2008
Eén zending wel genoeg om levens te veranderen, maar niet om het verlangen tot dienen te bevredigen
April 2008


Eén zending wel genoeg om levens te veranderen, maar niet om het verlangen tot dienen te bevredigen

Toen Rose en Ron Harvey in 1950 trouwden, wisten ze niet dat ze zestien jaar van hun huwelijk als voltijdzendeling zouden doorbrengen.

‘Daar had ik nooit van gedroomd’, zegt zuster Harvey.

Sinds 1992 heeft het Canadese echtpaar negen zendingen voor de kerk vervuld en het evangelie verkondigd in de Verenigde Staten, Canada en Oceanië.

Ze hebben heelwat opbouwende ervaringen gehad. ‘Je komt telkens op een geestelijk hoogtepunt terug’, zegt zuster Harvey. Dergelijke innerlijke veranderingen zijn niet uitsluitend voorbehouden voor wie zestien jaar op zending gaat. ‘Je hoeft geen negen zendingen te vervullen. Al na onze eerste zending kwamen we veranderd naar huis.’

Broeder en zuster Harvey hebben succes gekend, goei in het evangelie doorgemaakt, beproevingen doorstaan en gevoelens van ontoereikendheid leren overwinnen. Nu is hun relatie sterker dan ooit en vertellen ze graag over de kracht en de zegeningen die zij en hun familieleden van de Heer hebben ontvangen.

Geroepen om te dienen — keer op keer

Hun zending in 1992, in het zendingsgebied Minnesota (Minneapolis), was een geweldige ervaring, vooral voor zuster Harvey, die al het verlangen had om op zending te gaan toen haar kinderen zich op hun zending voorbereidden. Zij en haar man vonden vreugde in het heractiveren van leden en in de gemeente die werd georganiseerd.

Later ging het echtpaar op zending in het zendingsgebied Rapid City (South Dakota), waarna ze een zending in familiehistorisch werk in de Bibliotheek voor familiegeschiedenis in Salt Lake City en vervolgens in de gevangenis van Utah vervulden. Die laatste zending was een unieke uitdaging, en broeder en zuster Harvey ontwikkelden veel mededogen voor hun broeders en zusters in de gevangenis.

Daarna gingen ze op zending in het zendingsgebied Vancouver (Canada), gevolgd door twee zendingen in humanitaire diensten, in Amerikaans-Samoa en in Sacramento (Californië). Vlak daarna werden ze weer op een zending in familiehistorisch werk geroepen, deze keer in het zendingsgebied Calgary (Canada).

Na anderhalf jaar in Calgary, vervullen ze nu een zending in familiehistorisch werk in Golden (British Columbia) en in Cardston (Alberta).

Gebruikelijke problemen het hoofd bieden

Bij hun jarenlange zendingswerk hebben broeder en zuster Harvey heelwat problemen moeten overwinnen. Vooreerst de problemen waarmee alle zendelingen te maken krijgen, in verband met financiële zaken, angst, het vinden van de juiste mogelijkheden en familieaangelegenheden.

Financiën: Broeder en zuster Harvey waren in staat om op zending te gaan door eenvoudig en zuinig te leven. Zij vereenvoudigden hun financiën door onnodige onkosten en rekeningen te vermijden en hun oudedagsvoorzieningen automatisch op een rekening te laten storten. Hoewel ze nooit veel geld hadden, hadden ze wel altijd voldoende. ‘We hadden nooit veel geld, maar wel veel geloof’, aldus zuster Harvey.

Angst: In zijn dagboeken (ze hebben allebei dagboeken bijgehouden sinds hun eerste zending in Minneapolis) heeft broeder Harvey geschreven dat hij zichzelf ongeschikt vond om het evangelie te verkondigen, en zuster Harvey had soortgelijke gevoelens. Ze vroegen zich af ‘of ze wel genoeg kennis hadden’. ‘We zijn niet hoog opgeleid (…) en toch gingen we de wereld in om mensen tot bekering te roepen. (…) Het is een grote verantwoordelijkheid om de Heer te vertegenwoordigen.’ Uit ervaring hebben ze geleerd dat de Heer goed zorgt voor de mensen die Hem dienen.

