2013
Wij geloven kuis te moeten zijn
Mei 2013


Wij geloven kuis te moeten zijn

Gehoorzaamheid aan de wet van kuisheid zal ons geluk in dit leven vergroten en maakt onze eeuwige vooruitgang mogelijk.

Ouderling David A. Bednar

Mijn boodschap gaat over een fundamentele vraag met grote geestelijke impact: Waarom is de wet van kuisheid zo belangrijk? Ik bid dat de Heilige Geest de waarheid zal bevestigen van de beginselen die ik beklemtoon.

Het plan van geluk van onze Vader

Het eeuwige belang van kuisheid kan alleen worden begrepen binnen de brede context van het plan van geluk van onze hemelse Vader voor zijn kinderen. ‘Ieder mens — man of vrouw — is geschapen naar het beeld van God. Ieder is een geliefde geestzoon of -dochter van hemelse Ouders, en […] heeft […] een goddelijke aard en bestemming.’ (‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’, Liahona, november 2010, p. 129.) Alle mannen en vrouwen leefden bij God als zijn geestkinderen voordat zij als stervelingen naar de aarde kwamen. Het plan van de Vader biedt zijn geestzoons en -dochters de kans om een lichaam te krijgen, aardse ervaring op te doen en hun weg naar verhoging te vervolgen.

Het belang van een stoffelijk lichaam

Ons stoffelijk lichaam zorgt dat we ervaringen kunnen opdoen die we in ons voorsterfelijk bestaan nooit in die omvang of intensiteit konden hebben. Onze relaties met andere mensen, ons vermogen om waarheid te herkennen en ernaar te leven, en gehoorzaam te zijn aan de beginselen en verordeningen van het evangelie van Jezus Christus, worden versterkt door ons stoffelijk lichaam. In deze aardse leerschool ervaren we tederheid, liefde, vriendelijkheid, geluk, verdriet, teleurstelling, pijn en zelfs lichamelijke beperkingen die ons voorbereiden op de eeuwigheid. Eenvoudig gezegd zijn er lessen die we moeten leren en ervaringen die we moeten opdoen ‘naar het vlees’, zoals dat in de Schriften genoemd wordt (1 Nephi 19:6; Alma 7:12–13).

Het voortplantingsvermogen

Na de schepping van de aarde werd Adam in de hof van Eden geplaatst. God zei evenwel ‘dat het niet goed was dat de mens alleen zou zijn’ (Mozes 3:18; zie ook Genesis 2:18), en Eva werd Adams vrouw en hulp die bij hem paste. De unieke combinatie van geestelijke, fysieke, mentale en emotionele capaciteiten van zowel man als vrouw waren noodzakelijk om het plan van geluk te verwezenlijken. ‘In de Here is evenmin de vrouw zonder man iets, als de man zonder vrouw’ (1 Korintiërs 11:11). Het is zo bedoeld dat man en vrouw van elkaar leren, elkaar sterken en tot zegen zijn, en elkaar aanvullen.

De manier waarop het sterfelijk leven tot stand komt, is door God voorgeschreven. ‘Het eerste gebod dat God aan Adam en Eva gaf, had betrekking op hun vermogen om als man en vrouw kinderen te krijgen.’ (Liahona, november 2010, p. 129.) Het gebod om ons te vermenigvuldigen en de aarde te vervullen blijft van kracht. Het huwelijk tussen man en vrouw is dus het voorgeschreven instituut waardoor de voorsterfelijke geesten hun intrede in het sterfelijke leven doen. Volledige seksuele onthouding vóór het huwelijk en volledige trouw binnen het huwelijk beschermen de heiligheid van dit instituut.

Het voortplantingsvermogen heeft geestelijke betekenis. Misbruik van dat vermogen ondermijnt de doeleinden van het plan van onze Vader en van ons aardse bestaan. Onze hemelse Vader en zijn geliefde Zoon zijn scheppers en hebben ieder van ons een deel van hun scheppingsmacht gegeven. Specifieke richtlijnen voor het gepaste gebruik van het vermogen om leven te scheppen zijn essentiële elementen in het plan van onze Vader. De manier waarop we met die goddelijke macht omgaan, bepaalt in grote mate ons aardse geluk en onze eeuwige bestemming.

