Gaven van de Geest op je verlanglijstje zetten
Ik ben de koning der omeletten. Naast dat verrukkelijke gerecht had ik nog een paar andere recepten die me op zending en daarna lang in leven hielden. Maar toen trouwde ik en kregen we kinderen die allemaal een andere smaak hadden. Ik moest mijn menu uitbreiden!
Maar als het mijn beurt om te koken was, bleek dat nieuwe recepten uitproberen erg moeilijk was. Om te beginnen was mijn tijd ’s avonds beperkt. Hoewel ik afwisseling in ons eetpatroon wilde brengen, bleef ik op moeilijkheden stuiten. Ik kon bijvoorbeeld de ingrediënten niet snel genoeg vinden, als we ze al hadden. Meestal moest ik dan mijn geplande maaltijd schrappen en besloten we iets snels en eenvoudigs te eten.
En toch wilde ik op dat gebied vooruitgang maken. Ik besloot dus om iets nieuws te proberen. Ik bad om een specifieke geestelijke gave.
Eén gave, veel toepassingen
Ik bad om de gave van organisatie. Je leest het goed: organisatie! We hadden al een kruidenkastje. We hadden ook een lade met kookgerei. En toch was ik meer met zoeken dan met koken bezig.
Ik bleef om de gave bidden en begon specifieke ideeën te krijgen. Door een kruidenrekje aan de muur te hangen, kon ik de kruiden ordenen en waren ze binnen handbereik. Ik kon ook een magnetische staaf aan de muur bevestigen en daar messen en ander metalen kookgerei aan hangen. Door die en andere ideeën toe te passen, werden mijn kookpogingen een stuk makkelijker. Tijm nodig? Zwarte peper? Witte peper? Geen probleem!
Maar toen gebeurde er iets grappigs. Ik bleef ideetjes krijgen om ook op andere gebieden meer georganiseerd te zijn. Mijn zelfgemaakte drielaagse wastoren zal mijn gezin niet naar het beloofde land voeren, maar zelfs Nephi zou de manier appreciëren waarop ik die gebouwd heb: door naar ingevingen te luisteren die ik stap voor stap kreeg.
De geestelijke gave van organisatie heeft mijn leven en dat van mijn gezinsleden meer verbeterd dan ik ooit verwacht had.
En ik heb die ontvangen omdat ik erom vroeg.
Veel gaven, weinig die vragen
De apostel Paulus onderwees de heiligen in Korinthe in enkele van de vele geestelijke gaven, zoals geloof en genezing (zie 1 Korinthe 12:5–11). Hij droeg hun vervolgens op: ‘Streef dus naar de beste genadegaven’ (1 Korinthe 12:31).
Ons wordt opgedragen de geestelijke gaven van anderen te zien en God om diezelfde gaven te vragen. Dat doen we om anderen beter te kunnen dienen en Gods koninkrijk op te bouwen (zie LV 46:26–29).
Er zijn heel veel gaven – veel meer dan er in de Schriften staan. Geduld is een geestelijke gave. Optimisme ook. En moed. En een vredestichter zijn. Ouderling Larry R. Lawrence van de Zeventig heeft gezegd: ‘Soms zie ik in gedachten een grote voorraadschuur in de hemel, boordevol geestelijke gaven, die beschikbaar zijn voor heiligen die het geloof hebben om erom te vragen. Helaas zijn er weinig die erom vragen, waardoor de voorraadschuur altijd overvol is.’1
Ouderling Lawrence sprak vervolgens over een vriendin die besloten had om de gave van naastenliefde te bidden. Hij beschreef haar ervaring: ‘Ze schreef: “Ik ben al een aantal maanden om meer naastenliefde aan het bidden. […] Mijn beeld van andere mensen is geleidelijk aan veranderd. […] Ik heb de mensen om me heen niet alleen lief; ik geniet ook van hun gezelschap. Vroeger zou ik me misschien afzijdig gehouden hebben, maar nu ben ik oprecht geïnteresseerd in iedereen.”’2
Je gaven liggen op je te wachten
Geestelijke gaven zijn veel waardevoller dan materiële geschenken! Het zijn in feite de beste geschenken. In de Schriften staat dat we ‘ernstig naar de beste gaven [moeten] streven’ (LV 46:8).
Stel je voor dat er naast alle andere geschenken die je met Kerstmis hoopt te krijgen ook een paar van de ‘beste gaven’ op je liggen te wachten. Ze zijn helemaal ‘ingepakt’ en klaar om jou en de mensen om je heen tot zegen te zijn.
Vraag er dus om.