2013
Weten wij wat we hebben?
November 2013


Weten wij wat we hebben?

Priesterschapsverordeningen en -verbonden geven ons toegang tot alle zegeningen die ons door God beloofd zijn en die door de verzoening van de Heiland mogelijk zijn gemaakt.

In ‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’ verklaren het Eerste Presidium en de Twaalf Apostelen: ‘Ieder mens — man en vrouw — is geschapen naar het beeld van God. Iedereen is een geliefde geestzoon of -dochter van hemelse Ouders, en als zodanig heeft iedereen een goddelijke aard en bestemming.’1 Om die goddelijke bestemming te bereiken heeft iedere zoon en dochter van God priesterschapsverordeningen en -verbonden nodig.

Wij hebben de doop nodig. Als we ons in het doopwater laten onderdompelen verbinden we ons de naam van Christus op ons te nemen, Hem altijd indachtig te zijn, zijn geboden te onderhouden en Hem tot het einde toe te dienen, zodat we zijn Geest altijd bij ons mogen hebben.2

Wij hebben de gave van de Heilige Geest nodig. Door die verordening kunnen we het constante gezelschap van de Geest hebben. President Wilford Woodruff heeft verklaard: ‘Iedere man of vrouw die tot de kerk van God is toegetreden en is gedoopt voor de vergeving van zonden, heeft recht op openbaring, recht op de Geest Gods, om hem te assisteren in zijn werk, in de opvoeding van zijn kinderen, in de raadgevingen aan zijn kinderen en aan hen die hij geroepen is te presideren. De Heilige Geest is niet alleen voorbehouden aan mannen, noch aan apostelen of profeten, maar behoort elke getrouwe man en vrouw toe, en aan ieder kind dat oud genoeg is om het evangelie van Christus te ontvangen.’3

Wij hebben de tempelbegiftiging nodig. Ouderling M. Russell Ballard heeft gezegd: ‘Wanneer mannen en vrouwen naar de tempel gaan, worden ze beiden begiftigd met dezelfde macht, die per definitie priesterschapsmacht is. […] De begiftiging is letterlijk een gave van macht.’4

Wij hebben de verordening van de verzegeling nodig, die tot het eeuwige leven leidt, ‘de grootste van alle gaven Gods.’5 Die priesterschapsverordening kan alleen door een man en vrouw samen ontvangen worden. Ouderling Russell M. Nelson heeft uitgelegd: ‘De bevoegdheid van het priesterschap is hersteld zodat gezinnen voor eeuwig verzegeld kunnen worden.’6

Wij hebben de kans nodig om die verbonden elke week door onze deelname aan het avondmaal te hernieuwen. Hedendaagse profeten en apostelen hebben ook gezegd dat we bij het avondmaal niet alleen onze doopverbonden kunnen hernieuwen, maar ‘alle verbonden die we met de Heer [hebben gesloten].’7

Die priesterschapsverordeningen en -verbonden geven ons toegang tot alle zegeningen die ons door God beloofd zijn en die door de verzoening van de Heiland mogelijk zijn gemaakt. Zij wapenen de zoons en dochters van God met macht, namelijk Gods macht8, en bieden ons de gelegenheid om het eeuwige leven te ontvangen — om naar de tegenwoordigheid van God terug te keren en bij Hem in zijn eeuwige gezin te wonen.

Onlangs heb ik samen met enkele priesterschapsleiders vier zusters in hun huis in Honduras bezocht. Die zusters en hun gezinnen hadden behoefte aan priesterschapssleutels en -bevoegdheid, priesterschapsverordeningen en -verbonden, en priesterschapsmacht en -zegeningen.

We bezochten een lieve zuster die getrouwd is en twee mooie kinderen heeft. Ze is getrouw en actief in de kerk, en ze leert haar kinderen om voor het goede te kiezen. Haar man steunt haar bezigheden in de kerk, maar is geen lid. Hun gezin is sterk, maar om nog sterker te worden, hebben zij aanvullende priesterschapszegeningen nodig. Het is nodig dat de vader de verordeningen van de doop en de gave van de Heilige Geest ontvangt, en dat hem het priesterschap wordt verleend. Ze hebben de priesterschapsmacht nodig die kan volgen op een begiftiging en een verzegeling.

