Hoe was Jeruzalem in Lehi’s tijd?

6–12 januari 1 Nephi 1–7

In Jeruzalem, de hoofdstad van het koninkrijk Juda, heersen allerlei politieke intriges en boosaardigheid. Het afgelopen decennium was rampzalig. De koningen van Juda zijn gedood of gevangen genomen; veel Joden zijn naar Babel afgevoerd; profeten, zoals Jeremia, zijn bedreigd en gevangen gezet. Het is geen wonder dat de Heer tegen Lehi zei dat hij moest vluchten (zie 1 Nephi 2:1–2).

Bevolking: 25.000 (groot naar historische maatstaven)
Terrein: woestijn, vruchtbare valleien, glooiende heuvels
Valuta: geld naar gewicht (zilver, koper, goud; geen munten)
Taal: Hebreeuws
Beroepsbevolking: ambachtslieden, kooplieden, slaven (beschouwd als leden van de familie); de meesten doen ook aan landbouw
Voedsel: fruit, brood, olijven, vijgen, stoofschotels
Kleding: grove wol, sandalen; witte gewaden voor priesters
Godsdienst: verdorven, afgoderij; valse profeten verkondigen vrede; dagelijks gebed wordt met ramsbazuinen aangekondigd
Maatschappelijke structuur: patriarchaal, met inbegrip van oudsten van de stad, stamhoofden van de families, en de uitmuntenden ofwel ‘mannen van goede geboorte’
Familie: huishoudens bestaan uit meerdere huizen rond een binnenplaats. Ze worden geleid door de vader. Omvat de gezinnen van zonen, ongehuwde dochters en tantes, en oudere familieleden.
Militairen: momenteel geen. Alle soldaten zijn Babyloniërs, aan wie Juda schatting betaalt.