Ouderling Dallin H. Oaks heeft uitgelegd:

‘Het vermogen om sterfelijk leven te scheppen is de meest verheven macht die God aan zijn kinderen gegeven heeft. Het gebruik ervan werd vastgelegd in het eerste gebod, maar er werd nog een gebod gegeven om misbruik te voorkomen. Wij leggen zoveel nadruk op de wet van kuisheid omdat wij begrijpen wat het doel van ons voortplantingsvermogen is in de vervulling van Gods plan. […]

‘Buiten de grenzen van het huwelijk is ieder gebruik van het voortplantingsvermogen in mindere of meerdere mate zondig en een verlaging en perversie van de goddelijkste eigenschap die mannen en vrouwen bezitten.’ (Zie ‘Het grote plan van geluk’, De Ster, januari 1994, pp. 68–69.)

De seksuele norm

De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen heeft één onveranderlijke seksuele norm: intieme omgang is uitsluitend voorbehouden aan een man en een vrouw die met elkaar gehuwd zijn, zoals in Gods plan omschreven. Een dergelijke omgang is niet louter een te verkennen nieuwsgierigheid, een te bevredigen lust, of een zelfzuchtig te bedrijven vorm van ontspanning of vermaak. Er is niet sprake van een geslaagde verovering of gewoonweg een te verrichten daad. Nee, die omgang is in de sterfelijkheid een van de hoogste uitingen van onze goddelijke natuur en ons goddelijk potentieel, en dient ook om de emotionele en geestelijke band tussen man en vrouw te versterken. Wij zijn gezegend met morele keuzevrijheid en zijn als kinderen van God met goddelijke eigenschappen begiftigd — en geen speelbal van allerlei vormen van seksueel gedrag, moderne opvattingen of wereldse filosofieën.

De natuurlijke mens

In zekere mate is de natuurlijke mens die koning Benjamin beschreef in ieder van ons aanwezig (zie Mosiah 3:19). De natuurlijke man of vrouw is onbekeerlijk, is vleselijk en zinnelijk (zie Mosiah 16:5; Alma 42:10; Mozes 5:13), is wellustig en losbandig, en is hoogmoedig en zelfzuchtig. President Spencer W. Kimball heeft gezegd: ‘De “natuurlijke mens” is de “aardse mens” die toelaat dat primitieve dierlijke driften zijn geestelijke gezindheid overschaduwen.’ (‘Ocean Currents and Family Influences’, Ensign, november 1974, p. 112.)

De ‘volgeling [man of vrouw] van Christus’ (Helaman 3:29), daarentegen, is geestelijk en beteugelt alle hartstochten (zie Alma 38:12), is matig en beheerst, en is liefdadig en onzelfzuchtig. Mannen en vrouwen van Christus grijpen het woord Gods vast, verloochenen zichzelf en nemen hun kruis op zich (zie Matteüs 16:24; Marcus 8:34; Lucas 9:23; LV 56:2), en streven voorwaarts op een rechte en smalle weg van getrouwheid, gehoorzaamheid en toewijding aan de Heiland en zijn evangelie.

Wij zijn zoons en dochters van God en hebben goddelijke vermogens meegekregen. Maar we leven hier in een gevallen wereld. De elementen waaruit ons lichaam is geschapen, zijn van nature gevallen en daardoor onderhevig aan de krachten van zonde, verderf en dood. De val van Adam en de geestelijke en stoffelijke gevolgen daarvan treffen ons dan ook het meest direct in ons stoffelijk lichaam. Toch zijn we tweeledige wezens, want onze geest, het eeuwige deel van ons, huist in een lichaam dat onderhevig is aan de val. Jezus maakte de apostel Petrus duidelijk: ‘De geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak’ (Matteüs 26:41).

