2013
Door Hem geroepen om zijn woord te verkondigen
November 2013


Door Hem geroepen om zijn woord te verkondigen

Als je ootmoedig en gehoorzaam bent en luistert naar de stem van de Geest, zul je grote vreugde vinden in je zending.

Toen ik in april als algemeen autoriteit geroepen werd, was ik zendingspresident in India. Ik heb met eigen ogen gezien wat een andere zendingspresident me verteld had: ‘De zendelingen van deze kerk zijn gewoon verbluffend.’1

Een van de voortreffelijke zendelingen waarmee mijn vrouw en ik gewerkt hebben, was ouderling Pokhrel uit Nepal. Hij was pas twee jaar lid van de kerk toen hij naar het zendingsgebied Bangalore (India), een Engelstalig zendingsgebied, geroepen werd. Hij zou zeggen dat hij niet goed voorbereid was. Dat was te begrijpen. Hij had nog nooit een zendeling gezien tot hij er zelf een was, want er zijn geen jonge zendelingen in Nepal. Hij verstond niet genoeg Engels om de instructies bij zijn oproep te begrijpen. Toen hij aankwam in het opleidingscentrum voor zendelingen had hij in plaats van nette broeken, witte overhemden en dassen in zijn eigen woorden ‘vijf paar jeans, een paar T-shirts en een heleboel haargel’ bij zich.2

Zelfs nadat hij voor gepaste kleding had gezorgd, voelde hij zich de eerste weken nog dagelijks onbekwaam. Hij beschreef die fase van zijn zending: ‘Het Engels was moeilijk en het werk was even zwaar. […] Bovendien had ik honger, heimwee en was ik vermoeid. […] Ongeacht de lastige omstandigheden was ik vastberaden. Ik voelde me zwak en incapabel. Op die momenten bad ik mijn hemelse Vader om me te helpen. Telkens als ik bad, voelde ik me getroost.’3

Hoewel zendingswerk nieuw en moeilijk was voor ouderling Pokhrel, diende hij getrouw en met groot geloof. Hij probeerde wat de Schriften, Predik mijn evangelie en zijn zendingsleiders hem leerden te begrijpen en na te leven. Hij onderwees met gezag in het evangelie — in het Engels — en werd een uitstekend leider. Na zijn zending bleef hij een tijd in Nepal, waarna hij zijn opleiding voortzette in India. Sinds januari is hij in New Delhi gemeentepresident. Omdat hij als zendeling echt gegroeid is, draagt hij nu bij tot de groei van de kerk in India.

Hoe kon een jonge man die nog nooit een zendeling gezien had er zelf een met zo’n geestelijke kracht worden? Hoe zul jij als zendeling geestelijke kracht kunnen krijgen waarmee je de harten van mensen in je zendingsgebied via persoonlijk contact of het internet zult kunnen bereiken? Zoals gewoonlijk vinden we het antwoord in de Schriften en de woorden van de levende profeten en apostelen.

Toen het evangelie in juli 1837 voor het eerst in Engeland werd verkondigd, verklaarde de Heer: ‘Wie gij ook in mijn naam zult zenden, door de stem van uw broeders, de Twaalf, naar behoren aanbevolen en door u gemachtigd, [zullen] de macht hebben om de deur van mijn koninkrijk te ontsluiten voor iedere natie, waarheen gij hen ook zendt.’4

Waarheen je ook gezonden wordt, in welke zending je ook zult dienen, weet dat een lid van de Twaalf die opdracht voorgedragen heeft en dat je door de profeet van de Heer geroepen bent. Je bent door ‘profetie en door handoplegging’ geroepen.5

De Heer gaf vervolgens de voorwaarden waaraan voldaan moet worden voor de vervulling van deze belofte. Hij zei: ‘voor zoverre [dat betekent: de belofte wordt vervuld als] zij [de zendelingen die uitgezonden worden] [1] zich verootmoedigen voor mijn aangezicht en [2] in mijn woord verblijven en [3] naar de stem van mijn Geest luisteren.’6

De beloften van de Heer zijn duidelijk. Je moet geestelijke kracht ontwikkelen om de deur van het koninkrijk Gods in het land waar je zult dienen te openen. Dat doe je door ootmoedig en gehoorzaam te zijn en de Geest te horen en te volgen.

