Het lied van haar moeder
‘Looft de Heer met gezang’ (LV 136:28).
Susan schrok wakker. Wat was dat geluid? Ze luisterde heel goed. De wind waaide door de gombomen en blies de dekseltjes van de bloemknoppen op het dak boven haar hoofd. De vallende dekseltjes klonken als zware regenval en daar was ze wakker van geworden.
Susan zuchtte. Ze waren net in dit huis komen wonen en ze was nog niet gewend aan alle nieuwe geluiden. En dat Susan nu alleen sliep hielp ook niet. In hun oude huis hadden zij en haar oudere zus een kamer gedeeld.
Ze trok de dekens hoog op tot onder haar kin toen het op het dak weer dekseltjes regende. Ze was bang, eenzaam en ze, zo besefte ze, miste haar vader. Susans vader was officier in het leger. Hij was weg op oefening. Hoewel hij niet in gevaar was, voelde Susan zich opeens heel bang. Wat moest ze als er oorlog uitbrak en haar vader omkwam? Ze wilde niet zonder haar vader opgroeien. Ze had hem nodig.
Er prikten tranen in haar ogen. Susan wist dat ze iemand nodig had om haar angsten te sussen. Haar zus was niet in de buurt, maar ze wist dat Jezus en haar hemelse Vader altijd dichtbij waren.
Toen ze moed had verzameld, gleed Susan onder haar dekens vandaan en knielde op de vloer neer. Ze bad tot haar hemelse Vader of Hij haar wilde helpen en haar angst wilde wegnemen.
En toen hoorde Susan iets. Het was zachter dan het geklepper op het dak. Het was de stem van haar moeder. Ze zong een lied. Haar moeder zong terwijl ze in het huis bezig was en zich klaarmaakte om naar bed te gaan.
Susans moeder had een mooie stem en zong vaak, maar dit was het mooiste lied dat Susan haar ooit had horen zingen. Hoewel Susan de melodie niet kende, ging het lied over Jezus. Het lied vulde haar met vrede.
Susan dankte haar hemelse Vader, kroop snel haar bed weer in en ging liggen luisteren naar het lied van haar moeder. Weer kreeg ze tranen in haar ogen, maar dit keer van dank en opluchting. Ze wist dat alles in orde was. Ze wist dat haar ouders van haar hielden. Ze wist dat haar hemelse Vader om haar gaf. Ze wist dat wat er ook gebeurde er altijd reden tot hoop zou zijn. Susan wist ook dat ze angst kon verdringen en vrede kon voelen door aan de avond te denken dat het lied van haar moeder sterker was dan haar angst.