De kern van onze sterfelijke proeftijd ligt dus in de volgende vraag besloten: geef ik toe aan de neigingen van de natuurlijke mens, of geef ik mij over aan de ingevingen van de Heilige Geest en leg ik de natuurlijke mens af en word ik een heilige door de verzoening van Christus, de Heer (zie Mosiah 3:19)? Daar gaat het in onze proeftijd om. Iedere lust, begeerte, neiging en impuls van de natuurlijke mens is te overwinnen door en dankzij de verzoening van Jezus Christus. We zijn hier op aarde om goddelijke eigenschappen te ontwikkelen en om alle hartstochten van het vlees te beteugelen.

De bedoeling van de tegenstander

Onze Vader heeft zijn plan ontwikkeld om zijn kinderen leiding te geven, hun geluk te bevorderen en ze veilig naar hun hemels huis te loodsen met een herrezen, verheerlijkt lichaam. Onze hemelse Vader ziet ons graag samen in het licht en vervuld met hoop. Lucifer, daarentegen, werkt hard om verwarring en onheil te stichten onder de zoons en dochters van God en om hun eeuwige vooruitgang tegen te houden. De achterliggende bedoeling van deze aartsleugenaar is iedereen net zo ongelukkig te maken als hijzelf is (zie 2 Nephi 2:27). Lucifer wil ons uiteindelijk alleen in duisternis en zonder hoop achterlaten.

Satan doet er alles aan om de belangrijkste elementen van het plan van de Vader te verdraaien. Hij heeft geen lichaam en hij is in zijn eeuwige vooruitgang gestopt. Net zoals water in een rivier door een dam wordt tegengehouden, is de eeuwige vooruitgang van de tegenstander onmogelijk geworden omdat hij geen stoffelijk lichaam heeft. Vanwege zijn opstand heeft Lucifer zichzelf van alle aardse zegeningen en ervaringen beroofd die in een lichaam van vlees en beenderen mogelijk zijn. Hij kan de lessen niet leren die alleen een belichaamde geest kan leren. Hij koestert wrok over de letterlijke en universele opstanding van de hele mensheid. Een van de Schriftuurlijke betekenissen van het woord verdoemd blijkt uit zijn onvermogen om vooruitgang te maken en meer op onze hemelse Vader te lijken.

Een stoffelijk lichaam speelt dus een wezenlijk rol in het plan van geluk van onze Vader en in onze geestelijke vooruitgang. Lucifer probeert dan ook onze vooruitgang te dwarsbomen door ons te verleiden ons lichaam op ongepaste wijze te gebruiken. In eeuwig opzicht is het uiterst ironisch dat de tegenstander, die ongelukkig is omdat hij zelf geen lichaam heeft, ons verleidt om ook zo ongelukkig te worden door ons lichaam op ongepaste wijze te gebruiken. Aldus is het werktuig dat hij zelf niet bezit, zijn primaire doelwit om ons tot geestelijke vernietiging te verleiden.

Het overtreden van de wet van kuisheid is een ernstige zonde waarbij we onze tabernakel van vlees misbruiken. Voor wie het heilsplan kennen en begrijpen, is schending van het lichaam een daad van opstand (zie Mosiah 2:36–37; LV 64:34–35) en ontkenning van onze ware identiteit als zoons en dochters van God. Wanneer we over dit leven de eeuwigheid inkijken, wordt het al snel duidelijk dat de lokkende omgang die de duivel aanprijst tijdelijk en hol is.

De zegeningen van kuisheid

Alma gaf zijn zoon Shiblon de raad al zijn hartstochten te beteugelen, opdat hij met liefde vervuld zou zijn (zie Alma 38:12). Het is veelzeggend dat door de natuurlijke mens in ieder van ons aan banden te leggen onze liefde voor God en voor zijn kinderen volkomener, dieper en bestendiger wordt. De liefde neemt toe door rechtschapen zelfbeheersing en neemt af door impulsieve losbandigheid.

