Extra ideeën voor de participatieperiode, april 2008
Jeugdwerkleidsters kunnen de volgende ideeën gebruiken als aanvulling op de participatieperiode in deze uitgave van de Liahona. Voor de les, de instructies en de activiteit die overeenkomen met deze ideeën, raadpleegt u ‘Luister naar de profeet — doe wat hij zegt’ op pp. K4 en K5 van De Kindervriend in deze uitgave.
1. Laat Evangelieplaat 102 (Bouw van de Ark) en 520 (Gordon B. Hinckley) zien. Vergelijk de profeet Noach met president Gordon B. Hinckley (1910–2008). Zorg ervoor dat de kinderen begrijpen dat alleen de familieleden van Noach naar hem luisterden, maar dat veel leden van de kerk naar de raad van president Hinckley hebben geluisterd om het Boek van Mormon te lezen. Met toestemming van de bisschop of gemeentepresident kunt u een gezin uitnodigen om te vertellen hoe zij de raad van de profeet hebben opgevolgd om het Boek van Mormon te lezen.
Laat de kinderen 2 Nephi 32:9 opzoeken. Laat ze de woorden ‘ik zeg u dat gij altijd moet bidden’ uit het hoofd leren. Leer ze een lied of lofzang over het gebed. Geef uw getuigenis van het Boek van Mormon en de kracht van het gebed.
2. Maak een doolhof ‘Volg de profeet’ met behulp van les 8 in Jeugdwerk 3. Vergroot iedere afbeelding op het doolhof op een afzonderlijk vel papier. Hang de afbeelding van het kind linksboven op het bord en de afbeelding van de Heiland rechtsonder. Hang de andere afbeeldingen willekeurig in het lokaal op. Zet op afzonderlijke vellen papier de zinsneden die bij iedere afbeelding horen. Die worden als aanwijzingen gebruikt.
Zing het negende couplet van ‘Volg de profeet’ (Kinderliedjes, pp. 58–59) en vraag de kinderen wat de profeet voor ons doet als wij naar hem luisteren. Leer ze dat onze profeet ons altijd de juiste weg wijst. Als wij hem volgen, kunnen wij bij onze hemelse Vader en Jezus Christus terugkeren.
Laat een kind een aanwijzing kiezen. Laat haar of zijn klas en leerkracht de aanwijzing voor de andere kinderen uitbeelden. Als een kind raadt wat zij uitbeelden, laat hem of haar dan de bijbehorende afbeelding in het lokaal opzoeken. Hang de afbeelding op het bord, tussen de afbeelding van het kind en die van de Heiland. Zing het refrein van ‘Volg de profeet’ nadat u een afbeelding op het bord hebt gehangen. Blijf aanwijzingen uitbeelden en afbeeldingen op het bord hangen totdat ze allemaal zijn geraden. Geef uw getuigenis van de zegeningen die we ontvangen als we de profeet volgen.
Voor oudere kinderen: Kies teksten uit die bij de aanwijzingen horen en zet de verwijzing op de aanwijzing. Laat de kinderen de tekst opzoeken en voorlezen voordat ze de aanwijzing uitbeelden.
3. Lied: ‘Wij danken U, Heer, voor profeten’ (lofzang 17). Neurie of speel de eerste regel. Laat de kinderen hun hand opsteken als ze de melodie van deze lofzang herkennen. Noem de eerste vier woorden — ‘Wij danken u, Heer’ — en leg uit dat in deze lofzang de zegeningen worden beschreven die we van onze hemelse Vader ontvangen en dat wij, als we deze lofzang zingen, Hem voor deze zegeningen bedanken. Vraag de kinderen wat zij van deze lofzang vinden.
Houd een lofzangenbundel op en laat zien waar die lofzang te vinden is. Leg uit dat het woord ‘vreugdevol’ aangeeft hoe we deze lofzang moeten zingen. Laat de kinderen het ritme van de lofzang voelen door ze in de vierkwartsmaat mee te laten klappen terwijl de pianist(e) de eerste regel speelt. Laat ze dan het ritme van de melodie van de eerste regel klappen. Deel de kinderen op in twee groepen. Laat de ene helft de vierkwartsmaat klappen en de andere helft het ritme van de melodie. Laat de groepen dan wisselen.
Als u de kinderen de woorden van de lofzang leert, laat u ze letten op de zegeningen die onze hemelse Vader ons geeft en hoe deze zegeningen ons van nut zijn (bijvoorbeeld: het evangelie, een profeet om ons te leiden enzovoort). Zorg ervoor dat de kinderen de woorden herkennen die beschrijven wat ze moeten doen omdat ze zijn gezegend (bijvoorbeeld: ‘wij achten het vreugd u te dienen’ en ‘vervullen met liefd’ uw geboôn’).
Lees Mosiah 2:41 voor. Getuig dat wij gezegend worden en gelukkig zijn als we doen wat de profeet van ons vraagt.