2016
Een stap dichter bij Pasen
Maart 2016


Een stap dichter bij Pasen

one step closer to Easter

Deze maand kun je elke week met het hele gezin meer over Jezus en zijn opstanding leren. Hij leeft!

Activiteit voor week 1: Jezus ging naar Jeruzalem

Schriftteksten: Mattheüs 21:1, 6–11

Lied: ‘Paashosanna’ (Liahona, april 2003; beschikbaar op LDS.org.)

Hosannapalmblad: Maak een palmblad dat je doet denken aan de bladeren waarmee de mensen wuifden om Jezus te begroeten. Knip vijf of zes handafdrukken uit groen papier (of gebruik wit papier en kleur ze groen). Plak ze op een stokje.

Hoe kun je Jezus tonen dat je van Hem houdt?

Week 2: Jezus heeft ons het avondmaal gegeven

Schriftteksten: Lukas 22:1, 14, 19–20

Lied: ‘Bij ’t gebed voor ’t brood en ’t water’ (Lofzangen, nr. 115.)

Avondmaalsgeheugensteuntje: Stel een woordenlijstje op om je te herinneren aan de dingen die Jezus voor ons gedaan heeft. Doe het in je Schriften en kijk er tijdens het avondmaal naar.

Hoe kun je thuis en op school aan Jezus denken?

AVONDMAAL

Week 3: Jezus was vriendelijk

Schriftteksten: Lukas 22:47–51; Lukas 23:33–34; Johannes 19:25–27

Lied: ‘Hij zond zijn Zoon’ (Kinderliedjes, 20.)

Paaszakje Stop deze voorwerpen in een zakje dat je op paaszondag opent. Je komt bij de activiteit van volgende week te weten wat je ermee moet doen:

(1) drie munten, (2) een kopje, (3) een geknoopt touw, (4) een stuk zeep, (5) een stukje rode stof, (6) een kruisje van tandenstokers, (7) een witte doek, (8) een kaneelstokje (of een andere specerij), (9) een steentje, (10) een opgerolde witte doek, (11) een afbeelding van Jezus.

Hoe kun je Jezus volgen door vriendelijk te zijn?

Week 4: Hij leeft weer!

Lied: ‘Is Jezus werk’lijk opgestaan?’ (Kinderliedjes, 45.)

Schriftteksten en activiteit: Lees deze Schriftteksten en haal de bijbehorende voorwerpen uit je paaszakje.

(1) Mattheüs 26:14–15; (2) Mattheüs 26:36, 39; (3) Mattheüs 27:1–2; (4) Mattheüs 27:22, 24; (5) Mattheüs 27:28–29; (6) Mattheüs 27:31; (7) Mattheüs 27:59; (8) Johannes 19:40; (9) Johannes 20:1–4; (10) Johannes 20:5–7; (11) Johannes 20:10–20

Waarom ben je blij dat Jezus herrezen is?