Hoofdstuk 3
Het woord en de wil van de Heer
Te midden van de ellende in Winter Quarters kreeg Brigham het bericht dat een bende van zo’n duizend man de kleine gemeenschap van achtergebleven heiligen in Nauvoo had overvallen. Ongeveer tweehonderd heiligen hadden teruggevochten, maar na een paar dagen hadden ze het onderspit moeten delven. De plaatselijke overheid kwam tussenbeide en dwong een vreedzame evacuatie voor de heiligen af, van wie er velen arm en ziek waren. Maar toen de heiligen de stad verlieten, viel de bende hen weer lastig en werden hun huizen en huifkarren geplunderd. Een bende drong de tempel binnen, ontheiligde die, en bespotte de heiligen die naar kampen aan de overzijde van de rivier vluchtten.28
Toen Brigham te horen kreeg hoe wanhopig de toestand van de vluchtelingen was, stuurde hij de kerkleiders een brief, waarin hij hen herinnerde aan het verbond dat ze in Nauvoo hadden gesloten om de armen bij te staan en elke heilige te helpen die naar het westen wilde komen.
‘Deze arme broeders en zusters, weduwen en wezen, zieken en behoeftigen, bevinden zich nu op de westelijke oever van de Mississippi’, schreef hij. ‘Het is nu de tijd om in actie te komen. Laat het vuur van het verbond dat u in het huis van de Heer hebt gesloten, als een onuitblusbaar vuur in uw hart branden.’29
De heiligen in Winter Quarters en de omliggende nederzettingen hadden twee weken voordien nog twintig huifkarren met voedsel en hulpgoederen naar Nauvoo gestuurd, en hadden weinig over. Toch stuurden ze nog meer karren, spannen ossen, voedsel en andere goederen terug naar Nauvoo. Newel Whitney, de presiderende bisschop van de kerk, kocht ook meel voor de uitgeputte heiligen.30
Toen de hulpploegen bij de vluchtelingen arriveerden, zagen ze dat veel heiligen koorts hadden, niet voorbereid op de kou en uitgehongerd waren. Toen de heiligen op 9 oktober aanstalten maakten om de tocht naar de rivier de Missouri aan te vangen, zagen ze dat een vlucht kwartels de lucht verduisterde, en op en naast hun karren landde. De mannen en jongens haastten zich naar de vogels toe en vingen ze met hun blote handen. Velen herinnerden zich dat God ook kwartels had gestuurd naar Mozes en de kinderen van Israël, toen zij in nood verkeerden.
Thomas Bullock, een administrateur van de kerk, schreef hierover in zijn dagboek: ‘Vanmorgen hebben we van dichtbij de genade en goedheid van God ervaren. De broeders en zusters loofden God en verheerlijkten zijn naam omdat Hij ons in deze vervolging heeft overladen zoals Hij de kinderen van Israël in de woestijn heeft overladen.’
‘Iedere man en vrouw, en elk kind, at kwartels als avondmaaltijd’, aldus Thomas.31
Intussen vond er duizenden kilometers verderop, op het Anaa-atol in de Stille Oceaan, een conferentie van meer dan achthonderd heiligen der laatste dagen plaats. Aäronisch-priesterschapsdrager Tamanehune sprak hen toe. ‘We moeten een brief naar de kerk in Amerika sturen’, zei hij, ‘en vragen of ze onmiddellijk vijf tot honderd ouderlingen hiernaartoe willen sturen.’ Ariipaea, kerklid en dorpshoofd, viel hem bij, en de heiligen van de Zuidelijke Stille Oceaan staken ter steunverlening hun hand op.32
Addison Pratt, die de conferentie presideerde, was het volmondig met Tamanehune eens. De afgelopen drie jaar hadden Addison en Benjamin Grouard meer dan duizend mensen gedoopt. Maar in diezelfde periode hadden ze slechts één brief van een lid van de Twaalf ontvangen, en daar stond niets in over terug naar huis keren.33
De brief was zes maanden geleden aangekomen, en sindsdien hadden de twee zendelingen niets van hun familie, vrienden of kerkleiders gehoord. Telkens wanneer er op het eiland een krant werd bezorgd, doorzochten ze die naarstig om toch maar enig nieuws over de heiligen te lezen. Eén krant berichtte dat de helft van de heiligen in Nauvoo was uitgemoord, en dat de andere helft naar Californië was gevlucht.34
Addison snakte naar nieuws over het lot van Louisa en zijn dochters. Hij besloot naar de Verenigde Staten terug te keren. ‘Zekerheid, ook al is die hartverscheurend, is beter dan onzekerheid en angst’, dacht hij bij zichzelf.35
Addisons vrienden, Nabota en Telii, het echtpaar dat samen met hem op Anaa had gediend, besloten terug te keren naar Tubuai, waar Telii een geliefde geestelijke leerkracht was voor de vrouwen van de kerk. Benjamin besloot op het eiland te blijven en het zendingswerk te leiden.36
Toen de heiligen uit de Stille Oceaan hoorden dat Addison zou vertrekken, drongen ze er bij hem op aan dat hij gauw terug zou komen en meer zendelingen mee zou brengen. Aangezien Addison van plan was om naar het eiland terug te keren met Louisa en zijn dochters, als zij tenminste nog leefden, ging hij daar meteen mee akkoord.37
De dagen in Winter Quarters werden kouder. Brigham Young bad vaak om te weten hoe hij de kerk op de tocht over de Rocky Mountains moest voorbereiden. Ze waren nu al bijna een jaar onderweg, en Brigham had geleerd dat een goede organisatie en uitrusting van de heiligen cruciaal was. Maar de aaneenschakeling van tegenslagen had hem ook geleerd hoe belangrijk het was om op de Heer te vertrouwen en zijn leiding te volgen. Net als in de dagen van Joseph kon alleen de Heer zijn kerk leiden.
