van een vriend] tweedehandsschoenen draagt die hem te groot zijn. Nou, toen het brandalarm afging, rende hij zo hard weg dat zijn laarzen uitvlogen. Hij wilde de oefening niet verknallen, dus liet hij ze achter en rende blootsvoets naar buiten. Ik ben teruggegaan om zijn laarzen te halen, want ik wilde niet dat hij koude voeten zou krijgen in de sneeuw.’

Deze hartverwarmende anekdote geeft aan hoe toegedaan ouderling Quentin La Mar Cook al vanaf zijn jeugd is aan medegevoel voor zijn naaste en aan de beginselen die de Meester leerde. ‘Ik ken Quentin mijn hele leven al’, zegt zijn jeugdvriend en latere zendingscollega Lee Burke, ‘en hij heeft nimmer iets gedaan dat hem, zijn familie of zijn kerk tot schande strekt.’ Dat de Heer het levenslot kende van deze jongeman was voor zijn moeder, Bernice, al heel lang duidelijk, omdat er in haar patriarchale zegen staat dat haar zoons de familie ‘eer zouden brengen’ en ‘machtig zouden zijn in de verbreiding van ‘s Heren werk.’ En dat hebben die zoons gedaan, en ouderling Quentin L. Cook zal dat blijven doen in zijn roeping als apostel van de Heer Jezus Christus.

Van anderen leren

Quentin Cook is geboren op 8 september 1940 in Logan (Utah), zoon van J. Vernon and Bernice Kimball Cook. Hij leerde al jong van zijn vader dat het belangrijk is om doelen te stellen en aan die doelen te werken.

‘Mijn vader had drie stelregels’, zegt ouderling Cook. ‘Ten eerste, we moesten waardige doelen hebben. Ten tweede, we konden die doelen altijd veranderen. Maar, ten derde, welk doel we ook kozen, we moesten er hard aan werken.’

Uit de vele gesprekken met zijn vader leerde hij acht te slaan op de mensen in zijn omgeving en het beste in hen op zichzelf toe te passen. ‘Mensen hebben ons zoveel te bieden als we er maar voor openstaan’, zegt ouderling Cook. ‘Daarom is het zo belangrijk om het gezelschap van goede mensen op te zoeken.’

Hij groeide op in Logan en kreeg die gelegenheid daar. Zo herinnert hij zich bijvoorbeeld dat hij een keer in de avondmaalsdienst aandachtig heeft geluisterd naar een jongeman, ouderling L. Tom Perry, nu lid van het Quorum der Twaalf Apostelen, toen die net was teruggekeerd uit de Tweede Wereldoorlog. Dat inspirerende moment blijft een van zijn vroegste en sterkste herinneringen uit zijn kinderjaren.

In zijn jeugd genoot ouderling Cook van sport, en hij was er goed in want mede door zijn inspanningen vielen zijn schoolteams in de prijzen in basketbal en American football. Ook debatteren en politiek hadden zijn interesse. Op zestienjarige leeftijd was hij een van de twee jongens die werden verkozen om de staat te vertegenwoordigen op een landelijk evenement. Daar was hij in de gelegenheid om de toenmalige en latere presidenten van de VS te ontmoeten: Dwight D. Eisenhower, John F. Kennedy, Lyndon B. Johnson, Richard M. Nixon en Gerald R. Ford. Hen aan het werk te zien bij het wetgevend werk maakte diepe indruk op hem en dat was medebepalend in zijn beslissing om rechten te gaan studeren.

Vóór zijn zending ging ouderling Cook naar de University of Utah, waar hij werd verkozen tot studentenleider, samen met zijn vriend W. Rolfe Kerr, die later tot het Eerste Quorum der Zeventig is geroepen en nu werkzaam is als commissaris van de kerkelijke onderwijsinstellingen.

Van 1960 tot 1962 was ouderling Cook op zending in de Britse Zending, dezelfde zending waar ik mijn zending heb vervuld. Onze zendingspresident, ouderling Marion D. Hanks, die toen deel uitmaakte van de Eerste Raad der Zeventig, had grote invloed op ons. Hij legde nadruk op discipelschap en vastberadenheid. Hij leerde ons de Heiland lief te hebben, het Boek van Mormon te koesteren, en de rest van ons leven loyaal te zijn aan de kerk en het evangelie. En nu, ruim 45 jaar later, is het zeldzaam dat twee voormalige zendingscollega’s samen dienen in het Quorum der Twaalf Apostelen.