Deze drie eigenschappen zijn aan elkaar verwant. Als je ootmoedig bent, wil je gehoorzaam zijn. Als je gehoorzaam bent, zul je de Geest voelen. De Geest is essentieel. President Ezra Taft Benson heeft gezegd: ‘Zonder de Geest zult u nooit succes hebben, ongeacht uw talenten en vaardigheden.’7

Als zendingspresident sprak ik soms met zendelingen die het moeilijk hadden omdat ze nog niet helemaal rein waren. Zij bereikten hun geestelijk potentieel niet. Hoe hard ze ook werkten of hoeveel goede daden ze ook deden, ze kregen geen gemoedsrust en hadden de Heilige Geest niet bij zich tot ze zich verootmoedigden, zich bekeerden en deelnamen aan de barmhartigheid en de genade van de Heiland.

De Heer draagt zijn dienstknechten op om ootmoedig te zijn, omdat het geestelijke genezingsproces met een gebroken hart begint. Gebroken dingen brengen veel goeds tot stand: men breekt de grond op om tarwe te zaaien. Men breekt tarwe om brood te maken. Gebroken brood is een van de zinnebeelden van het avondmaal. Als een berouwvol persoon met een gebroken hart en een verslagen geest aan het avondmaal deelneemt, wordt hij of zij genezen.8 Als we ons bekeren en door de verzoening van Jezus Christus genezen worden, kunnen we de Heiland veel meer bieden. ‘Ja, komt tot Hem en geeft Hem uw gehele ziel als een offerande.’9

Als je door zonden belast bent en je je dient te bekeren, doe dat dan alsjeblieft onmiddellijk. Toen de Heiland de zieken genas, beval Hij hen vaak op te staan. Volgens de Schriften deden ze dat terstond oftewel onmiddellijk.10 Aanvaard alsjeblieft zijn uitnodiging om op te staan, zodat je genezen kunt worden van je geestelijk lijden. Spreek meteen met je bisschop, gemeentepresident of zendingspresident en begin nu aan je bekeringsproces.

De genezende kracht van de verzoening zal je gemoedsrust brengen en je de Heilige Geest laten voelen. Het offer van de Heiland is oneindig, maar onze vele ernstige zonden kunnen beleden en bekend, verzaakt en vergeven worden. ‘En hoe groot is zijn vreugde over de ziel die zich bekeert!’11

Er staat een mooie belofte in de Leer en Verbonden: ‘Laat deugd onophoudelijk uw gedachten sieren; dan zal uw vertrouwen in de tegenwoordigheid van God sterk worden.’12 Als je deugdzaam leeft, heb je een rustig vertrouwen in je relatie met God en is de macht van de Geest je metgezel.13

Sommige nieuwe of onlangs teruggekeerde leden van de kerk zeggen misschien: ‘Ik ben nu waardig om op zending te gaan en wil dat graag, maar ik weet niet of ik genoeg kennis heb.’ President Thomas S. Monson heeft ons in april gezegd: ‘We ontvangen kennis van de waarheid en krijgen antwoord op onze grootste vragen als we Gods geboden gehoorzamen.’14 Het is een hele geruststelling te weten dat we kennis ontvangen door gehoorzaamheid.

Andere leden denken misschien dat ze weinig talenten, mogelijkheden of ervaring te bieden hebben. Denk aan de ervaring van ouderling Pokhrel als jij een van hen bent. Bereid je zo goed mogelijk voor en weet dat je hemelse Vader je nederige, gehoorzame inspanningen zal grootmaken. Ouderling Richard G. Scott heeft deze bemoedigende raad gegeven: ‘Als we de geboden van de Heer gehoorzamen en zijn kinderen onzelfzuchtig dienen, vloeit daar als natuurlijk gevolg macht van God uit voort — de macht om meer te doen dan we zelf kunnen. Onze inzichten, onze talenten en onze capaciteiten nemen toe omdat we kracht en macht van de Heer ontvangen.’15

De almachtige God zal zijn kinderen door jouw hulp zegenen als je op de Heer en zijn goedheid vertrouwt.16 Ouderling Hollings uit Nevada leerde dat al snel tijdens zijn zending. Op de dag na zijn aankomst in India ging hij met mijn vrouw en mij naar Rajahmundry, zijn eerste werkgebied. Die middag bezochten ouderling Hollings en ouderling Ganaparam een kerklid en haar moeder. De moeder wilde meer te weten komen over de kerk omdat ze had gezien hoe het evangelie haar dochter tot zegen was geweest. Mijn vrouw ging met hen mee om kennis te maken. Een broeder uit de gemeente vergezelde hen als tolk omdat ze in het Engels zouden onderwijzen en de moeder alleen Telugu sprak.