Vlak na Nieuwjaar voelde Brigham dat de Heer zijn verstand nieuw licht en nieuwe kennis gaf. Op 14 januari 1847 tekende hij tijdens een vergadering met de hoge raad en de Twaalf het begin van een openbaring van de Heer aan de heiligen op. Voordat Brigham die avond naar bed ging, gaf de Heer hem aanvullende instructies voor de aanstaande tocht. Brigham pakte de onvoltooide notities van die ochtend erbij en schreef de verdere instructies van de Heer aan de heiligen op.39
De volgende dag ging Brigham met de openbaring naar de Twaalf. De titel was ‘Het woord en de wil van de Heer’, en er werd in benadrukt dat de heiligen onder leiding van de apostelen in konvooien ingedeeld moesten worden. In de openbaring gebood de Heer dat de heiligen onderweg samen in hun eigen behoeften moesten voorzien, en bovendien voor de weduwen, wezen en de gezinnen van de soldaten van het Mormoons Bataljon moesten zorgen.
‘Laat eenieder al zijn invloed en bezit aanwenden om dit volk over te brengen naar de plaats waar de Heer een ring van Zion zal vestigen’, stond er in de openbaring. ‘En indien u dat doet met een rein hart, in alle getrouwheid, zult u worden gezegend.’40
De Heer gebood zijn volk ook om zich te bekeren en te verootmoedigen, elkaar goed te behandelen, en op te houden met dronkenschap en kwaadsprekerij. Deze woorden vormden een verbond, waarin de heiligen werd gevraagd te ‘wandelen naar alle verordeningen van de Heer’ en zich te houden aan de beloften die ze in de Nauvootempel hadden gedaan.41
‘Ik ben de Heer, uw God, ja, de God van uw vaderen, de God van Abraham en van Izak en van Jakob’, zei Hij. ‘Ik ben het die de kinderen van Israël uit het land Egypte heeft geleid; en mijn arm is in de laatste dagen uitgestrekt.’
Net als de Israëlieten vanouds moesten de heiligen de Heer loven en zijn naam in tijden van beproeving aanroepen. Ze moesten zingen en dansen met een gebed van dankzegging in hun hart. Ze mochten de toekomst niet vrezen, maar moesten op Hem vertrouwen en hun tegenspoed dragen.
‘Mijn volk moet worden beproefd in alle dingen’, zei de Heer, ‘opdat zij erop voorbereid zullen zijn de heerlijkheid te ontvangen die Ik voor hen heb, ja, de heerlijkheid van Zion.’42
In de loop van de winter kregen de apostelen nog meer openbaringen bij hun voorbereidingen om huifkarrenkonvooien over de Rocky Mountains te sturen. Onder hun leiding zou een kleine voorhoede in de lente vanuit Winter Quarters vertrekken, de bergen oversteken, en een nieuwe nederzetting voor de heiligen vestigen. Uit gehoorzaamheid aan het gebod van de Heer en ter vervulling van de profetie zouden ze een banier voor de volken oprichten en aan de bouw van een tempel beginnen. Grotere groepen die voornamelijk uit gezinnen bestonden, zouden in hun voetspoor volgen, en onderweg het woord en de wil van de Heer gehoorzamen.48
Vóór hun vertrek uit Nauvoo hadden de leden van het Quorum der Twaalf en de Raad van Vijftig overwogen om zich in de Salt Lake Valley of in de meer noordwaarts gelegen Bear River Valley te vestigen. Beide valleien lagen aan de overkant van de Rocky Mountains, en volgens de berichten boden ze allebei potentieel.49 Brigham had in een visioen gezien waar de heiligen zich moesten vestigen, maar hij wist niet precies waar die plek was. Daarom bad hij dat God hem en de voorhoedegroep naar de juiste vergaderplaats voor de kerk zou leiden.50
In de middag van 16 april 1847 ving de voorhoedegroep de tocht aan. Het was een koude, druilerige dag. ‘Wij willen de weg bereiden voor het heil van de oprechten van hart onder alle volken, al moeten we daarvoor alles in ons rentmeesterschap opofferen’, verklaarden de apostelen in een afscheidsbrief aan de heiligen in Winter Quarters. ‘In de naam van de God van Israël, wij zullen slagen, al wordt het onze dood.’53