De juiste mogelijkheden vinden: Voor bijna alle vaardigheden en talenten van een echtpaar zijn er wel overeenstemmende mogelijkheden om te dienen. Het is goed als echtparen hun talenten en vaardigheden en hun gezondheid en financiële mogelijkheden in overweging nemen voordat zij een afspraak met hun bisschop of gemeentepresident maken. De hoedanigheden waarin broeder en zuster Harvey werkzaam zijn geweest, zijn net zo verscheiden als de verschillende plaatsen waar ze gediend hebben. Ze waren blij met om het even welke roeping van de Heer, als zendeling belast met humanitaire diensten, als zendeling belast met familiehistorisch werk of als evangeliserende zendeling.

Familieleden: Een van de grootste zorgen van seniorzendelingen is dat ze hun familieleden moeten achterlaten. Voor broeder en zuster Harvey betekent dat zeven kinderen, 39 kleinkinderen, en 25 achterkleinkinderen. Het was moeilijk om ze telkens jarenlang achter te laten, maar ze hebben nu een nauwere band met hun nakomelingen dan voordat ze vertrokken. ‘Het is moeilijk om onze onderlinge liefde onder woorden te brengen. (…) Mensen vergissen zich als ze denken dat ze vanwege hun kinderen niet op zending kunnen gaan’, aldus zuster Harvey.

Ondanks alles begrijpen broeder en zuster Harvey dat ze in dienst van de Heer zijn. ‘Het is zijn werk en zijn heerlijkheid. Van die waarheid moet je een getuigenis hebben’, zegt ze.

Een erfgoed van geloof vestigen

Het werk dat broeder en zuster Harvey verrichten, reikt veel verder dan de grenzen van hun zendingsgebied. Ze hadden zich nooit kunnen voorstellen wat een zegen het voor hun nakomelingen zou betekenen. ‘We zijn verbaasd hoe onze kinderen erdoor gezegend zijn’, aldus zuster Harvey.

Hun nakomelingen zijn het er allemaal over eens dat het voorbeeld van broeder en zuster Harvey veel invloed in hun leven heeft. ‘Wanneer kleinzoons en kleindochters op zending gaan, denken ze eraan dat opa en oma op hun leeftijd hun hart, macht, verstand en kracht gebruiken en geïnspireerd worden om ook hun best te doen’, zegt Teri Kearl, een van de dochters van broeder en zuster Harvey.

Toen ze na hun eerste twee zendingen de positieve invloed op hun nakomelingen zagen, werden broeder en zuster Harvey geïnspireerd om opnieuw te gaan.

‘Als je als grootouder op zending gaat, dien je in zekere zin ook je nakomelingen op veel verschillende manieren’, aldus zuster Harvey.

Hun kleindochter Nicole Kearl, die in Pocatello (Idaho) op zending is, heeft onlangs het volgende over haar grootouders geschreven: ‘Als ik hun toewijding aan de Heer zie, krijg ik een groter verlangen om de Heer te dienen. Ik weet zeker dat mijn verlangen om op zending te gaan mede door hun grote voorbeeld is ontstaan.’

Dichter tot elkaar en tot de Heer komen

Door hun zendingswerk hebben broeder en zuster Harvey niet alleen een sterkere band met hun kinderen en kleinkinderen ontwikkeld, maar zijn ze ook als echtpaar dichter tot elkaar gekomen. Zuster Harvey beschrijft hun dagelijkse schriftstudie als ‘de grootste zegen ooit’.

Broeder Harvey voegt daaraan toe dat hij door hun voortdurende zendingswerk ook een betere band met zijn vrouw heeft. ‘Haar gevoelens zijn mijn gevoelens. Ik huil als zij huilt. Ik lach als zij lacht’, zegt hij.

Ook hun band met de Heer is gegroeid naarmate zij voor troost en leiding tot Hem zijn gekomen. ‘Je gaat op zending en bent op jezelf aangewezen’, zegt zuster Harvey. ‘Als nooit tevoren vertrouw je op de Heiland.’

Broeder en zuster Harvey hebben gemerkt dat er goed voor ze wordt gezorgd als zij bereid zijn om naar de influisteringen van de Geest te luisteren.

‘Het lijkt wel of de Heer steeds deuren voor ons opent (…) sneller dan wij er doorheen kunnen lopen’, aldus zuster Harvey. ‘Alleen een verlangen en een gewillig hart heb je nodig.’