2013
Priesterschapsroepingen vervullen
April 2013


Priesterschapsroepingen vervullen

Naar een toespraak gehouden tijdens de algemene aprilconferentie van 1987.

President Thomas S. Monson

Heb je wel eens bedacht wat de waarde van een mensenziel is? Heb je je wel eens afgevraagd hoeveel potentieel er in ieder van ons schuilgaat?

Ik woonde laatst een ringconferentie bij waar mijn vroegere ringpresident, Paul C. Child, Leer en Verbonden 18 opsloeg, en voorlas: ‘Bedenkt dat de waarde van zielen groot is in de ogen van God’ (vers 10).

En toen vroeg hij: ‘Wat is de waarde van een mensenziel?’ Hij vroeg geen bisschop, ringpresident of hogeraadslid om een antwoord. In plaats daarvan vroeg hij het aan een president van een ouderlingenquorum.

De geschrokken man leek wel een eeuwigheid te zwijgen en zei toen: ‘De waarde van een mensenziel is haar vermogen om zoals God te worden.’

Alle aanwezigen dachten na over dat antwoord. President Child vervolgde zijn boodschap, maar ik bleef verder nadenken over dat geïnspireerde antwoord.

Het is een ontzagwekkende taak om de kostbare zielen die onze Vader heeft voorbereid op zijn boodschap te bereiken, te onderwijzen en te raken. Het is vaak niet zo eenvoudig om daarin te slagen. Doorgaans gaan er tranen, beproevingen, vertrouwen en getuigenis aan vooraf.

Gods dienstknechten putten troost uit deze verzekering van de Meester: ‘Ik ben met u al de dagen’ (Mattheüs 28:20). Die magnifieke belofte steunt jullie, broeders in de Aäronische priesterschap, als je wordt geroepen voor een leiderschapspositie in de quorums van diakenen, leraars en priesters. Het moedigt je aan in je voorbereiding op een zending. Het troost je op momenten van ontmoediging, waar iedereen mee te maken krijgt.

‘Welnu, wordt niet moede goed te doen, want gij legt het fundament van een groot werk’, zegt de Heer. ‘En uit het kleine komt het grote voort.

‘De Heer verlangt het hart en een gewillige geest’ (LV 64:33–34). Blijvend geloof, voortdurend vertrouwen en een vurig verlangen zijn altijd de kenmerken geweest van hen die de Heer met heel hun hart hebben gediend.

Als er broeders aanwezig zijn die vinden dat zij niet voorbereid zijn, of zelfs niet in staat om gehoor te geven aan een roeping om te dienen, te offeren, het leven van anderen tot zegen te zijn, laat hen dan aan deze waarheid denken: ‘Wie God roept, die maakt Hij ook bekwaam.’

Foto-illustratie Cody Bell © IRI