President Marion G. Romney heeft gezegd:

‘Ik kan geen zegeningen bedenken die begerenswaardiger zijn dan die beloofd worden aan de reinen en deugdzamen. Jezus sprak over bepaalde zegeningen voor verschillende deugden, maar Hij bewaarde de grootste, in mijn ogen althans, voor de reinen van hart. “Want zij”, zei Hij, “zullen God zien” (Matteüs 5:8). En zij zullen de Heer niet alleen zien, maar zich ook op hun gemak voelen in zijn nabijheid.

‘Hier is […] de belofte van de Heiland: “Laat deugd onophoudelijk uw gedachten sieren; dan zal uw vertrouwen in de tegenwoordigheid van God sterk worden” (LV 121:45).’ (‘Trust in the Lord’, Ensign, mei 1979, p. 42.)

We krijgen ook de belofte als we op het pad van deugd wandelen dat ‘de Heilige Geest [onze] constante metgezel [zal] zijn’ (LV 121:46). Naleving van de wet van kuisheid opent dus de deur naar enkele van de grootste zegeningen voor mannen en vrouwen in dit leven: gepast geestelijk vertrouwen in de omgang met familie, vrienden, kerkleden en, uiteindelijk, de Heiland. Ons aangeboren verlangen om erbij te horen wordt in gerechtigheid vervuld als we met hoop in het licht wandelen.

Het beginsel van bekering

Sommigen van u tot wie deze boodschap komt, moeten zich van seksuele of andere zonden bekeren. De Heiland wordt vaak de grote Heelmeester genoemd, een titel met zowel een symbolische als letterlijke betekenis. We hebben allemaal wel eens de pijn van een wond of ander letsel ervaren. Als we pijn hebben, zoeken we doorgaans verlichting en zijn we dankbaar voor de medicatie en behandeling die ons lijden verzachten. Beschouw zonde als een geestelijke wond die een schuldgevoel veroorzaakt. Alma beschreef dat aan zijn zoon Corianton als ‘gewetenswroeging’ (Alma 42:18). Dat schuldgevoel is voor de geest wat pijn voor het lichaam is — een waarschuwing voor gevaar en bescherming tegen nog meer schade. Uit de verzoening van de Heiland vloeit de helende balsem die onze geestelijke wonden kan genezen en schuld kan wegnemen. Let wel, die balsem werkt alleen door de beginselen van geloof in de Heer Jezus Christus, bekering en voortdurende gehoorzaamheid. De gevolgen van oprechte bekering zijn gemoedsrust, troost, en geestelijke genezing en hernieuwing.

Uw bisschop of gemeentepresident is de assistent van de geestelijke heelmeester die bevoegd is om u bij uw bekering en genezing te helpen. Bedenk echter dat de omvang en intensiteit van uw bekering moeten overeenkomen met de aard en ernst van uw zonden — in het bijzonder voor heiligen der laatste dagen die heilige verbonden hebben gesloten. Ernstige geestelijke wonden vergen langdurige behandeling en tijd om volledig en volkomen te genezen.

Een belofte en een getuigenis

De leer die ik heb beschreven, zal vele mensen ouderwets en achterhaald in de oren klinken in een wereld die steeds meer spot met het heilige voortplantingsvermogen en die de waarde van een mensenleven minimaliseert. Maar de waarheid van de Heer verandert niet op basis van rages, populariteit of opiniepeilingen. Ik beloof dat gehoorzaamheid aan de wet van kuisheid ons geluk in dit leven zal vergroten en onze eeuwige vooruitgang mogelijk maakt. Kuisheid en deugd zijn in deze tijd, zoals zij dat altijd zijn geweest en altijd zullen zijn, ‘het liefst en het kostbaarst boven alles’ (Moroni 9:9). Daarvan getuig ik in de heilige naam van de Heer Jezus Christus. Amen.