Ouderling Hollings had voor zijn allereerste afspraak de opdracht gekregen over het eerste visioen te vertellen met de woorden van de profeet Joseph. Toen het tijdens de les zijn beurt was, vroeg hij aan mijn vrouw: ‘Zal ik het letterlijk opzeggen?’ Hij wist namelijk dat het vertaald zou worden.

Ze antwoordde: ‘Zeg het maar letterlijk op zodat de Geest ervan kan getuigen.’

Toen deze nieuwe zendeling oprecht in de woorden van de profeet over het eerste visioen sprak, veranderde het gelaat van die lieve zuster. Er verschenen tranen. Aan het einde van de boodschap van ouderling Hollings, en voor die vertaald kon worden, vroeg ze door de tranen heen in haar moedertaal: ‘Kan ik me laten dopen? En kunt u mijn zoon onderwijzen?’

Mijn jonge mededienstknechten, dagelijks worden er deuren en harten geopend voor de boodschap van het evangelie — een boodschap die de kinderen van God over de hele wereld hoop, gemoedsrust en vreugde brengt. Als je ootmoedig en gehoorzaam bent en luistert naar de stem van de Geest, zul je grote vreugde vinden in je zending.17 Wat is het een fijne tijd om een zendeling te zijn — deze tijd waarin de Heer zijn werk bespoedigt!

Ik getuig van onze Heiland, Jezus Christus, en zijn ‘goddelijk bevel’18 om heen te gaan en al de volken te onderwijzen.19 Dit is zijn kerk. Hij leidt haar door zijn profeten en apostelen. Het volgende uur kunnen we naar het Eerste Presidium luisteren. Mogen wij ‘vlug van begrip’20 zijn zoals Mormon, zodat we, als we geroepen worden, waardig zijn en met de macht van de Geest kunnen antwoorden: ‘Zie, ik ben een discipel van Jezus Christus, de Zoon van God. Ik ben door Hem geroepen om zijn woord onder zijn volk te verkondigen, opdat zij het eeuwige leven zullen hebben.’21 In de naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. Persoonlijke gesprekken met Dennis C. Brimhall, president van het zendingsgebied Louisville (Kentucky, VS), 2005–2008.

  2. Ashish Pokhrel, ‘My Name Is Ashish Pokhrel and This Is My Story’, (niet-gepubliceerde persoonlijke geschiedenis, september 2011).

  3. Pokhrel, ‘My Name Is Ashish Pokhrel.’

  4. Leer en Verbonden 112:21.

  5. Geloofsartikelen 1:5.

  6. Leer en Verbonden 112:22.

  7. Ezra Taft Benson, in Predik mijn evangelie: handleiding voor zendingswerk (2004), p. 190.

  8. Ideeën uit een toespraak van ouderling Jeffrey R. Holland tijdens een conferentie van de ring Bountiful-Noord (Utah, VS), 8–9 juni 2013.

  9. Omni 1:26.

  10. Zie Marcus 5:41–42; Johannes 5:8–9.

  11. Leer en Verbonden 18:13.

  12. Leer en Verbonden 121:45.

  13. Zie Leer en Verbonden 121:46.

  14. Thomas S. Monson, ‘Door gehoorzaamheid ontvangen we zegeningen’, Liahona, mei 2013, p. 89.

  15. Richard G. Scott, ‘Vrede thuis’, Liahona, mei 2013, p. 30.

  16. Ouderling Russell M. Nelson heeft over de taak van de vele nieuwe zendelingen gezegd: ‘Ze zullen doen wat zendelingen altijd hebben gedaan. Ze zullen het evangelie verkondigen! Ze zullen de kinderen van de almachtige God tot zegen zijn!’ (‘Laat u meevoeren op de golf’, Liahona, mei 2013, p. 45.)

  17. Zie Predik mijn evangelie, p. V.

  18. Thomas S. Monson, ‘Komt, alle zonen Gods’, Liahona, mei 2013, p. 66.

  19. Zie Matteüs 28:19.

  20. Mormon 1:2.

  21. 3 Nephi 5:13.