2011
We hadden niets te eten
December 2011


We hadden niets te eten

Estilita Chacin Hart (Utah, VS)

Ik werd de dag voor Kerstmis bezorgd wakker omdat we geen eten voor onze kerstmaaltijd ’s avonds hadden, en ook geen geld om eten te kopen. Ik woonde toen bij mijn zus, Edicta, in Maracaibo (Venezuela).

Ik stond op, knielde neer en begon te bidden. Ik smeekte mijn hemelse Vader om aan ons te denken. Ik vroeg Hem om ons ten minste op die bijzondere dag, la Noche Buena (kerstavond), wat te eten te geven.

Terwijl ik bad, kwam er een vredig gevoel over me. Het was alsof ik een zachte stem hoorde zeggen: ‘Alles komt in orde. Maak je geen zorgen.’ Toen ik klaar was met bidden, wist ik dat er die dag iets bijzonders zou gebeuren.

Ik maakte mijn zus wakker en ging de stoep vegen. Onze overbuurvrouw zag me en stak de straat over om mij duizend bolívares te geven die ze me schuldig was voor een kerstkleed en versieringen die ik voor haar had geborduurd. Dat verraste me, want ik was vergeten dat ik nog geld van haar kreeg.

Ik rende naar de kamer van mijn zus en liet haar het geld zien dat ik had gekregen. Verbaasd vroeg ze me waar ik dat geld vandaan had. ‘Bij God zijn alle dingen mogelijk’ (Matteüs 19:26) antwoordde ik.

Enkele minuten later hoorden we buiten iemand mijn zus roepen. Toen we beseften dat het diezelfde overbuurvrouw was, gingen we naar buiten om met haar te praten. Toen betaalde ze mijn zus duizend bolívares die ze haar schuldig was voor wat naaiwerk. Mijn zus en ik waren erg blij omdat we nu ontbijt, lunch en avondeten konden kopen.

Toen we terugkwamen van de kruidenierszaak troffen we een vriend die op ons stond te wachten. Hij vroeg of hij la Noche Buena met ons mocht doorbrengen omdat hij op kerstavond niet alleen wilde zijn. Wij legden uit dat we slechts een bescheiden maaltijd zouden hebben, maar dat hij gerust mocht mee-eten. Hij droeg tweeduizend bolívares bij aan de kosten van het avondeten. We konden nauwelijks geloven hoe rijkelijk God ons zegende.

Later belde mijn nicht, die zei dat ze die avond zou langskomen met vijftien kilo gemarineerd vlees. En om twaalf uur ’s middags kwam mijn neef langs met zijn vrouw en kinderen. Ze vroegen of ze die avond met wat eten mochten langskomen om samen kerstavond te vieren.

‘Het wordt geen uitgebreide maaltijd,’ antwoordden wij, ‘maar we hebben genoeg voor iedereen.’

Die avond maakten Edicta en ik kip klaar, een aardappelsalade, een citroendessert en majarete, een traditionele kokospudding. We genoten er met al onze gasten van. Maar eerst spraken we onze dank uit aan onze hemelse Vader voor de grote zegeningen die Hij ons had gegeven. Die dag werden we eraan herinnerd dat als we geloof hadden en niet twijfelden, Hij ons zou zegenen als we om zijn hulp vroegen.