Ons volgende bezoek brachten we in het huis van twee alleenstaande zusters, vrouwen met een groot geloof. De ene zuster heeft een zoon die zich op een zending voorbereidt. De andere zuster wordt voor kanker behandeld. In tijden van ontmoediging of wanhoop denken zij aan de verzoening van de Heiland en zijn vol geloof en hoop. Ze hebben allebei behoefte aan de extra zegeningen en macht die door tempelverordeningen beschikbaar komen. Wij raadden hen aan om samen met de toekomstige zendeling in hun huis naar die verordeningen toe te werken.

In het laatste huis dat we bezochten woonde een zuster van wie de echtgenoot pas geleden bij een tragisch ongeluk was omgekomen. Zij was nog maar pas lid van de kerk en had niet begrepen dat zij zelf haar begiftiging kon ontvangen en aan haar man kon worden verzegeld. Toen we haar uitlegden dat die zegeningen binnen bereik van haar en haar overleden man waren, werd ze vervuld van hoop. In de wetenschap dat haar gezin door middel van tempelverordeningen en -verbonden verzegeld kan worden, heeft ze het geloof en de vastberadenheid om de beproevingen die voor haar liggen aan te gaan.

De zoon van deze weduwe bereidt zich voor op het Aäronische priesterschap. Zijn ordening zal haar en haar gezin tot zegen zijn. Ze hebben dan een priesterschapsdrager in huis. 

Toen ik die getrouwe vrouwen in Honduras leerde kennen, kon ik zien dat ze hun best deden om te zorgen dat hun gezin actief in het evangelie bleef. Ze uitten hun dankbaarheid voor leden van de wijk die hun verbonden nakwamen en zorgzaam over hen waakten, en hen bijstonden in hun stoffelijke en geestelijke noden. Niettemin hadden deze zusters allemaal behoeften die nog niet geheel waren vervuld.

In alle drie de huizen die we bezochten, vroeg een wijze priesterschapsleider of ze al een priesterschapszegen hadden ontvangen. Het antwoord was iedere keer ‘nee’. De zusters vroegen die dag allemaal om een priesterschapszegen en kregen die. Allemaal huilden ze en uitten hun dankbaarheid voor de troost, leiding, bemoediging en inspiratie die ze van hun hemelse Vader ontvingen door middel van een waardige priesterschapsdrager.

Deze zusters inspireerden me. Zij toonden eerbied voor God en zijn macht en gezag. Ik was ook dankbaar voor de priesterschapsleiders die samen met mij bij hen op bezoek gingen. Toen we weer weg waren, overlegden we hoe we deze gezinnen konden helpen om de verordeningen te ontvangen die ze nodig hadden om op het verbondspad verder te gaan en hun gezinsleven te versterken.

Het is tegenwoordig hard nodig dat mannen en vrouwen respect voor elkaar als zoon en dochter van God hebben en eerbied voor onze Vader in de hemel en zijn priesterschap — zijn macht en gezag — ontwikkelen.

Hij heeft een plan voor ons en als we geloof en vertrouwen in zijn plan oefenen, zal onze eerbied voor Hem en voor zijn priesterschapsmacht en -gezag versterkt worden.

Tijdens de wereldwijde instructie voor leidinggevenden over Het gezin en de kerk versterken door het priesterschap, is gezegd dat zusters die geen priesterschapsdragers thuis hebben zich niet alleen hoeven te voelen. Zij kunnen heil en kracht putten uit de priesterschapsverordeningen die ze hebben ontvangen en de verbonden die ze nakomen. Zij moeten niet aarzelen als ze hulp nodig hebben. Ouderling M. Russell Ballard heeft gezegd dat iedere vrouw in de kerk dient te weten dat ze een bisschop heeft, een quorumpresident ouderlingen, een huisonderwijzer, en andere waardige priesterschapsdragers op wie ze kan vertrouwen en die bij haar thuis kunnen komen om haar te helpen en, zoals zuster Rosemary M. Wixom bij die gelegenheid zei, ‘een zegen te geven.’9

Ouderling Ballard heeft ook gezegd: ‘Onze Vader in de hemel is gul met zijn macht. Alle mannen en alle vrouwen hebben toegang tot zijn macht als steun in hun leven. Iedereen die heilige verbonden met de Heer heeft gesloten, en die verbonden eert, komt in aanmerking om persoonlijke openbaring te ontvangen, gezegend te worden met de bediening van engelen en met God te communiceren.’10

Wij hebben elkaar allemaal nodig. De zoons van God hebben de dochters van God nodig en de dochters van God hebben de zoons van God nodig.