De lijst met goede mannen en vrouwen van wie hij iets geleerd heeft is veel langer, maar ouderling Cook legt uit dat veel van hen in die tijd geen hoge functies bekleedden. Het waren gewoon goede mensen.

‘We kunnen wat leren van de leer en we kunnen wat leren van een goed voorbeeld’, zegt ouderling Cook. ‘Maar als je mensen tegenkomt die die twee hebben gekoppeld, wier leven strookt met wat zij leren uit het evangelie van Jezus Christus, dan is dat een geweldige combinatie. En die mensen hoeven geen algemeen autoriteit te zijn of een hoge maatschappelijke functie te bekleden. Je vindt ze in alle rangen en standen.’

De invloed van familie

Hoewel ouderling Cook gezegend is met veel goede vrienden en kennissen, hebben de mensen uit zijn eigen familie toch de meeste invloed gehad.

Hij is dankbaar voor een betrokken vader en moeder die ‘de Heiland liefhadden. Ze hebben alles in hun vermogen gedaan om ons goed op te voeden.’ Hij waardeert de liefde en steun van zijn broer, Joe, en zus, Susan.

Een van de belangrijkste ervaringen van zijn leven vond plaats toen hij vijftien was. Zijn broer, Joe, wilde op zending, maar zijn vader — een goede man die evenwel niet meer naar de kerk ging — vond dat Joe medicijnen moest gaan studeren. Joe en Quentin respecteerden hun vader in hoge mate, dus zonderden zij zich af om zijn raad te overwegen.

Ze bespraken alle voors en tegens tot diep in de nacht. Maar waar het volgens hen op neer kwam was dit: Als de kerk niet meer is dan een goede instelling kon Joe meer goed doen door medicijnen te gaan studeren. Als de Heiland echter leeft, als Joseph Smith een profeet Gods is, als de kerk die hij onder Gods leiding stichtte de Kerk van Jezus Christus is, als het Boek van Mormon waar is, dan was Joe’s plicht duidelijk. De volgende morgen ging Joe met deze redenatie naar zijn vader toe, aan wie hij vervolgens zijn getuigenis gaf. Kort daarna vertrok hij op zending, met de steun van zijn vader en de vreugdevolle zegen van zijn moeder.

Dat gesprek had verregaande invloed op de jonge Quentin. Hij had altijd al een getuigenis van de Heiland gehad. Maar Joseph Smith, de kerk, het Boek van Mormon — dat waren andere kwesties voor een vijftienjarige. Hij geloofde, maar hij had nog geen geestelijke bevestiging ontvangen van deze waarheden.

Toen Joe en hij die nacht naar hun slaapkamers gingen, knielde Quentin neer in gebed om een geestelijke bevestiging te vragen zoals zijn broer die had, een bevestiging waar hij met heel zijn hart naar verlangde. En hij kreeg die op zo’n krachtige manier dat al zijn twijfel voorgoed werd weggevaagd.

Bewondering voor Mary

Een andere grote invloed in zijn leven is zijn vrouw, Mary. ‘Het zal moeilijk zijn om op aarde iemand te vinden die zo goed, rechtschapen en opgewekt is als zij’, zegt haar echtgenoot. ‘Ze heeft een bijzonder gevoel voor humor.’

Hun dochter, Kathryn Cook Knight, kan dat bevestigen. ‘Dad was de volmaakte vader’, zegt ze. ‘Ik bewonder hem ervoor. Maar mijn moeder is een heilige.’

Zuster Cook is een muzikaal talent. Zij heeft muziekles gegeven en heeft hun huis met muziek gevuld. Sterker nog, ouderling Cook leerde Mary in de tweede klas voortgezet onderwijs kennen op een talentenwedstrijd. Hij herinnert het zich nog goed: ‘Dit kleine vlasblonde meisje krijgt de vloer en zingt ‘Aan de zonkant van de straat’. Toen al had ze een markante volwassen, diepe stem. Ik was echt verbaasd. En dat lied typeert volmaakt hoe zij tegen het leven aankijkt. ‘Ze heeft een heerlijk opgewekt, zonnig karakter.’

