2013
Komt, alle zonen Gods
Mei 2013


Komt, alle zonen Gods

Laten we de Schriften zorgvuldig onderzoeken, ons leven gericht plannen, in de waarheid onderwijzen en ervan getuigen, en de Heer met liefde dienen.

President Thomas S. Monson

Twee keer per jaar lijkt dit schitterende Conferentiecentrum ons op overtuigende wijze uit te nodigen: ‘Komt, alle zonen Gods, met ’t priesterschap gezegend’.1 De algemene priesterschapsbijeenkomst van de kerk wordt door een karakteristieke geest gekenmerkt.

Vanavond zijn er wereldwijd vele duizenden van onze broeders voor de Heer op een voltijdzending. Zoals ik vanochtend al heb gezegd, hebben we momenteel 65 duizend zendelingen in het veld, en nog eens duizenden die op het punt staan naar het opleidingscentrum voor zendelingen af te reizen of van wie de aanmeldingsprocedure is opgestart. Onze liefde en complimenten gaan uit naar allen die graag een zending willen vervullen.

Er staat in de heilige Schriften geen verklaring die relevanter is, geen taak die bindender is, geen instructie die ondubbelzinniger is dan de opdracht die de herrezen Heer in Galilea aan de elf discipelen heeft gegeven. Hij zei toen:

‘Gaat dan henen, maakt al de volken tot mijn discipelen en doopt hen in de naam des Vaders en des Zoons en des heiligen Geestes

‘en leert hen onderhouden al wat Ik u bevolen heb. En zie, Ik ben met u al de dagen tot aan de voleinding der wereld.’2

Dit goddelijke gebod, met de bijbehorende heerlijke belofte, is ook in onze tijd het parool, net zoals in het midden des tijds. Zendingswerk is een onderscheidend kenmerk van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. Dat is altijd zo geweest en dat zal altijd zo zijn. Het was de profeet Joseph Smith die heeft gezegd: ‘Uiteindelijk komt het erop neer dat het onze grootste en belangrijkste taak is om het evangelie te prediken.’3

Binnen twee korte jaren zullen alle voltijdzendelingen die momenteel dienst doen in dit koninklijke leger van God hun werk afronden en naar hun dierbaren thuis terugkeren. De opvolgers van deze zendelingen bevinden zich vanavond in de gelederen van de Aäronische priesterschap van de kerk. Jongemannen, zijn jullie klaar om gehoor te geven aan die oproep? Zijn jullie bereid om je in te zetten? Zijn jullie bereid om te dienen?

Een zending betekent in elk geval een drastische ommezwaai in iemands manier van leven. Zendelingen werken hard en zijn toegewijd, ze offeren zich op en bidden veel. Het gevolg is dat hun toegewijde zendingswerk wordt beloond met eeuwige vreugde, die zich van dit leven tot in de eeuwigheid uitstrekt.

De uitdaging is om nuttiger dienstknechten in de wijngaard van de Heer te zijn. Dat geldt voor ons allemaal, wat onze leeftijd ook is, niet alleen voor hen die zich voorbereiden op een voltijdzending, want de opdracht om het evangelie van Christus uit te dragen, geldt voor ieder van ons.

Sta mij toe een formule te geven die ons succes waarborgt: ten eerste, de Schriften zorgvuldig onderzoeken; ten tweede, je leven gericht plannen (en plan uw leven, ongeacht uw leeftijd); ten derde, in de waarheid onderwijzen en ervan getuigen; en ten vierde, de Heer met liefde dienen.

Laten we de vier componenten van de formule nader bekijken.

Ten eerste, de Schriften zorgvuldig onderzoeken.

De Schriften getuigen van God en bevatten de woorden van eeuwig leven. Zij worden het fundament van onze boodschap.

Het accent in het leerplan van de kerk, dat wordt geprogrammeerd en gecoördineerd in de raden van de kerk, ligt op de heilige Schriften. Ook wordt ons aangeraden de Schriften elke dag te bestuderen, zowel individueel als in gezinsverband.

Laat ik u één tekst noemen die rechtstreeks op ons leven van toepassing is. In het Boek van Mormon, in het 17e hoofdstuk van Alma, lezen we over de vreugde die Alma ervoer toen hij na lange tijd de zoons van Mosiah weer tegenkwam en zag hoe getrouw ze aan de waarheid waren gebleven. We lezen het volgende: ‘Zij waren sterk geworden in de kennis der waarheid, want het waren mannen met een zuiver begrip en zij hadden de Schriften zorgvuldig onderzocht om het woord Gods te leren kennen.

‘Maar dat was niet alles; zij hadden zich overgegeven aan veel gebed en aan vasten; daarom hadden zij de geest van profetie en de geest van openbaring, en wanneer zij leerden, leerden zij met kracht en met gezag van God.’4

Broeders, onderzoek de Schriften zorgvuldig.

De tweede component van de formule: uw leven gericht plannen.

Er is wellicht geen generatie jongeren die voor meer verstrekkende beslissingen staat als de jongeren nu. Beslissingen over studie, zending en huwelijk dienen zich aan. Voor sommigen komt daar ook de militaire dienst bij.

