Waarom gaan jongemannen op huisonderwijs als ze veertien, maar gaan jongevrouwen op huisbezoek als ze achttien zijn?
In een openbaring gegeven rond de tijd van de stichting van de kerk in 1830 verklaarde de Heer: ‘De plicht van de leraar is om altijd over de kerk te waken en met hen te zijn en hen te sterken’ (LV 20:53). Naast leraren in de Aäronische priesterschap hebben ook priesters en Melchizedekse-priesterschapsdragers die plicht (zie LV 20:45–52). Huisonderwijs is een van de manieren waarop ze deze plicht vervullen. Ze aanvaarden bepaalde taken van priesterschapsleiders. Hoewel huisbezoek erop lijkt, heeft het net een ander doel, namelijk om ZHV-zusters de kans te geven om elkaar, door de taken die ze van het ZHV-presidium krijgen, te sterken en te onderrichten (met toestemming van de bisschop of gemeentepresident). Jongevrouwen (met name klaspresidiums) moeten natuurlijk proberen om elkaar op verschillende manieren te sterken en steun te bieden, maar ze hebben niet de opdracht om bepaalde mensen maandelijks te bezoeken.