2016
Oorlog bracht mij vrede
Maart 2016


Oorlog bracht mij vrede

Robert Swenson (Alabama, VS)

soldier reading scriptures

Illustraties Allen Garns

Vijf dagen nadat ik mijn middelbare-schooldiploma had gehaald, nam ik dienst bij het leger. Net voor ik naar Vietnam vertrok, had ik een duidelijke ingeving dat mijn indiensttreding het begin was van een spirituele reis.

Twee uur nadat ik bij mijn nieuwe eenheid was aangekomen, werd ons kamp met vijandelijke raketten bestookt. Die nacht volgde een mortieraanval. Het was allemaal heel opwindend tot er in de tweede week verschillende mannen omkwamen. Ontnuchterd begon ik over de zin van het leven na te denken.

Al snel maakte ik kennis met de leider van een helikopterteam, Graig Stephens. Op een dag kwam godsdienst ter sprake. Hij vertelde me dat hij lid was van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen en vroeg me of ik meer wilde weten. Alhoewel mijn ouders niet tot enig kerkgenootschap behoorden, hadden zij mij geloof in Jezus Christus geleerd.

Die avond las Graig mij de eerste zendelingenles voor in een lege bunker. Wat mij opviel, was niet de logica van de les of de manier waarop hij het bracht, maar de oprechtheid en nederigheid van deze jonge soldaat.

De volgende dagen gaf Graig mij de andere lessen. Na elke les knielden we neer om te bidden. Hij vroeg mij altijd om te bidden, maar ik kon mijzelf er niet toe brengen. Ik herinner me dat een bepaald leerstellig beginsel me zo verontrustte dat ik niets meer over de kerk wilde horen. De volgende dag ging Graig op zoek naar iemand die mijn vragen kon beantwoorden.

Bij valavond kwam hij terug met een helikopterpiloot van een andere eenheid, een teruggekeerde zendeling. Deze broeder beantwoordde mijn vragen en getuigde dat de kerk waar was. Toen zei hij tegen me dat ik zo klaar was voor de doop als wie dan ook. Ik kon geen woord uitbrengen. Toen hij uitgesproken was, wist ik gewoon dat hij gelijk had.

Even later, terwijl ik in mijn bunker in het Boek van Mormon aan het lezen was, besloot ik te doen wat de Schriften voorschreven en God te vragen of het Boek van Mormon waar was (zie Moroni 10:4–5). Ik boog mijn hoofd en legde mijn vraag aan de Heer voor. Meteen kreeg ik een onbetwistbaar gevoel van warmte en vrede, zoals ik nog nooit eerder had ervaren. Ik wist dat God mijn gebed had verhoord. Ik wist dat het Boek van Mormon waar was. Met die kennis dat het Boek van Mormon waar was, wist ik ook dat Joseph Smith een profeet moest zijn. Kort daarna liet ik mij in de Golf van Tonkin dopen.

Toen ik uit het water kwam, had ik het gevoel dat ik helemaal rein was. Het leven was nog nooit zo mooi geweest. Ik moest er duizenden kilometers voor naar een oorlogsgebied reizen, maar ik kreeg er wel de gemoedsrust die ik nodig had.