In hun schooltijd hadden de twee voldoende gelegenheid om met elkaar samen te werken. In de onderbouw van het voortgezet onderwijs werd hij gekozen als voorzitter van de scholierenraad en zij als ondervoorzitster. Ze zaten samen in het debatteam. En als klaspresident in de bovenbouw werkte hij samen met haar in een andere functie in de scholierenraad.

‘We waren vrienden lang voordat we iets anders waren’, zegt ouderling Cook. ‘Ik bewonderde haar voordat ik verliefd op haar werd, en met haar trouwen was de beste beslissing die ik ooit heb genomen.’

Ouderling en zuster Cook trouwden op 30 november 1962 in de Logantempel.

Liefde voor mensen uit alle rangen en standen

Na in 1963 aan de Utah State University te zijn afgestudeerd in politieke wetenschappen, verhuisden Quentin en Mary naar Californië, waar hij in 1966 aan Stanford University afstudeerde als meester in de rechten. Daarna ging ouderling Cook in San Francisco werken voor het advocatenkantoor Carr, McClellan, Ingersoll, Thompson en Horn.

Het was daar dat hij zich voornam dat ‘wat ik geloofde en wie ik was zichtbaar moest zijn.’ Door zijn werk in het bedrijfs- en gezondheidsrecht kwam ouderling Cook in contact met goed opgeleide en invloedrijke mensen. Zoon Larry herinnert zich dat hij onder de indruk was dat zijn vader zeer gerespecteerd werd door zijn zakenpartners en cliënten. ‘Ik woonde de afscheidsdiners bij ter ere van mijn vader toen hij vertrok bij het advocatenkantoor en later toen hij terugtrad uit een gezondheidsfirma. Ik hoorde collega na collega, geen van allen lid van de kerk, vertellen — vaak met tranen in de ogen — wat pa voor hen betekende, hoe hij ze had begeleid en geholpen, en zich onbaatzuchtig had ingezet voor hun carrière zonder zich af te vragen of dat niet ten koste ging van zijn eigen carrière.’

Zijn kerkwerk leidde ertoe dat hij een zeldzaam mooie band kreeg met leden van wie de achtergrond totaal anders was en van wie de financiële situatie nogal eens hemelsbreed verschilden. Zowel door zijn beroep als roeping ontwikkelde hij het vermogen om zich in te leven in mensen uit alle rangen en standen, en groeide zijn liefde voor alle mensen.

Hij werd geroepen als bisschop, daarna als raadgever in het ringpresidium (van zijn dierbare oudere broer, Joe!), en later als ringpresident. In die tijd was hij niet alleen werkzaam in Engelstalige wijken, maar ook in gemeenten waar men Spaans, Tongaans, Samoaans, Tagalog, Mandarijn en Kantonees sprak.

Sommige leden hadden weinig opleiding en nog minder geld. Maar ze hadden veel te bieden. Hij denkt met plezier terug aan ‘een van de grote mannen in mijn vriendenkring’ die broodbezorger was en in de bisschap werd geroepen. De man had gezien dat de wijkleiders met een aktetas naar de vergaderingen gingen, dus besloot hij er ook een mee te nemen. Maar aangezien hij nog niets had om erin te doen, vulde hij die met zuurdesembrood, dat hij uitdeelde. De bereidwilligheid van deze man om te dienen werd alleen overtroffen door zijn liefde voor anderen.

‘Als ik het heb over wat leren van anderen denk ik daarbij niet aan specifieke beroepen of opleidingsniveaus’, zegt ouderling Cook. ‘Je kunt overal goede mensen tegenkomen en wat van hen leren.’

Thuis voorbereid

Toen de Cooks in San Francisco woonden, wilden zij hun kinderen goed opvoeden, en er was ouderling Cook veel aan gelegen om een goede relatie op te bouwen met ieder van zijn drie kinderen in weerwil van de eisen die werk en kerk aan hem stelden.

‘Het is belangrijk’, zegt hij ‘vooral voor hen die een leidinggevende functie in de kerk hebben, dat de band die ze met hun kinderen hebben er een is waarin de kinderen de kans krijgen om de deugden van een ouder in een andere omgeving dan de kerk aan het werk te zien — bijvoorbeeld bij het werken in de tuin of samen iets buiten de deur doen.’

