2018
Waarom ik niet langer vraag ‘Waarom?’ na de dood van mijn broer
December 2018


Uitsluitend digitaal

Waarom ik niet langer vraag ‘Waarom?’ na de dood van mijn broer

De auteur woont in Salta (Argentinië).

Ik voel mijn broer nog steeds dicht bij me, hoewel hij er niet meer is.

Toen ik vernam dat mijn broer, Sergio, was overleden, was ik in mijn kamer aan het studeren. Mijn moeder was e-mails aan het lezen die hij de dag ervoor naar ons gestuurd had. Hij vertelde ons hoe gelukkig hij in Chiclayo (Peru) als zendeling en gezant van Jezus Christus was. Hij sprak zo enthousiast over zijn liefde voor ons dat er spontaan een glimlach op ons gezicht verscheen.

Vlak voordat we door zijn zendingspresident opgebeld werden en het verschrikkelijke nieuws vernamen, hadden mijn moeder en ik naar een van Sergio’s lievelingsliedjes geluisterd. Een krachtig gevoel van vrede had plots de hele kamer vervuld. De Geest was heel sterk aanwezig geweest. We hadden zelfs een traantje gelaten omdat de warmte en het gevoel dat ons overspoelde zo tastbaar en onbeschrijfelijk waren. Tien minuten later ging de telefoon.

Moeder en ik hoorden mijn vader een hele reeks vragen beantwoorden. Als de zendingspresident ons opbelde, was er vast iets ernstigs aan de hand. Toen hoorden we vader zeggen: ‘Dit moet een vergissing zijn. Dit kan niet waar zijn.’

Ik vroeg wat er aan de hand was. Vader antwoordde met een trilling in zijn stem en tranen in de ogen: ‘Sergio is dood.’

Ik huilde bitter en vroeg voortdurend: ‘Waarom, hemelse Vader? Waarom moest dit gebeuren? Het zendingsveld is toch de veiligste plek van de wereld?!’

Hoewel we het evangelie en het plan van geluk kenden, waren we ontroostbaar. Ik wist dat alleen onze hemelse Vader ons in die situatie kon helpen.

Toen ik die avond even helder kon nadenken, kwam er een Schrifttekst uit Alma in me op die mijn broer een aantal weken voordien naar ons gestuurd had. Ik zocht haastig naar mijn Schriften. Ik las: ‘O, dat ik een engel was en mijn hartenwens vervuld kreeg, dat ik mocht uitgaan en spreken. […] Als met de stem van de donder zou ik iedere ziel bekering en het verlossingsplan verkondigen. […] Maar zie, ik ben een mens, en ik zondig in mijn wens. […] Ik behoor met mijn verlangens niet te tornen aan het onwrikbare besluit van een rechtvaardig God, want ik weet dat Hij de mensen geeft naar hun verlangen, hetzij ten dode of ten leven’ (Alma 29:1–4).

Ik besefte op dat moment dat Sergio ons liet weten dat hij leefde en dat hij in de geest bij ons was, maar dat hij dit leven had verlaten, omdat hij geroepen was om het evangelie in de geestenwereld te verkondigen. Hij wilde dat we wisten dat zijn afwezigheid niet meer dan een verlenging van zijn zending was. Dat het niet meer dan een overplaatsing was, omdat hij heel graag zendeling wilde zijn. De diepste verlangens van zijn hart waren vervuld: hij was ‘een engel’ van de Heer. Hij kon zich nu volledig aan het werk van de Heer wijden en ‘iedere ziel bekering en het verlossingsplan,’ het plan van geluk, verkondigen.

Ik voel mijn broer nog steeds dicht bij me, hoewel hij er niet meer is. Ik vraag niet meer ‘Waarom, hemelse Vader?’ omdat het antwoord duidelijk en diepzinnig is: ‘De Zoon des Mensen is onder dat alles neergedaald. Bent u groter dan Hij?’ (Leer en Verbonden 122:8.)

We hebben als gezin ons hart voor God uitgestort en zijn door het evangelie getroost. We weten dat dit leven een proeftijd is en dat onze geest eeuwig is.

Dankzij de hoop die we uit de onbegrensde liefde van onze Heiland Jezus Christus en onze hemelse Vader putten, weten we dat alle dingen mogelijk zijn. En hoewel ons begrip nog beperkt is en we in dit leven niet al onze dierbaren kunnen zien, weten we dat dit dankzij de Heiland slechts een tijdelijke toestand is.

Het is nu iets meer dan vier jaar geleden dat Sergio gestorven is. Ik geef toe dat ik af en toe nog steeds een moeilijke dag heb en dat de tranen soms weer opwellen omdat ik mijn lieve broer mis. Maar mijn hart loopt over van dankbaarheid wanneer ik besef dat dit slechts een tijdelijke situatie is. Ik hoop dat we elkaar op zekere dag weer zullen zien en dan eeuwig als gezin samen zullen zijn. Die hoop is sterker dan mijn verdriet.

Afdrukken