2013
Drinken uit de fontein
April 2013


Tot we elkaar weerzien

Drinken uit de fontein

Jezus Christus is de Bron van levend water.

Als we zeggen dat de tempels zo mooi zijn, hebben we het meestal over spitsen, ramen en muurschilderingen. We hebben het eerbiedig over doopvonten, begiftigingszalen, verzegelkamers en celestiale zalen.

Maar als een profeet een tempel toewijdt aan de Heer, wijdt Hij het hele heiligdom en niet alleen maar de mooie onderdelen die iedereen ziet. In het inwijdingsgebed voor de Kansas Citytempel in Missouri heeft president Thomas S. Monson gezegd: ‘Wij wijden de grond waarop deze tempel staat. Wij wijden elk onderdeel van dit prachtige gebouw, van de onzichtbare fundamenten tot de majestueuze figuur van Moroni die op de top staat.’1 Toen Joseph Fielding Smith het inwijdingsgebed voor de Ogdentempel in Utah uitsprak, wijdde hij ‘het fundament, de muren, de vloeren, de plafonds, de toren en alle onderdelen van het gebouw’ en bad hij om bescherming van ‘alle mechanische onderdelen, de lichtleidingen en -armaturen, de ventilatiesystemen en liften, en alles wat met dit gebouw te maken heeft.’2

Ik ben dankbaar dat de Heer zijn profeten inspireert om elk onderdeel van elke tempel te wijden. Hoewel een deurscharnier of een lichtarmatuur duidelijk een minder verheven doel heeft dan een altaar in een verzegelkamer, draagt zo’n bescheiden onderdeel toch bij aan het uiteindeljike verhogende doel van de tempel.

Een van die bescheiden onderdelen heeft mij een blijvende les geleerd. Ik was me op een dag in de Salt Laketempel na een verordening voor de doden aan het voorbereiden om de kleedkamer te verlaten. Ik zag een drinkfonteintje. En omdat ik besefte dat ik dorst had, boog ik voorover om snel wat te drinken. Er kwam een boodschap in mijn gedachten:

Je drinkt dit water in de tempel, maar drink je echt van het levende water dat hier te krijgen is?

Het was geen scherpe veroordeling, niet meer dan een voorzichtige vermaning en een zielsprangende vraag.

Mijn antwoord op die vraag was nee. Ik dronk niet volledig van het levende water van de tempel. Ik moet toegeven dat minuten daarvoor mijn gedachten bij de verordeningen voor de doden waren afgedwaald. Hoewel ik goed werk had gedaan voor mensen die mijn hulp nodig hadden, had ik mezelf niet toegestaan om zelf alle hulp te ontvangen die ik nodig had.

Nu let ik elke keer dat ik naar een tempel ga op of ik een drinkfonteintje zie en houd ik even stil om wat te drinken. Ik vraag me dan af hoeveel ik drink uit de fontein van levend water. Mijn antwoord: nog niet genoeg. Maar mijn dorst neemt toe.

Noten

  1. Thomas S. Monson in ‘Kansas City Missouri Temple: “Beacon of Divine Light” — an Offering of Hands and Hearts’, Church News, 12 mei 2012, ldschurchnews.com.

  2. Joseph Fielding Smith in ‘Ogden Temple Dedicatory Prayer’, Ensign, maart 1972, p. 12.

Foto © iStockphoto.com/Amphotora