Een voorraad getuigenissen
Toen ik een jaar of 14 was, scheidden mijn ouders. Ik had mijn vader jarenlang niet aan het avondmaal zien deelnemen. Ik wist dat hij moeite had om de geboden te onderhouden, maar ik wist er het fijne niet van. Pas toen mijn ouders vertelden dat hij was geëxcommuniceerd, ontdekten mijn zus en ik hoe de vork in de steel zat.
‘Ik haat je!’ bleef ik al huilend schreeuwen. Ik was woedend. Hoe kon hij ons dit aandoen? dacht ik. Hoe kon hij zo lang tegen ons liegen?
Die schok en woede gingen snel voorbij. Een paar weken later was mijn woede in gevoelloosheid veranderd. Aanvankelijk was die gevoelloosheid een verlichting van mijn woede en pijn, maar uiteindelijk veranderde de verlichting in wanhoop. Mijn hele leven leek in te storten. Ik snakte meer dan ooit naar verbondenheid met de hemel. Ik had behoefte aan Gods liefde, leiding, gemoedsrust en genezing.
Kort daarop vond de algemene conferentie plaats. Tijdens een van de bijeenkomsten luisterde ik aandachtig en wachtte op Gods vertroosting. Maar ik voelde niets. Daar in die donkere kapel dacht ik: ik kan de Heilige Geest niet voelen, maar ik weet zeker dat Hij hier is. Hij moet hier wel zijn. Op dat moment herinnerde ik me de vele kleine bevestigingen die ik had ontvangen: dat de Schriften waar waren, dat Joseph Smith een profeet was, dat onze hemelse Vader ons gezin had gezegend, en dat naleving van de geboden gemoedsrust bracht. Het was alsof ik een voorraad getuigenissen had.
Hoe meer ik over die geestelijke bevestigingen nadacht, hoe meer ik besefte dat het echt niet uitmaakte dat ik de Geest nu niet kon voelen, ook al wilde ik het op dat moment erg graag. Ik had al een voorraad stille, constante bevestigingen dat het evangelie waar was.
Dat besef gaf me de moed om door te gaan en het verlangen om de geboden te blijven onderhouden, zelfs als ik er niet meteen iets aan had. Geleidelijk aan ging ik de liefde van mijn hemelse Vader en de Heiland meer voelen. Door dicht bij Hen te blijven, ook al voelde ik hun nabijheid niet altijd, ontving ik onmiskenbare gemoedsrust en een sterker getuigenis van het evangelie van de Heiland. Ik denk er nog vaak aan wanneer ik met onzekerheid of verdriet te maken krijg. Ik weet dat ik mijn hemelse Vader en de Heiland kan vertrouwen, en dat Zij ons genezen, opbouwen en sterken.