2013
Mijn uitnodiging tot heil
April 2013


Hoe ik het weet

Mijn uitnodiging tot heil

Illustratie Roger Motzkus

Als jongeman luisterde ik naar veel godsdiensten en raakte ik in de war omdat ze allemaal een andere uitleg gaven aan de Schriften. Ik vond het gebrek aan eerbied dat ik in sommige kerken zag niet prettig en ik gaf mijn zoektocht naar een kerk om bij te wonen op.

Enkele jaren later liet een vriend, Cleiton Lima, zich dopen in De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. Hij vertelde dat niet aan me, ook al waren we goede vrienden. Maar na verloop van tijd begon ik veranderingen in hem te zien. Op zondagochtend ging ik meestal naar zijn huis om voetbal te spelen, maar hij was er nooit. Dat gebeurde twee of drie zondagen achter elkaar. Eindelijk vertelde Cleiton dat hij niet meer kon voetballen op zondag omdat hij dan de dag des Heren niet heiligde. Ik zei: ‘Die kerk maakt je gek.’

Toen nodigde Cleiton me uit om mee naar de kerk te gaan. Ik maakte me er met een smoesje van af omdat ik nog steeds teleurgesteld was in godsdienst. Tien maanden lang nam Cleiton zendelingen mee om me les te geven, maar ik had altijd een smoes of zei dat ik het te druk had. Maar hij gaf het niet op.

Op een dag in juni nodigde hij me uit om mee te gaan naar een dansavond in de kerk. Ik plaagde hem: ‘Is er gratis eten en zijn er heel veel meisjes?’ Lachend zei hij ja!

Ik moet toegeven dat mijn liefde door de maag ging. Ik ging naar de kerk en vond het geweldig. Ik werd door iedereen begroet, at heel veel en kreeg interesse om een bijeenkomst bij te wonen. Toen ik op zondag in de kerk aankwam, maakte ik kennis met heel veel mensen en hoorde ik ze hun getuigenis geven. Ik wist niets van het Boek van Mormon, maar ik voelde de Geest van de Heer toen diverse kerkleden getuigden: ‘Ik weet dat het Boek van Mormon waar is, dat dit de Kerk van Jezus Christus is, en dat Joseph Smith een profeet van God was.’ Ik had me nog nooit zo fijn gevoeld. Ik wilde nog steeds niet naar de zendelingen luisteren, maar die getuigenisdienst had me geraakt.

De daaropvolgende week vroeg Cleiton me opnieuw om mee naar de kerk te gaan. Ik had iets anders te doen, dus ik kon niet. Ik zag hoe teleurgesteld hij was toen ik zei dat ik niet wist of ik kon gaan.

Maar op zondag werd ik wakker met een verlangen om naar de kerk te gaan. Ik stond op om tien voor zeven, wat ik moeilijk vond, maakte me klaar en wachtte tot Cleiton langskwam. Hij was verrast toen hij me helemaal aangekleed op hem zag wachten. Die zondag sprak de bisschop over het priesterschap. Ik voelde de Geest heel sterk en had het gevoel dat ik de zendelingenlessen moest volgen. Tegen het eind van de jongemannenvergadering wist ik dat ik me wilde laten dopen.

Na de kerk zei ik tegen Cleiton: ‘Ik wil me laten dopen!’

Hij dacht dat ik een grapje maakte. Maar toen zei hij: ‘Als ik de zendelingen bel, maak je dan een afspraak met ze?’ Ik zei ja.

Ik kreeg les van hele goede zendelingen. Toen ik de boodschap van de herstelling hoorde, voelde ik een nog sterkere bevestiging dat ik me moest laten dopen. Maar ik wilde zelf weten dat het Boek van Mormon waar was. De zendelingen markeerden Moroni 10:3–5 in mijn exemplaar van het Boek van Mormon en stelden voor dat ik God zou vragen of het waar was.

De volgende avond bedacht ik dat ik nog niet in het Boek van Mormon had gelezen. Toen ik begon te lezen, voelde ik een hele sterke geest. Ik bad, en nog voordat ik klaar was, wist ik dat het Boek van Mormon waar was. Ik ben God dankbaar voor het verhoren van mijn gebed. In juli 2006 liet ik me dopen.

Later was ik op zending in het zendingsgebied Cuiabá (Brazilië), en mijn vriend Cleiton in het zendingsgebied Santa Maria (Brazilië). Wij deden toen wat Cleiton voor mij had gedaan: mensen uitnodigen om tot Christus te komen en hen helpen om het herstelde evangelie aan te nemen door in Jezus Christus te geloven, zich te bekeren, zich te laten dopen en de gave van de Heilige Geest te ontvangen. Dat is de ware weg naar verlossing.

Laten wij altijd onze vrienden en familieleden vragen of ze iets over het evangelie te weten willen komen, want deze uitnodiging van de Heiland was gericht tot alle mensen: ‘Komt tot Mij’ (Matteüs 11:28). Ik weet dat dit de Kerk van Jezus Christus is en dat het nu tijd is om iedereen uit te nodigen tot Hem te komen.