Dit zij u het teken
‘Alle profeten die vanaf het begin der wereld hebben geprofeteerd — hebben zij niet min of meer over deze dingen gesproken?’ (Mosiah 13:33.)
Kerstmis is een tijd vol verwachting — verwachtingen van geschenken, lekker eten en vieringen. Soms lijkt het wel alsof de eerste 24 dagen van december gewoon te lang duren. Maar stel je voor dat je duizend jaar moet wachten!
Het eerste kerstfeest — de geboorte van de Heiland — was al honderden jaren eerder geprofeteerd, vanaf Jesaja in het Oude Testament tot en met Samuël de Lamaniet in het Boek van Mormon. De profeten in de oudheid kenden en verwachtten de tekens van de komst van Jezus Christus en wachtten er geduldig op. Ze profeteerden van zijn komst zodat anderen de tekenen zouden kunnen herkennen en delen in de vreugde van de wetenschap dat Hij was gekomen! De vervulling van die profetieën was een getuigenis van zijn goddelijke roeping als Heiland en Verlosser.
Lees de volgende profetieën van de geboorte van Jezus Christus en de wonderbaarlijke omstandigheden, en lees hoe die profetieën in vervulling gingen.
Geboren uit Maria, een maagd
Profetieën: Zevenhonderd jaar voor haar geboorte, was al geprofeteerd dat Maria de moeder van Christus zou zijn. Jesaja schreef: ‘Daarom zal de Here zelf u een teken geven: Zie, de jonkvrouw [oftewel maagd] zal zwanger worden en een zoon baren; en zij zal hem de naam Immanuël geven’ (Jesaja 7:14).
Aan de andere kant van de wereld wees Alma de jonge Maria ook al tachtig jaar voor de geboorte van Jezus aan als de moeder van de Heiland: ‘En zie, Hij wordt geboren uit Maria (…); en zij is een maagd, een kostbaar en uitverkoren vat; en zij zal worden overschaduwd en zwanger worden door de macht van de Heilige Geest, en een zoon baren, ja, namelijk de Zoon Gods’ (Alma 7:10).
Vervulling: Tachtig jaar later verscheen de engel Gabriël aan ‘een maagd, die ondertrouwd was met een man, genaamd Jozef (…) en de naam der maagd was Maria’ (Lucas 1:27). Maria was de moeder van Jezus, die de Zoon van God was.
Een Kind is ons geboren
Profetie: Jesaja profeteerde de geboorte van de Messias: ‘Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij rust op zijn schouder en men noemt Hem Wonderbare Raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst’ (Jesaja 9:5).
Vervulling: De bediening van de Heiland vervulde de volledige profetie van Jesaja, en toch werd Christus onder nederige omstandigheden geboren: ‘U is heden de Heiland geboren, namelijk Christus, de Here, in de stad van David. (…) Gij zult een kind vinden in doeken gewikkeld en liggende in een kribbe’ (Lucas 2:11–12).
Geboren in Betlehem
Profetie: De profeet Micha leefde rond dezelfde tijd als Jesaja. Hij profeteerde dat de Heer in het dorpje Betlehem zou worden geboren: ‘En gij, Betlehem Efrata, al zijt gij klein onder de geslachten van Juda, uit u zal Mij voortkomen die een heerser zal zijn over Israël en wiens oorsprong is van ouds, van de dagen der eeuwigheid’ (Micha 5:1).
Vervulling: Zevenhonderd jaar later gebood Herodes zijn schriftgeleerden om hem te vertellen waar de nieuwe heerser te vinden was: ‘[Hij] trachtte van hen te vernemen, waar de Christus geboren zou worden. Zij zeiden tot hem: Te Betlehem in Judea’ (Matteüs 2:4–5).
Nakomeling van David
Profetie: De Heer zei Jeremia zes eeuwen voor de geboorte van Christus dat Hij uit de afstammingslijn van David zou komen: ‘In die dagen en te dien tijde zal Ik aan David een Spruit der gerechtigheid doen ontspruiten, die naar recht en gerechtigheid in het land zal handelen’ (Jeremia 33:15).
Vervulling: Matteüs geeft ons de genealogie van Christus en toont aan dat de Heer afstamt van die koning van lang geleden: ‘Geslachtsregister van Jezus Christus, de zoon van David, de zoon van Abraham. (…) Al de geslachten dan van Abraham tot David zijn veertien geslachten en van David tot de Babylonische ballingschap veertien geslachten en van de Babylonische ballingschap tot de Christus veertien geslachten’ (Matteüs 1:1, 17).
Bezocht door koningen
Profetieën: Ondanks de nederige omstandigheden van zijn geboorte, verklaarden de profeten dat er koningen bij Christus zouden komen: ‘Volken zullen opgaan naar uw licht en koningen naar uw stralende opgang’ (Jesaja 60:3).
Samuël de Lamaniet zei vijf jaar voor de geboorte van Christus tegen de Nephieten welke tekenen er aan zijn komst vooraf zouden gaan. Een van die tekenen was de ster die de wijzen volgden: ‘Er zal een nieuwe ster verrijzen, zoals gij er nog nooit een hebt gezien; en ook dat zal u tot teken zijn’ (Helaman 14:5).
Vervulling: De wijzen wisten naar welk teken zij moesten uitkijken, want ze moeten hebben uitgezien naar de vervulling van profetieën. Zij vroegen: ‘Waar is de Koning der Joden, die geboren is? Want wij hebben zijn ster in het Oosten gezien en wij zijn gekomen om Hem hulde te bewijzen’ (Matteüs 2:2).
In de nieuwe wereld herkenden de Nephieten ook de tekenen en zij wisten dat de profetieën in vervulling waren gegaan: ‘En het was geschied, ja, alles, in ieder opzicht, volgens de woorden der profeten. En het geschiedde ook dat er een nieuwe ster verscheen, volgens het woord’ (3 Nephi 1:20–21).
Bedenk maar eens hoe jij je verheugt als je eindelijk je kerstcadeautjes mag openmaken. Hoe zou dat te vergelijken zijn met wachten op de tekenen van de geboorte van Christus en eindelijk zien dat ze vervuld worden? Onze hemelse Vader bereidde deze tekenen van tevoren voor, niet alleen om de gelovigen over de hele wereld zich te laten verheugen in de geboorte van zijn Zoon, maar ook van de goddelijke roeping van Christus te getuigen.