De Geest leren onderkennen en begrijpen
Een van de belangrijkste dingen die we kunnen doen is te leren de influisteringen van de Geest te onderkennen en te volgen.
Mijn vader is in het stadje Monticello (Utah) opgegroeid. Op zijn zevende was het zijn taak om de koeien uit de wei naar de stal te brengen. Hij had een mooi zakmes waar hij erg zuinig op was. Toen hij op een keer te paard op weg was naar de koeien en tevergeefs in zijn broekzak naar zijn mes zocht, besefte hij dat hij het onderweg was verloren. Het huilen stond hem nader dan het lachen, maar hij geloofde in wat zijn ouders hem hadden geleerd: God hoort en verhoort gebeden.
Hij hield zijn paard in en liet zich van de rug afglijden. Hij knielde neer en vroeg zijn hemelse Vader of hij zijn zakmes mocht terugvinden. Hij steeg weer op, draaide om en reed terug langs het pad. Na een tijdje hield zijn paard stil. Pa steeg af en stak zijn hand in het rulle zand op het pad. Daar, begraven in het zand, vond hij zijn geliefde zakmes. Hij wist dat de Heer zijn gebed had gehoord en verhoord.
Omdat hij had geleerd te luisteren en te handelen naar de influisteringen van de Geest heeft mijn vader vele keren de hand des Heren in zijn leven gezien. Hij heeft vele wonderen zien gebeuren. Toch had hij het, als hij zijn kinderen bijeenriep om ons in het evangelie te onderwijzen, vaak over zijn ervaring op dat stoffige pad in Monticello, toen de Heer het gebed van een ‘zevenjarige sproetenkop’ hoorde en verhoorde.
Later in zijn leven vertelde hij ons dat hij nog iets geleerd had uit die ervaring in zijn kinderjaren. Met pretlichtjes in zijn ogen zei hij dan: ‘Ik leerde toen ook dat God tegen paarden kan praten!’
Die ervaring van mijn vader liet bij hem een blijvende indruk na, omdat dat het begin markeerde van zijn geestelijke vorming. Toen kwam hij er voor zichzelf achter dat God gebeden verhoort. Toen begon hij, zoals de profeet Joseph Smith het noemt, de Geest van God te onderkennen.1
De gave van de Heilige Geest
De Heiland beloofde zijn apostelen dat zij na zijn vertrek de gave van de Heilige Geest zouden genieten. Hij zei: ‘De Trooster, de heilige Geest, die de Vader zenden zal in mijn naam, die zal u alles leren en u te binnen brengen al wat Ik u gezegd heb’ (Johannes 14:26). Deze belofte ging op Pinksteren in vervulling.
De leden van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen maken aanspraak op dezelfde gave. Na onze doop wordt ons de gave van de Heilige Geest verleend door iemand die gemachtigd is de verordeningen van het evangelie te bedienen. Deze gave geeft ons, als we daartoe waardig zijn, recht op de omgang met het derde lid van de Godheid.
De omgang met de Heilige Geest is een van de grootste zegeningen die we in dit leven kunnen genieten. Ouderling Bruce R. McConkie (1915–1985) van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd:
‘Men behoort — boven al het andere in deze wereld — te verlangen naar de leiding van de Heilige Geest. Er is niets zo belangrijk als de omgang hebben met de Heilige Geest. (…)
‘Er is geen prijs te hoog, geen arbeid te zwaar, geen worsteling te hevig, geen offer te groot als daaruit volgt dat we de gave van de Heilige Geest ontvangen en genieten.’2
De profeet Joseph Smith heeft gezegd dat de Geest Gods kan worden onderkend en dat we ‘door de Geest van God te onderkennen en te begrijpen, groeien […] in het beginsel openbaring, totdat we volmaakt worden in Christus Jezus.’3
Een van de belangrijkste dingen die we kunnen doen is te leren de influisteringen van de Geest te onderkennen en volgen. Als we dat verlangen en waardig zijn, zal de Heer ons vormen in het beginsel van openbaring.
