De telefoon ging uit
Seda Meliksetyan (Armenië)
In maart 1997 zijn mijn man en ik gedoopt in De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. We woonden toen in de Russische stad Rostov-aan-de-Donau.
Bij het bestuderen van de kerkelijke leer werden veel vragen die ik had, beantwoord. Het was interessant om te leren over het heilsplan en het gebruik van de doop voor de doden. Het verbaasde me toen ik vernam dat we ons konden laten dopen voor onze overleden voorouders.
Een jaar na onze doop vroeg de zendingspresident ons of we ons wilden voorbereiden om naar de tempel te gaan. Bij onze voorbereiding begonnen we ook aan familiehistorisch onderzoek. Op een dag dacht ik na over dit werk, toen de telefoon ging. Het was mijn schoonmoeder. Ik vroeg haar of ze me een lijst wilde sturen met de namen van de overleden voorouders aan mijn mans kant van de familie. Ze was verbaasd en zei dat de doop voor de doden geen christelijke leer was, maar iets dat de mormonen hadden bedacht. Ik wist niet zeker hoe ik daar op moest antwoorden, want ik kende geen Schriftteksten die de leer ondersteunden.
Terwijl ik nadacht over een antwoord, ging de telefoon uit. Ik wist even niet zeker wat er was gebeurd, maar ik hing op en ging naar de slaapkamer. Ik pakte het Nieuwe Testament, knielde neer, en vroeg mijn hemelse Vader om me te laten zien waar ik het antwoord kon vinden.
Na mijn gebed deed ik de Bijbel open. Ik had het gevoel dat iemand me had gezegd om vers 29 te lezen op de pagina waar ik de Bijbel had opengeslagen. Het was 1 Korintiërs 15, en het vers ging over de leer van de doop voor de doden.
Ik was ontroerd en verbaasd dat mijn hemelse Vader mijn gebed meteen had verhoord. Het was een fantastisch gevoel.
Ik was nog diep in gedachten verzonken over het gebeurde toen de telefoon plotseling weer ging. Het was mijn schoonmoeder. Ze vroeg waarom de telefoon was uitgegaan. Ik zei dat ik dat het niet wist, maar vroeg haar om haar Bijbel open te slaan en 1 Korintiërs 15:29 te lezen.
Enkele dagen later lag er een lijst met overleden voorouders op tafel. Mijn schoonmoeder had de tekst gelezen en geloofde nu dat de Heiland bij monde van de apostel Paulus in de leer van de doop voor de doden had onderwezen.
God heeft hen die dit verlossingswerk doen grote zegeningen beloofd. Ik weet dat het waar is.