Kan ik helpen?
Loralee Leavitt (Washington, VS)
Illustraties Allen Garns
Ik zat te huilen in mijn woonkamer. Het was slechts enkele dagen nadat ik een miskraam had gehad en ik bleef maar aan het verlies van onze baby denken. Vele dingen riepen de herinnering aan deze tragedie op, vooral mijn kleerkast met zwangerschapskleding.
Telkens als ik mijn slaapkamer binnenging, leken de kleren mij aan te staren vanaf hun kleerhanger. De meeste waren gloednieuw en nog nooit gedragen en herinnerden me eraan dat ik niet meer in verwachting was. Ik was nog te zwak om meer dan enkele seconden rechtop te staan en de kleren weg te stoppen.
Toen klopte er iemand aan. Ik deed open en zag mijn huisbezoekster staan. Het was dezelfde huisbezoekster die op mijn kinderen had gelet toen mijn dokter aan mijn echtgenoot en mij bevestigde dat ik een miskraam had gehad.
‘Kan ik helpen?’ vroeg ze.
‘Ja’, zei ik. ‘Ik heb je hulp nodig om mijn zwangerschapskleding op te ruimen.’
Ik nam haar mee naar de slaapkamer, maakte de laden leeg en haalde alles van de kleerhangers. Ik ging in bed liggen terwijl zij mijn kleren opvouwde en ze voorzichtig in dozen legde. Ze plakte de dozen dicht en bracht ze naar beneden zodat ik ze niet hoefde te zien. Ik voelde me opgelucht.
Dan ging zij naar de keuken, laadde de vaatwasser in, maakte het aanrecht schoon en ruimde op, dingen waar ik me nog te zwak voor voelde. Toen zij vertrok, was mijn huis opgeruimd, mijn kleren waren uit het zicht en mijn hart was niet meer zo bedrukt.
De apostel Johannes leerde ons: ‘Er is in de liefde geen vrees, maar de volmaakte liefde drijft de vrees uit’ (1 Johannes 4:18). Wanneer we met de liefde van Heiland iemand helpen, worden wij gesterkt door zijn moed. Omdat mijn huisbezoekster van de liefde van Christus vervuld was, kwam zij onmiddellijk toen de Geest haar dat ingaf.
We ontvingen in die vreselijke periode vele uitingen van liefde in de vorm van bloemen, kaartjes, cupcakes en kinderopvang, wat we zeer waardeerden. Maar de uiting van liefde die het meeste hielp, was toen mijn huisbezoekster, zonder te weten hoe zeer ik haar nodig had, op mijn deur klopte en vroeg: ‘Kan ik helpen?’