Leren luisteren en handelen
Om de Geest Gods te onderkennen, moeten we met ons hart leren luisteren. President Boyd K. Packer, president van het Quorum der Twaalf Apostelen, heeft gezegd: ‘De stem van de Geest is stil en zacht — een stem die eerder gevoeld wordt dan gehoord. Het is een geestelijke stem die in je hoofd komt en als een gedachte in uw hart wordt gelegd.’4
President Packer heeft ook gezegd: ‘Inspiratie krijgt u eerder in een vredige omgeving. Woorden als rustig, stil, vreedzaam en Trooster zijn overvloedig in de Schriften aanwezig: ‘Wees stil, en weet dat ik God ben.’ (LV 101:16; cursivering toegevoegd.) En de belofte: “U zult mijn Geest ontvangen, de Heilige Geest, ja, de Trooster, die u de vredige dingen van het koninkrijk zal leren.” (LV 36:2; cursivering toegevoegd).’
President Boyd K. Packer vervolgde: ‘Hoewel we deze communicatie kunnen bevorderen, kan ze nooit worden geforceerd! Als we ze forceren, kunnen we misleid worden.’5
Het is in ons leerproces van het allergrootste belang dat we onverwijld handelen in overeenstemming met de geestelijke indrukken die we krijgen. President Thomas S. Monson heeft verklaard: ‘We kijken. We wachten. We luisteren of we de stille, zachte stem horen. Als de Geest spreekt, geven wijze mannen en vrouwen daar gehoor aan. We stellen het opvolgen van de ingevingen van de Geest niet uit.’6
De Geest leren onderkennen en begrijpen is een geleidelijk en voortdurend leerproces. De Heiland heeft gezegd: ‘Wie licht ontvangt en in God blijft, ontvangt meer licht; en dat licht wordt steeds helderder tot de volle dag toe’ (LV 50:24). ‘Want hem die ontvangt, zal Ik meer geven’ (2 Nephi 28:30).
Evenals Christus ‘aanvankelijk niet van de volheid [ontving], maar genade op genade ontving’ (LV 93:12), zo zullen ook wij, als we zijn geboden onderhouden ‘genade op genade ontvangen’ (LV 93:20; zie ook Johannes 1:16) en ‘regel op regel’ en ‘voorschrift op voorschrift’ (2 Nephi 28:30). Ons leerproces gaat vaak net zo geleidelijk als de dauw neerdaalt uit de hemel (zie LV 121:45; 128:19).
Ouderling Richard G. Scott van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft verklaard: ‘Er is geen eenvoudige formule of techniek waarmee u snel leert hoe de leiding van de Heilige Geest precies in zijn werk gaat. Het is eerder zo dat onze Vader van ons verwacht dat wij ons bekwamen in het ontvangen van goddelijke hulp door geloof in Hem en zijn Heilige Zoon, Jezus Christus, te oefenen.’
Ouderling Scott vervolgde: ‘Wat aanvankelijk een moeilijke taak lijkt te zijn, wordt allengs gemakkelijker als u er consequent naar streeft om de gevoelens die de Geest in u teweegbrengt te onderkennen en te volgen. U zult ook meer vertrouwen krijgen in de inspiratie die u van de Heilige Geest ontvangt’ en ‘u zult gaandeweg meer vertrouwen krijgen in en u zekerder voelen over de indrukken die u voelt dan over wat u kunt zien of horen.’7
De Heer zal ons, als onderdeel van ons leerproces, laten zien wat voor onszelf en voor anderen de gevolgen zijn als we handelen naar de indrukken die we van de Geest ontvangen. Die ervaringen zullen ons geloof versterken en ons meer moed geven om in de toekomst te handelen.
De Geest leren onderkennen en begrijpen vergt veel inspanning. Maar de Heer heeft dit aan de getrouwen beloofd: ‘Indien gij vraagt, zult gij openbaring op openbaring, kennis op kennis ontvangen, opdat gij de verborgenheden en de vredige dingen zult kennen — datgene wat vreugde brengt, datgene wat het eeuwige leven brengt’ (LV 42:61).