Evangelieparels
Die heldere zondagochtend
Naar een toespraak gehouden tijdens de algemene oktoberconferentie van 2006.
Op die dag heeft de herrezen Heiland de banden van de dood verbroken. Hij herrees uit het graf en verscheen als de heerlijke Overwinnaar, als de Heiland van alle mensen.
Wij weten wat de opstanding is – de hereniging van geest en lichaam tot hun volmaakte vorm. […]
Kun u zich dat indenken? In de bloei van ons leven? Nooit meer ziek, nooit meer pijn, nooit meer belast met de kwalen die ons in het sterfelijk leven zo vaak overvallen?
De opstanding staat centraal in onze overtuiging als christenen. […]
Toen de Heiland opstond uit het graf, deed Hij iets wat niemand anders kon doen. Hij verbrak de banden des doods, niet alleen voor zichzelf, maar voor allen die ooit geleefd hebben – zowel de rechtvaardigen als de onrechtvaardigen. […]
Hij [maakte] die gave beschikbaar voor allen. En met die allesovertreffende daad verzachtte Hij het verschrikkelijke, verterende verdriet dat knaagt aan de ziel van hen die een dierbare verloren hebben.
‘Ik bedenk hoe duister die vrijdag was toen Christus aan het kruis werd gehangen. […]
De aarde beefde en het werd donker. […]
‘De slechte mensen die Hem het leven wilden benemen, verheugden zich. […]
Die dag werd de voorhang van de tempel in tweeën gescheurd.
Maria Magdalena en Maria, de moeder van Jezus, waren allebei overmand door verdriet en wanhoop. […] De buitengewone man die zij hadden liefgehad en geëerd, hing levenloos aan het kruis. […]
De apostelen waren volkomen verslagen. Jezus, hun Heiland – de man die op het water had gelopen en de doden had opgewekt – was overgeleverd aan de genade van slechte mensen. […]
Het was een vrijdag vol verschrikkelijk, verterend verdriet. […]
Ik denk dat die vrijdag van alle dagen sinds het begin van de wereldgeschiedenis de zwartste was.
[Maar] de wanhoop bleef niet, want op zondag verbrak de herrezen Heer de banden des doods. Hij herrees uit het graf en verscheen als de heerlijke Overwinnaar, als de Heiland van alle mensen.
En in een oogwenk droogde de tranenstroom in de ogen op. De lippen die gebeden van smart en rouw hadden gefluisterd, spraken nu verwonderd lof uit, want Jezus Christus, de Zoon van de levende God, stond voor hen […] als het bewijs dat de dood slechts het begin van een nieuw, wonderlijk bestaan is.
Ieder van ons krijgt zijn eigen vrijdag – die dag waarop het heelal in duigen lijkt te vallen en de scherven van onze wereld overal om ons heen liggen. […]
‘Maar ik getuig tot u in de naam van Degene die de dood heeft overwonnen: de zondag komt. In het duister van ons verdriet: de zondag komt.
[…] Hoeveel verdriet we ook hebben, de zondag komt. In dit leven of hierna, de zondag komt.
Ik getuig tot u dat de opstanding geen fabeltje is. We hebben het getuigenis van hen die Hem hebben gezien. Duizenden in de oude en de nieuwe wereld zagen de herrezen Heiland. Zij voelden de wonden in zijn handen, zijn voeten en zijn zijde. […]
Na de opstanding kregen de discipelen een nieuwe impuls. Zij reisden over de hele wereld […] en verkondigden stoutmoedig Jezus de Christus, de herrezen Zoon van de levende God.
Velen van hen […] stierven als martelaar, met het getuigenis van de herrezen Christus op de lippen.
De opstanding veranderde het leven van hen die er getuige van waren. Zou het ons leven ook niet moeten veranderen?
We staan allemaal op uit het graf. […]
Dankzij het leven en het eeuwige offer van de Heiland van de wereld worden wij herenigd met hen die wij liefhadden.
[…] Die dag verheugen wij ons dat de Messias alles heeft overwonnen opdat wij voor altijd kunnen leven.
Vanwege de heilige verordeningen die we in de heilige tempel ontvangen, kan ons vertrek uit dit korte sterfelijke leven ons niet lang scheiden van hen met wie we een band hebben voor de eeuwigheid.
Het is mijn plechtig getuigenis dat de dood niet het einde van het bestaan is. […]
Mogen wij begrip krijgen van, en in dankzegging leven voor, de gaven van onschatbare waarde die wij als zoons en dochters van een liefhebbende hemelse Vader krijgen, en voor de belofte van die heerlijke dag waarop wij allen zegevierend uit het graf verrijzen.
[…] Hoe duister onze vrijdag ook is, de zondag komt.