Joe, de tweede zoon van de Cooks, herinnert zich zo’n voorbeeld van liefde in de praktijk, waarin het zijn vader niet lekker zat dat zijn zoon, na zijn examens van het eerste semester aan de Brigham Young University, helemaal alleen terug moest rijden naar San Francisco. Het zou eind december zijn, misschien lag er sneeuw, en hij was misschien moe na zo’n drukke tijd. Aan het eind van het semester stond zijn vader voor de deur van zijn studentenflat. Hij had vanuit San Francisco het vliegtuig genomen om met hem mee naar huis terug te rijden. Joe zegt dat dit niet alleen een duidelijk bewijs was van zijn vaders liefde voor hem, maar de ‘praattijd’ die ze op die thuisreis hadden — gevuld met gesprekken over allerlei evangeliebeginselen en herhaalde getuigenissen van de Heiland — was voor de jonge Joe een belangrijke vormende ervaring, waarin zijn getuigenis en zijn denkbeelden over het vaderschap duidelijk gestalte kregen.

Naar het voorbeeld van zijn vader leerde ouderling Cook zijn kinderen doelen te stellen en vervolgens na te gaan of hun daden en activiteiten aansloten op de verwezenlijking van die doelen. De Cooks stelden ook doelen in gezinsverband, waarbij ze zich allereerst op het evangelie concentreerden. Ouderling Cook gelooft dat kinderen overal ter wereld goed kunnen worden opgevoed als het gezin zich maar houdt aan de godsdienstige gebruiken, zoals gezinsgebed, schriftstudie en geregeld gezinsavond.

De sleutel is, volgens ouderling Cook, individuele godsdienstbeoefening. ‘Langs de kamer van mijn kinderen te lopen en hun in de Schriften te zien lezen of op hun knieën in gebed te zien, was het belangrijkste voor mij als vader’, zegt hij.

Maar individuele godsdienstbeoefening zal zich eerder voordoen ‘wanneer de godsdienstbeoefening in het gezin de kinderen duidelijk maakt dat alle andere doelen, zoals beroep en opleiding, op de tweede plaats komen na het hebben van een getuigenis van de Heiland en een rechtschapen levenswijze.’

Voorbereiding op zijn roeping

In de dertig jaar dat ouderling Cook in Californië woonde, ging hij van de ene verantwoordelijke positie naar de andere, zowel in zijn beroep als in de kerk. Hij klom op van compagnon naar vennoot naar beherend vennoot van een advocatenkantoor. Daarna werd hij gevraagd als president-directeur van California Healthcare System, dat vervolgens fuseerde met Sutter Health, waarna hij vicevoorzitter werd.

In die tijd was hij werkzaam als regionaal vertegenwoordiger en gebiedsautoriteit, voordat hij in 1996 werd geroepen als lid van het Tweede Quorum der Zeventig. In 1998 werd hij in het Eerste Quorum geroepen.

Als algemeen autoriteit was ouderling Cook werkzaam in het presidium van het kerkelijke gebied Filipijnen/Micronesië en als president van de kerkelijke gebieden Oceanië en Noord-Amerika-Noordwest. Zijn liefde voor de getrouwe heiligen over de hele wereld blijft toenemen.

Als algemeen bestuurder van de afdeling zendingswerk van de kerk speelde hij een belangrijke rol in de totstandkoming van de nieuwe handleiding voor zendelingen, Predik mijn evangelie. Maar ouderling Cook wil daar niets van weten. ‘De Heer heeft daar vanaf de eerste dag zijn hand in gehad’, zegt hij. ‘Echt ieder lid van het Eerste Presidium en de Twaalf heeft ongelooflijk goede bijdragen geleverd.’

Klaar en bereid

Ouderling Cook is goed voorbereid op zijn taken in het Quorum der Twaalf Apostelen. Bereid als hij is om wat van anderen te leren en zich onbaatzuchtig in de dienst van anderen te stellen, kan hij de Heer zijn hart en een gewillige geest bieden.

‘Ik heb alle apostelen altijd gerespecteerd, gesteund en geëerd’, zegt hij. ‘Zij hebben grote invloed op mij gehad. Ik weet niet wat ik zal bijdragen, maar ik weet wel dat Jezus Christus de Verlosser is, dat God onze hemelse Vader is, dat Joseph Smith de profeet van deze bedeling is, en dat we nu een profeet hebben. Die kennis is de kern van mijn leven.’

We kunnen er zeker van zijn dat die kennis de kern zal blijven van de apostolische bediening van ouderling Quentin L. Cook.