2013
Niet meer verslaafd: mijn odyssee naar bevrijding van pornografie
December 2013


Niet meer verslaafd: mijn odyssee naar bevrijding van pornografie

Als jongevrouw dacht ik dat ik nooit moeite met pornografie zou hebben.

Shadow of a young woman.

Illustratie Jim Madsen

Ik had nooit gedacht dat meisjes onder een pornoverslaving gebukt konden gaan. Toen ik zestien was, bleek dat ik het mis had. Ik vond een pornofilm, en omdat ik alleen en nieuwsgierig was, keek ik ernaar. Na die eerste keer had ik het gevoel dat ik zoiets elke dag wilde zien. Ik raakte verslaafd aan pornografie.

Pornografie kijken gaf me een naar gevoel. Ik wist dat het verkeerd was, maar deed er niets aan om te veranderen. Ik was nooit gelukkig. Ik voelde me vies en besmet door Satans aanlokkelijke vuiligheid. Toch vond ik manieren om ernaar te kijken om aan mijn trekken te komen. Mijn verslaving leidde tot andere wandaden. Ik loog tegen iedereen: mijn broer, mijn moeder, en, wat nog het ergste was, tegen de Heer en mezelf. Ik praatte mezelf aan dat nog één film niet schadelijk was, dat nog één vies verhaal niet zo erg was.

Ik ging nog wel naar de kerk, en naar activiteiten en het seminarie, maar mijn houding was verkeerd en de Geest was niet bij me. Ik werd haatdragend, dus stak ik niets meer van de les op. Ik hield op met tiende betalen, bidden en de Schriften lezen. Ik voelde me schuldig, maar kon mezelf er niet toe brengen om ermee te stoppen. Elke dag was ik er slechter aan toe.

Uiteindelijk werd mijn toegang tot pornografie beperkt. Aanvankelijk dacht ik dat ik iets miste, maar toen kreeg ik door dat mijn situatie er beter op was geworden. Ik kwam in een andere routine terecht. Ik keek niet meer dagelijks naar pornografie. Ik had nog steeds de neiging om ernaar te kijken, maar ik gaf er minder snel aan toe. Tenslotte begon ik na een twee jaar lange pornoverslaving regelmatig om kracht te bidden en keek ik er helemaal niet meer naar. Maar ik voelde me nog steeds vies van binnen. Ik wist dat ik met de bisschop moest praten. Ik kon mij er echter niet toe brengen.

Maar toen ik veel mensen hoorde praten over hun bekeringsproces en de beproevingen die ze hadden doorstaan, besefte ik dat ik echt naar mijn bisschop moest. Ook besefte ik dat ik een grote zegen in de kerk misliep: mijn patriarchale zegen.

Ik maakte een afspraak met mijn bisschop.

Ik schaamde me toen ik die avond het kantoor van de bisschop inliep voor een gesprek. Ik was bang dat hij me recht in mijn gezicht zou zeggen dat ik een hopeloos geval was en dat ik een diepe kuil had gegraven waar ik niet uit kon ontsnappen. Ik was bang dat hij vanaf dat moment altijd op me neer zou kijken. Maar toen ik hem het hele verhaal vertelde, glimlachte hij vriendelijk en luisterde hij aandachtig. Hij gaf veel om mij. Na enige gesprekken liet mijn bisschop me tenslotte weten dat ik rein was.

Mijn pornoverslaving was de moeilijkste tijd van mijn leven, maar ik voelde me heerlijk en rein toen ik het kantoor van de bisschop uitliep. Het was net alsof er een jarenlange last van mijn schouders viel. Ik was blij dat ik mijn patriarchale zegen kon krijgen, waardig van het avondmaal kon nemen en de Geest weer bij me had. Ik voelde me een nieuw mens. Men zei zelfs tegen me dat het leek alsof ik een andere gloed om me heen had. Ik was voortdurend gelukkig en stond overal positiever tegenover.

Ik weet dat we met de hulp van de Heer kunnen veranderen en ons van verslaving kunnen bevrijden. We hoeven niet bang te zijn om een afspraak met de bisschop te maken, want hij helpt ons met onze bekering, zodat we ons dankzij de verzoening van Jezus Christus weer rein kunnen voelen.