2013
Leren van levende profeten
September 2013


Leren van levende profeten

Naar een toespraak voor de kerkelijke onderwijsinstellingen die ouderling Andersen gaf op 4 maart 2007, twee jaar vóór zijn roeping tot het Quorum der Twaalf Apostelen.

Ouderling Neil L. Andersen

Zouden we niet wat aandachtiger, ijveriger en nauwgezetter kunnen reageren op de raad en leringen van de algemene autoriteiten?

First Presidency

Natuurlijk geven we om Thomas S. Monson, de twee raadgevers in het Eerste Presidium en het Quorum der Twaalf Apostelen. Zonder af te doen aan onze liefde en onze loyaliteit wil ik deze vraag stellen: Zouden we niet wat aandachtiger, ijveriger en nauwgezetter kunnen reageren op de raad en leringen van deze algemene autoriteiten?

Vier vragen die je jezelf kunt stellen

Kijk eens of je antwoord op de volgende vragen kunt geven:

  1. Kun je mij de namen geven van de drie leden van het Eerste Presidium en de namen van de leden van het Quorum der Twaalf? Dit zijn de vijftien mannen die jij en ik steun verlenen als profeet, ziener en openbaarder.

  2. Als we een foto van deze broeders omhooghielden, zou je dan weten wie het is? We besteden zelden aandacht aan iemand die we niet kennen of herkennen.

  3. Kun je me vertellen welke raad het Eerste Presidium en het Quorum der Twaalf Apostelen in de algemene conferentie hebben gegeven? En weet je welke onderwerpen president Monson, president Eyring en president Uchtdorf dit jaar in de boodschappen van het Eerste Presidium in de Liahona hebben aangesneden?

  4. En wat misschien nog belangrijker is: kun je me vertellen of je onlangs iets in je leven hebt veranderd naar aanleiding van de raad van een van deze vijftien mannen?

Het patroon van de Heer

De redenen dat onze antwoorden op deze vragen zo belangrijk zijn, hebben te maken met de roeping en verantwoordelijkheid van het Eerste Presidium en de twaalf apostelen. Toen de Heer zijn kerk op aarde vestigde, riep Hij profeten en apostelen. De Heiland heeft gezegd: ‘Niet gij hebt Mij, maar Ik heb u uitgekozen en u aangewezen’ (Johannes 15:16). De ordening van die mannen brengt geestelijke kracht en een plechtige plicht met zich mee — de kracht om te weten en te getuigen, en de plicht om te onderwijzen en te zegenen. Ook brengt het een plicht en een belofte voor ons allen met zich mee. Wij hebben de plicht om te luisteren en te volgen; en we hebben de belofte dat zegeningen volgen als we geloof hechten en daden verbinden aan hun woorden.

Toen de Heer na zijn opstanding twaalf discipelen in Amerika riep, leerde Hij het volk: ‘Gezegend zijt gij indien gij acht slaat op de woorden van deze twaalf die Ik uit uw midden heb gekozen om u te leren en uw dienstknecht te zijn’ (3 Nephi 12:1). In deze tijd, in een moeilijke periode, beloofde de Heer aan de heiligen: ‘Indien mijn volk luistert naar mijn stem en naar de stem van mijn dienstknechten die Ik aangewezen heb om mijn volk te leiden, zie, voorwaar, Ik zeg u: Zij zullen niet uit hun plaats verwijderd worden’ (LV 124:45).

Dat is het patroon van de Heer. Hij roept vijftien mannen ‘uit de gewone lagen van de bevolking’1 en begiftigt hen met de sleutels en macht om ons te leiden. We worden niet gedwongen tot gehoorzaamheid; er is geen sprake van dwang. Maar als we aandacht schenken aan hun woorden, als we ontvankelijk zijn en bereid zijn ons gedrag te veranderen, omdat de Heilige Geest hun raad bekrachtigt, zullen we niet uit onze plaats worden verwijderd — wat wil zeggen dat we ons vasthouden aan de roede van ijzer en voor altijd veilig zijn op het pad dat naar het eeuwige leven leidt.

Noten

  1. Boyd K. Packer, ‘De twaalf apostelen’, De Ster, januari 1997, p. 7.

  2. Naar aanleiding van het belang van de levende profeten heeft president Wilford Woodruff, verklaard: ‘Al hadden we elke openbaring in ons bezit die God ooit aan de mens heeft gegeven; al hadden we het boek Henoch; al hadden we de onvertaalde platen in onze eigen taal; al hadden we de verzegelde geschriften van Johannes de Openbaarder, en alle andere openbaringen, en stapelden we die dertig meter hoog op, dan nog kon de kerk, het koninkrijk Gods, niet in dit of enig ander tijdperk van de wereld groeien zonder de levende orakels van God’ (Leringen van kerkpresidenten: Wilford Woodruff [2004], p. 206).

Foto’s Craig Dimond © IRI; achtergrond: thinkstock/istockphoto