De zendingsvoorbereiding begint jong. Behalve de spirituele voorbereiding zal een verstandige ouder de middelen verschaffen waarmee een jonge zoon zijn zendingsfonds kan beginnen. Het zou ook geen gek idee zijn om hem aan te raden een vreemde taal te leren, zodat van zijn taalvaardigheid, mocht dat nodig zijn, gebruik kan worden gemaakt. En dan breekt de dag aan dat de bisschop en de ringpresident de jongen uitnodigen voor een gesprek. En als hij waardig blijkt, wordt er een zendingsaanbeveling ingevuld en opgestuurd.

Vanaf dat moment houdt het hele gezin angstvallig de brievenbus in de gaten, totdat de brief met het verzendadres 47 East South Temple, Salt Lake City, Utah op de deurmat valt. De brief arriveert; de spanning is te snijden; de oproep wordt voorgelezen. Vaak is het toegewezen zendingsgebied ver van huis. Ongeacht de locatie is de reactie van de voorbereide en gehoorzame zendeling dezelfde: ‘Ik zal dienen.’

Het vertrek van de zendeling wordt voorbereid. Jongemannen, ik hoop dat je waardering zult hebben voor de offers die je ouders brengen om jou op zending te sturen. Hun werk zal je steunen, hun geloof zal je aanmoedigen, hun gebeden zullen je sterken. Een zending is een gezinsaangelegenheid. Hoewel gescheiden door werelddelen of oceanen, zijn harten ineengevlochten.

Broeders, denk eraan, dat een gerichte planning van uw leven niet alleen een formele zending betreft, maar dat er vele mogelijkheden zijn om zendingswerk te doen. Voor wie in militaire dienst zijn, kan en moet die tijd heel profijtelijk zijn. Elk jaar brengen jonge mannen in de krijgsmacht vele zielen in het koninkrijk van God door hun priesterschap te eren, de geboden van God na te leven, en het goddelijk woord aan anderen uit te dragen.

Zie alle kansen die u in uw studententijd hebt om een zendeling te zijn ook niet over het hoofd. Uw voorbeeld als heilige der laatste dagen wordt gezien, gewogen en vaak gevolgd.

Broeders, wat uw leeftijd ook is, wat uw omstandigheden ook zijn, ik spoor u aan om uw leven gericht te plannen.

En nu de derde component in onze formule: in de waarheid onderwijzen en ervan getuigen.

Geef gehoor aan de raad van de apostel Petrus, die heeft gezegd: ‘[Wees] altijd bereid tot verantwoording aan al wie u rekenschap vraagt van de hoop, die in u is.’5 Laat uw stem horen en getuig van de ware aard van de Godheid. Geef uw getuigenis van het Boek van Mormon. Praat over de glorierijke en prachtige waarheden die deel uitmaken van het heilsplan.

Toen ik ruim vijftig jaar geleden zendingspresident in Canada was, was er een jonge zendeling, geboren en getogen op het platteland, die diep onder de indruk was van het grote Toronto. Hij was klein van stuk, maar groot in getuigenis. Niet lang na zijn aankomst in het zendingsveld klopte hij met zijn collega aan bij Elmer Pollard in Oshawa, Ontario in Canada. Daar meneer Pollard te doen had met de jonge mannen die bij zware sneeuwval langs de deuren gingen, liet hij de zendelingen binnen. Zij brachten hun boodschap. Het zei hem helemaal niets. Na een tijdje vroeg hij de zendelingen weg te gaan en niet meer terug te komen. Net voordat hij de deur achter de zendelingen dichtgooide, zei hij met enige spot in zijn stem: ‘Jullie maken me heus niet wijs dat jullie echt geloven dat Joseph Smith een profeet van God was!’

De deur viel dicht. De zendelingen liepen het pad af. Onze jongen van het platteland zei tegen zijn collega: ‘Elder, we hebben meneer Pollard nog niet van repliek gediend. Hij zei dat we zelf niet geloven dat Joseph Smith een waar profeet was. Laten we teruggaan en ons getuigenis aan hem geven.’ Aanvankelijk voelde de ervaren zendeling daar niet zoveel voor, maar uiteindelijk liep hij met zijn collega terug. De schrik sloeg hen om het hart toen ze het huis naderden, waar ze kort daarvoor waren uitgezet. Ze klopten aan, kwamen oog in oog met meneer Pollard te staan, haalden diep adem, waarna de onervaren zendeling, gedragen door de Geest, het volgende sprak: ‘Meneer Pollard, u zei dat we niet echt geloven dat Joseph Smith een profeet van God was. Ik getuig tot u dat Joseph Smith wel een waar profeet was. Hij heeft het Boek van Mormon vertaald. Hij heeft God de Vader en Jezus de Zoon gezien. Dat weet ik.’

