2013
Onze woorden
Mei 2013


Onze woorden

Onze manier van spreken en onze woordkeuze kunnen onze kinderen opbeuren en hen sterken in hun geloof.

Rosemary M. Wixom

Onlangs hoorde een jonge vader dat zijn bijzondere juf van groep vier overleden was. Ter nagedachtenis aan haar schreef hij: ‘Van alle gevoelens en ervaringen die ik me herinner, is het meest overheersende gevoel dat van “troost.” Ze heeft me vast spellen geleerd, grammatica, rekenen, maar bovenal leerde ze me dat het fijn was om een kind te zijn. In haar lokaal mocht je hier en daar wel een woord verkeerd spellen. “We zullen eraan werken”, zei ze dan. Je mocht knoeien of iets scheuren of een vlek maken. “We maken het in orde en ruimen het op”, was haar reactie. Je mocht proberen, je mocht ontdekken, je mocht dromen en je mocht genieten van de onbelangrijke dingen die alleen kinderen spannend vinden.’

Een van de beste manieren waarop iemand in deze wereld invloed kan hebben, is door een kind te beïnvloeden. De overtuigingen en de eigenwaarde van kinderen worden gevormd als ze nog jong zijn. Iedereen die mij hoort, heeft de mogelijkheid om het zelfvertrouwen van een kind en het geloof van een kind in onze hemelse Vader en Jezus Christus te vergroten door de woorden die hij zegt.

In Helaman 5 lezen we: ‘En nu, mijn zonen, bedenkt, bedenkt, het is op de rots van onze Verlosser, die Christus is, de Zoon Gods, dat gij uw fundament moet bouwen.’1

Dat waren de woorden van Heleman tot zijn zoons. En als we verder lezen, staat er: ‘En zij dachten aan zijn woorden; en zij […] gingen […] uit om het woord Gods onder het gehele volk van Nephi te leren.’2

Hoewel de zoons van Helaman vervolgd werden en in de gevangenis terechtkwamen, hadden zij altijd iets aan die woorden. Ze werden beschermd en door een vuurkolom omgeven. Toen hoorden zij een stem die tegen hun cipiers zei:

‘Bekeert u en tracht niet meer mijn dienstknechten te vernietigen, […]

‘Het [was] geen stem des donders […] en evenmin een stem van daverend rumoer, maar zie, het was een zachte stem van een volmaakte mildheid, als een fluistering, en toch drong zij door tot in het diepste der ziel.’3

We kunnen iets leren van die stem uit de hemel. Hij was niet hard, verwijtend of vernederend. Het was een zachte stem van volmaakte mildheid die zowel duidelijke aanwijzingen gaf als hoop.

Onze manier van spreken en onze woordkeuze kunnen onze kinderen opbeuren en hen sterken in hun geloof om op het pad terug naar onze hemelse Vader te blijven. Als zij naar deze aarde komen, zijn ze klaar om te luisteren.

Ik zal u vertellen over een kind dat luisterde toen het in een stoffenwinkel was. De winkel was vol met klanten toen het duidelijk werd dat er een moeder in paniek raakte omdat ze haar zoontje kwijt was. Eerst riep ze zijn naam. ‘Connor’, zei ze terwijl ze kordaat door de winkel liep. Naarmate de tijd verstreek, werd haar stem harder en angstiger. Niet lang daarna werden de veiligheidsbeambten ingelicht en spoedig was iedereen in de winkel naar het kind op zoek. Enkele minuten gingen zonder succes voorbij. Connors moeder raakte natuurlijk met de minuut meer in paniek en bleef zijn naam zonder ophouden roepen.

Een van de klanten bad in stilte en kreeg het idee dat Connor misschien bang was omdat zijn moeder zijn naam zo hard riep. Ze zei dit tegen een andere klant die aan het zoeken was en ze maakten een plan. Ze begonnen tussen de tafels met stoffen door te lopen en herhaalden daarbij steeds de woorden: ‘Connor, als je mij hoort, zeg dan “hier ben ik.”’ Langzaam liepen ze naar de achterkant van de winkel en zeiden steeds datzelfde zinnetje en, ja hoor, daar kwam een zacht stemmetje ‘hier ben ik.’ Connor had zich tussen de rollen met stoffen onder een tafel verstopt. Een stem van volmaakte mildheid bracht Connor ertoe om te reageren.

Bid om de behoeften van kinderen te begrijpen

Als we tot het hart van een kind willen spreken, moeten we weten wat de behoeften van het kind zijn. Als we bidden om die behoeften te begrijpen, dan zullen onze woorden misschien de macht hebben om hun hart te raken. Onze inspanningen worden versterkt als we de leiding van de Heilige Geest zoeken. De Heer heeft gezegd:

‘Spreekt de gedachten uit die Ik in uw hart zal leggen, (…)

‘Want het zal u in het uur zelf, ja, op het moment zelf, worden ingegeven, wat gij zult zeggen.’4

Sluit de rest af en luister liefdevol.

