Het grootste wonder
Ellen Knell (Utah, VS)
Op een mooie dag in september kreeg onze jongste dochter, Erica, een ernstig auto-ongeluk. Ze werd met een traumahelikopter naar het ziekenhuis gebracht, waar we, na een urenlange operatie, het vreselijke nieuws te horen kregen dat onze mooie, opgewekte dochter van zeventien aan haar verwondingen was bezweken.
De daaropvolgende maanden waren een kwelling. We doorstonden haar verjaardag en Thanksgiving Day, en zetten ons schrap voor het eerste kerstfeest zonder haar. Men had ons gewaarschuwd dat de kerst moeilijk zou worden, maar moeilijk was nog zachtjes uitgedrukt.
Ik werd niet alleen door verdriet en wanhoop overmand, ik was ook jaloers op andere gezinnen die samen knus de kerst doorbrachten. Verbitterd vroeg ik me af: waarom bij ons niet? Waarom was er bij ons geen wonder gebeurd, zoals bij anderen?
In mijn wanhoop dacht ik terug aan een activiteit van onze wijk jaren geleden die ‘Kerstmis in Betlehem’ heette. De leden van de wijk droegen kleding uit de tijd van Jezus’ geboorte. Erica, die toen vier was, droeg een tweedehands, lange, witte jurk en had een sjaal om haar hoofd. Het hoogtepunt van de avond was een toneelstuk van Jezus’ geboorte in een nagemaakte stal, opgesierd met hooibalen en een kribbe. Een jong echtpaar en hun pasgeboren baby speelden de rollen van Maria, Jozef en het kindje Jezus.
Toen we om de stal heen gingen staan, zag ik Erica nergens. De schrik sloeg mij om het hart, maar toen zag ik haar witte jurk vlak bij de stal. Mijn schrik over haar welzijn maakte vervolgens plaats voor de angst dat ze het toneelstuk zou verstoren. Ik wilde haar bij me roepen, maar in plaats daarvan keek ik toe terwijl ze naar de kribbe liep.
Erica knielde zachtjes naast Maria en keek haar aan alsof ze haar om toestemming vroeg. Toen strekte Erica haar hand uit en streelde het slapende kindje. Ik was niet de enige die het zag. Andere omstanders keken stilletjes toe terwijl ze naast het kindje knielde. Het vertederde hen dat Erica deze baby als het kindje Jezus beschouwde.
Deze kerstherinnering vulde mijn ziel met rust en troost, omdat ze mij aan de devotie van mijn lieve dochter deed denken. Ik had tal van vragen over het leven en de dood — vragen die mij vóór Erica’s dood nauwelijks bezighielden. Toen ik over de kruisiging en de opstanding nadacht, voelde ik met Maria mee. Ze hield van haar pasgeboren Zoon, maar verdroeg later verschrikkelijke pijn en smart toen ze zag dat Hij leed en stierf. Christus werd niet van het kruis gevrijwaard, noch Maria van haar verdriet.
Met Kerstmis vieren we het begin van Jezus’ leven op aarde, maar voor mij houdt zijn geboorte altijd verband met zijn lijden, dood en opstanding, ofwel de verzoening. Omdat de Heiland de banden van de dood heeft gebroken, weet ik dat Erica ook weer zal leven. Ik ben dankbaar voor dat wonder — het grootste wonder dat ooit heeft plaatsgevonden.