We hebben verschillende gaven en verschillende vermogens. In 1 Korintiërs 12 wordt benadrukt dat de zoons en dochters van God, ieder van ons, onze individuele rol en taak volgens het plan van de Heer moeten vervullen opdat allen daar baat bij mogen hebben.11

Zoons van God, weet u wie u bent? Weet u wat u hebt? Bent u waardig om het priesterschap te gebruiken en de macht en zegeningen van het priesterschap te ontvangen? Omarmt u uw rol en taak om als vader, grootvader, zoon, broer en oom gezinnen te sterken? Toont u respect voor vrouwen, het vrouw-zijn en moederschap?

Dochters van God, weten we wie we zijn? Weten wij wat we hebben? Zijn wij de macht en zegeningen van het priesterschap waardig? Ontvangen we die gaven met dankbaarheid, vriendelijkheid en waardigheid? Omarmen wij onze rol en taak om als moeder, grootmoeder, dochter, zus en tante gezinnen te sterken? Tonen we respect voor mannen, het man-zijn en vaderschap?

Hebben wij als verbondszoons en -dochters geloof in onze hemelse Vader en zijn eeuwige plan voor ons? Hebben wij geloof in Christus en zijn verzoening? Geloven we dat we een goddelijke aard en bestemming hebben? En spannen wij ons in om die bestemming te bereiken en alles te ontvangen wat de Vader heeft12, omdat we begrijpen hoe belangrijk het is om priesterschapsverordeningen te sluiten en onze verbonden te sluiten, na te komen en te hernieuwen?

Iedereen is een geliefde geestzoon of -dochter van hemelse Ouders, met een goddelijke natuur en bestemming. Onze Heiland, Jezus Christus, houdt zoveel van ons dat Hij zijn eigen leven voor ons heeft gegeven. Zijn verzoening verschaft ons de mogelijkheid om op het pad naar ons hemelse thuis door middel van heilige priesterschapsverordeningen en -verbonden voort te gaan.

Die priesterschapsverordeningen en -verbonden zijn door de profeet Joseph Smith op aarde hersteld, en president Thomas S. Monson bezit alle sleutels van het priesterschap die op aarde zijn.

Ouderling D. Todd Christofferson heeft verklaard: ‘De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen bezit het gezag om de verordeningen te bedienen, zodat wij in de naam van zijn heilige Zoon bindende verbonden met onze hemelse Vader kunnen sluiten. […] God zal Zich aan zijn beloften aan u houden als u uw verbonden met Hem nakomt.’13

Van deze dingen getuig ik in de naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. ‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’, Liahona, november 2010, p. 129.

  2. Zie Moroni 4:3; 6:3.

  3. Leringen van kerkpresidenten: Wilford Woodruff (2004), p. 51.

  4. M. Russell Ballard, ‘Let Us Think Straight’ (Brigham Young University Education Week devotional, 20 augustus 2013); speeches.byu.edu.

  5. Leer en Verbonden 14:7; zie ook Leer en Verbonden 131:1–4.

  6. Russell M. Nelson, ‘Uw huwelijk koesteren’, Liahona, mei 2006, p. 37; of ‘Dochters in mijn koninkrijk: de geschiedenis en het werk van de zustershulpvereniging (2011), p. 146.

  7. Delbert L. Stapley, Conference Report, oktober 1965, p. 14; geciteerd in: ‘Nu wij aan het avondmaal deelnemen’, L. Tom Perry, Liahona, mei 2006, p. 41; zie ook Teachings of Gordon B. Hinckley, (1997), p. 561; The Teachings of Spencer W. Kimball, red. Edward L. Kimball (1982), p. 220;

  8. Zie Leer en Verbonden 109:22.

  9. Zie M. Russell Ballard en Rosemary M. Wixom, ‘De zegeningen van het priesterschap in elk gezin’. In: Het gezin en de kerk met het priesterschap sterken (wereldwijde instructiebijeenkomst voor leidinggevenden, maart 2013), lds.org/broadcasts.

  10. M. Russell Ballard, ‘Let Us Think Straight’; speeches.byu.edu.

  11. Zie ook Leer en Verbonden 46:9, 12.

  12. Zie Leer en Verbonden 84:38.

  13. D. Todd Christofferson, ‘De kracht van verbonden’, Liahona, mei 2009, p. 22.