Jammer genoeg weerhouden de afleidingen in deze wereld kinderen er vaak van om de bemoedigende woorden te horen, die hun zelfbeeld ten goede kunnen vormen.

Dr. Nela Halfon, een arts die leiding geeft aan het UCLA Center for Healthier Children, Families en Communities, heeft het over ‘goedaardige ouderlijke verwaarlozing’. Een voorbeeld hiervan was een kind van anderhalf en zijn ouders:

‘Hun zoontje leek blij, actief en ondernemend, en genoot zichtbaar van het pizza eten samen met zijn ouders. […] Na het eten stond de moeder op om een boodschap te doen en droeg de zorg voor het kind aan de vader over.

‘De vader hield zich met de berichten op zijn telefoon bezig terwijl de peuter zijn aandacht probeerde te krijgen door stukjes pizza naar hem toe te gooien. Vervolgens reageerde de vader, gaf zijn kind aandacht en speelde met hem. Al gauw echter verschoof zijn aandacht weer van de peuter naar een video op zijn telefoon totdat zijn vrouw terugkwam.

‘In beide gevallen observeerde dr. Halfon een vervaging van het innerlijke licht van het kind, een vermindering van de binding tussen ouder en kind.’5

Het antwoord op de vraag hoe we beter aan de behoeften van onze kinderen tegemoet kunnen komen, is misschien wel dat we onze digitale speeltjes opzijleggen. Kostbare ogenblikken met een kans om met onze kinderen om te gaan en te praten, gaan verloren als we ons daardoor laten afleiden. Hoe zou het zijn als we iedere dag wat tijd namen om de apparaten uit te zetten en elkaar meer aandacht te geven? Zet gewoon alles uit. Als u dat doet, lijkt uw huis in het begin misschien erg stil. Misschien weet u niet eens wat u moet doen of zeggen. Maar als u dan uw volle aandacht aan uw kinderen besteedt, komt er een gesprek op gang en kunt u met genoegen naar elkaar luisteren.

Schrijf om uw kinderen te overreden

We kunnen onze kinderen ook beïnvloeden door de woorden die we schrijven. Nephi schrijft: ‘Wij arbeiden ijverig om te schrijven, teneinde onze kinderen (…) ertoe te bewegen in Christus te geloven en met God te worden verzoend.’6

President Thomas S. Monson heeft een verhaal verteld van Jay Hess, een vliegenier die in de jaren zestig van de vorige eeuw boven Noord-Vietnam werd neergeschoten: ‘Twee jaar lang had zijn familie geen idee of hij leefde of dood was. Zijn cipiers in Hanoi stonden hem uiteindelijk toe om naar huis te schrijven, maar beperkten zijn boodschap tot minder dan vijfentwintig woorden.’ President Monson vroeg: ‘Wat zouden u en ik tegen onze familie zeggen als we ons in dezelfde situatie bevonden — als we ze meer dan twee jaar niet hadden gezien en niet wisten of we ze ooit weer zouden zien? Hij wilde iets schrijven dat de familie thuis zou herkennen als zijn woorden, maar hij wilde ze ook zinvolle raad geven. En dus schreef broeder Hess het volgende: “Dit is belangrijk: tempelhuwelijk, zending, studie. Zet door, stel doelen, schrijf geschiedenis, neem twee keer per jaar foto’s.”’7

Wat zou u aan uw kinderen schrijven als u maar vijfentwintig woorden of minder kreeg?

De jonge vader over wie ik het daarnet had, die zijn herinneringen aan zijn juf van groep vier opschreef, brengt nu een mooi dochtertje groot. Hij is doordrongen van de hemelse opdracht die hij heeft gekregen. Wat is haar toekomst als ze straks ouder is? Wat gaat hij zeggen dat diep tot in haar hart doordringt? Welke woorden gaan haar bemoedigen, verheffen en haar helpen om op het pad te blijven? Zal het er iets toe doen als hij de tijd neemt om te fluisteren ‘Je bent een kind van God’? Zal ze het zich herinneren dat haar vader vaak tegen haar zei ‘Ik vind je helemaal geweldig’?

Zei onze hemelse Vader dat niet tegen zijn Zoon en tegen ons allen, toen Hij zei: ‘Deze is mijn Zoon, de geliefde’, en toen voegde Hij daaraan toe ‘in wie Ik mijn welbehagen heb’?8

Mogen de woorden die we tegen onze kinderen zeggen en aan hen schrijven de liefde weerspiegelen die onze hemelse Vader voor zijn Zoon, Jezus Christus, en voor ons heeft. En mogen we dan de tijd nemen om te luisteren, want een kind kan grote en wonderbare dingen antwoorden. Dat zeg ik in de naam van Jezus Christus. Amen.