Tien manieren om te weten dat je tot bekering bent gekomen
Tyler Orton woont in Java (Indonesië).
Ik leerde in de priesterschapsvergadering dat een van de doelen van de Aäronische priesterschap is ons te helpen om ons ‘te bekeren tot het evangelie van Jezus Christus en de leringen ervan na te leven.’1 Ik wist niet zeker wat het inhield om me ‘te bekeren tot het evangelie van Jezus Christus.’ Ik vroeg mijn ouders en mijn broers en zussen wat het volgens hen betekende, en samen bespraken we enkele manieren om te zien of je je bekeert.
Er zijn er waarschijnlijk meer, maar hier zijn tien manieren die wij bedachten. Omdat bekering een levenslang proces is, hoeven we niet meteen op al deze gebieden volmaakt te zijn, maar we kunnen op deze manieren wel zien of we vooruitgang maken.
-
Als je bekeerd bent, weet je niet alleen wat je moet doen, maar wil je ook het goede doen. Het is niet genoeg om alleen maar het verkeerde te vermijden omdat je bang bent gesnapt of gestraft te worden. Als je echt bekeerd bent, wil je graag het goede doen.
-
Een ander teken van bekering is dat je het verkeerde niet meer wilt doen. De Anti-Nephi-Lehieten zijn hier een goed voorbeeld van. Toen zij bekeerd waren tot het evangelie van Christus, gingen zij ‘een verbond met God aan […] om Hem te dienen en zijn geboden te onderhouden’ (Mosiah 21:31). Net als de Nephieten die koning Benjamin onderwees waren zij ‘niet meer geneigd […] om kwaad te doen’ (Mosiah 5:2). Ze raakten echt bekeerd tot het evangelie van Christus en Satans verleidingen hadden geen macht meer over hen.
-
Als je bekeerd bent, dan maak je je drukker over wat God van je vindt dan wat andere mensen van je vinden. Op mijn school in Indonesië drinken de leerlingen nogal veel alcohol. Soms is het verleidelijk om te gaan feesten als alle anderen dat ook doen en ze je uitlachen omdat jij het niet doet. Mijn broer is vaak uitgenodigd om te gaan drinken en feesten, maar hij heeft dat nooit gedaan. Hij stond pal voor zijn geloof. Het was moeilijk, en hij bracht heel wat avonden alleen thuis door. In de afscheidswoorden van leerlingen bij de diploma-uitreiking vertelden enkelen hoe verbaasd ze waren dat het hem lukte om de druk van leeftijdgenoten te weerstaan en vast te houden aan zijn normen. Ze vertelden hem hoe ze daarom tegen hem opzagen. Hij liet door de druk van leeftijdgenoten te weerstaan, zien dat hij bekeerd was.
-
Als je bekeerd bent, doe je je best om altijd het evangelie na te leven, en niet alleen op zondag of als het goed uitkomt, maar altijd. Je gedrag hangt niet alleen af van je gezelschap of wie er naar je kijkt. Als je leeftijdgenoten een schuine mop vertellen of een onfatsoenlijke film kijken, dan doe je niet mee omdat er niemand naar je kijkt; in plaats daarvan sta je pal voor je geloof.
-
Als je bekeerd bent, ben je aardiger en barmhartiger in je omgang met anderen. Je oordeelt, bekritiseert of roddelt niet. Je bent je bewuster van andermans gevoelens en het wordt een gewoonte om te kijken hoe je anderen kunt dienen en helpen. Als je op school door de gang loopt en iemand laat zijn boeken vallen, dan hoef je niet eens na te denken, maar help je automatisch.
-
Als je bekeerd bent, wordt je verlangen om te bidden groter en heb je tijdens je gebeden het gevoel dat je echt met God communiceert. Je ruimt altijd tijd in om te bidden, hoe je je ook voelt en wat er ook in je leven gebeurt. President Ezra Taft Benson (1899–1994) heeft tegen ons gezegd: ‘Als we geen zin hebben om te bidden, moeten we bidden totdat we er wél zin in hebben.’2
-
Als je tot bekering komt, zie je uit naar de zondag omdat het de sabbat is. Als de zondag aanbreekt, denk je niet ‘O jee, vandaag kan ik niet rondhangen met mijn vrienden en kan ik niet naar de film’, maar denk je ‘Fijn, vandaag kan ik naar de kerk en kan ik aandacht besteden aan geestelijke dingen, en tijd doorbrengen met mijn familie!’
-
Als je tot bekering bent gekomen, onderhoud je de geboden en zoek je niet naar smoesjes, excuseer je je gedrag niet en zoek je geen grijze gebieden op. Je probeert niet de grenzen te verkennen; je houdt je gewoon aan de geboden omdat je weet dat dat de beste keuze is.
-
Als je bekeerd bent, zie je ernaar uit om je tiende te betalen. Je ziet het als een voorrecht en vindt tien procent niet zoveel, vooral vergeleken met de zegeningen en voldoening die je erdoor krijgt. Die zegeningen zijn veel meer waard dan het geld dat je betaalt.
-
Als je tot bekering komt, heb je een sterk verlangen om anderen te vertellen over de waarheid en het geluk dat je hebt gevonden. Een goed voorbeeld uit de Schriften is Lehi’s droom waarin hij zo graag zijn gezinsleden van de heerlijke vruchten van de boom des levens wilde geven. Toen hij die vruchten proefde, dacht hij niet eerst aan zichzelf, maar aan zijn gezin, en wilde hij dat zij er ook van zouden nemen en hetzelfde geluk zouden voelen (zie 1 Nephi 8:12).
Samengevat weet je dat je tot bekering aan het komen bent als je begint de hogere wet na te leven, het evangelie van Jezus Christus. Je leeft zowel de geest van de wet als de letter van de wet na. Je leeft het evangelie in alle aspecten van je leven na. Je leeft het evangelie volledig na, niet omdat het moet maar omdat je het wilt. Je bent vrolijker en aardiger, en je wilt de persoon worden die je hemelse Vader wil dat je wordt. Je wilt net zo worden als Jezus Christus en wilt zijn voorbeeld volgen. Als je die persoon bent geworden, ben je echt tot bekering gekomen.