Enige tijd later stond meneer Pollard, nu broeder Pollard, op in een priesterschapsvergadering en verklaarde: ‘Ik kon die nacht de slaap niet vatten. Ik hoorde telkens weer die woorden in mijn hoofd: ‘Joseph Smith was een profeet van God. Ik weet het. Ik weet het. Ik weet het.’ De volgende dag belde ik de zendelingen om ze te vragen langs te komen. Hun boodschap én hun getuigenis veranderden mijn leven en het leven van mijn vrouw en kinderen.’ Broeders, onderwijs in de waarheid en getuig ervan.

De laatste component van onze formule is de Heer met liefde dienen. Er is geen vervanging voor liefde. Succesvolle zendelingen houden van hun collega’s, hun zendingsleiders en de dierbare mensen aan wie ze lesgeven. In afdeling 4 van de Leer en Verbonden geeft de Heer de eisen voor het werk van de bediening weer. Laten we een paar verzen nader bekijken:

‘Daarom, o gij die u in dienst van God begeeft, ziet toe dat gij Hem met geheel uw hart, macht, verstand en kracht dient, opdat gij ten laatsten dage schuldeloos voor God zult staan. […]

‘Geloof, hoop, mensenmin en liefde, met het oog alleen op de ere Gods gericht, maken hem geschikt voor het werk.

Houdt geloof, deugd, kennis, matigheid, geduld, broederlijkheid, godsvrucht, naastenliefde, ootmoed en ijver in gedachte.’6

Iedereen die naar mij luistert zou zichzelf de volgende vraag kunnen stellen: ‘Heb ik vandaag meer geloof, deugd, kennis, godsvrucht, liefde gekregen?’

De mensen die u door uw toegewijde werk, in het binnen- of buitenland, helpt redden, zijn misschien wel de mensen van wie u het meeste houdt.

Vele jaren geleden kwamen goede vrienden van mij, Craig Sudbury en zijn moeder, Pearl, bij mij langs. Het was net voordat Craig naar het zendingsgebied Melbourne (Australië) zou vertrekken. Fred Sudbury, Craigs vader, was pijnlijk afwezig. Vijfentwintig jaar eerder was Craigs moeder met Fred getrouwd, die haar liefde voor de kerk niet deelde en ook niet lid wilde worden.

Craig vertrouwde mij toe hoeveel hij van zijn ouders hield. Hij hoopte van harte dat zijn vader hoe dan ook door de Geest geraakt zou worden en zijn hart voor het evangelie van Jezus Christus zou openstellen. Ik zocht naar inspiratie over de wijze waarop zijn verlangen zou kunnen worden vervuld. Die inspiratie kwam en ik zei tegen Craig: ‘Dien de Heer met je hele hart. Houd je aan je heilige roeping. Schrijf elke week een brief aan je ouders, en zo nu en dan aan je vader persoonlijk om hem te laten weten dat je van hem houdt en waarom je dankbaar bent zijn zoon te zijn.’ Hij bedankte mij en verliet met zijn moeder mijn kantoor.

Na ruim anderhalf jaar zag ik Craigs moeder weer. Zij kwam bij mij langs en vertelde mij in tranen: ‘Het is nu bijna twee jaar geleden dat Craig op zending is gegaan. Hij heeft ons elke week trouw geschreven. Onlangs is mijn man, Fred, voor het eerst van zijn leven opgestaan in een getuigenisdienst om mij en alle anderen te verrassen met de aankondiging dat hij besloten had lid van de kerk te worden. Hij zei dat hij en ik naar Australië zouden gaan om Craig aan het eind van zijn zending te treffen, zodat Fred Craigs laatste dopeling als voltijdzendeling zou zijn.’

Er zal geen zendeling zo trots zijn geweest als Craig Sudbury toen hij, ver weg in Australië, zijn vader het water in leidde en, met zijn rechterarm in een rechte hoek, deze heilige woorden uitte: ‘Frederick Charles Sudbury, door Jezus Christus gemachtigd doop ik u in de naam van de Vader, en van de Zoon, en van de Heilige Geest.’

De liefde had overwonnen. Dien de Heer met liefde.

Broeders, laten we de Schriften zorgvuldig onderzoeken, ons leven gericht plannen, in de waarheid onderwijzen en ervan getuigen, en de Heer met liefde dienen.

De volmaakte Herder van onze ziel, de Zendeling die de mensheid heeft verlost, heeft ons zijn goddelijke verzekering gegeven:

‘Al ware het zo dat u al uw dagen arbeidde om dit volk bekering toe te roepen, en slechts één ziel tot Mij bracht, hoe groot zal dan uw vreugde met hem zijn in het koninkrijk van mijn Vader!

‘En nu, indien uw vreugde groot zal zijn met één ziel die u tot Mij hebt gebracht in het koninkrijk van mijn Vader, hoe groot zal dan uw vreugde zijn indien u vele zielen tot Mij brengt!’7

Ik getuig van Hem die deze woorden sprak: Hij is de Zoon van God, onze Verlosser en onze Heiland.

Ik bid dat we altijd gehoor zullen geven aan zijn liefdevolle uitnodiging: ‘Volg gij Mij.’8 In zijn heilige naam, ja, in de naam van de Heer Jezus Christus. Amen.